Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 837 van 1037

...  825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850  ...
[1] Kijk, zojuist treedt onze oudste weer naar voren en spreekt alle aanwezigen als volgt toe: geliefde kinderen en kindskinderen, jullie weten waar we de stenen vandaan halen die als lichtgevende sterren zo prachtig in de andere kostbare bouwstenen zijn ingelegd. Het is de bodem van de grote, zeer diepe wateren waaruit onze goedgeoefende duikers ze omhooghalen. Zo ligt alles wat prachtig, groot en kostbaar is in moeilijk toegankelijke diepten verborgen; zo zijn ook wij oppervlakkig beschouwd door God de Almachtige zo geschapen dat we goed geschikt zijn om diepe wijsheid te bevatten.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De oudste zegt: wel mijn dochter, je hebt de voorwaarden van Gods grote genade gelezen; wat wil je nu doen? De dochter zegt: ik wil mijn steeds sterker wordende liefde volgen en naar mijn en jouw God toegaan en als ik daar zal zijn dan zal ik, als de Heer het wil, jou gedenken opdat ook jij en nog vele anderen mij mogen volgen. Ik weet wel dat ook deze wereld prachtig is en dat wij altijd kunnen omgaan met de zuivere geesten die een fijner lichaam hebben aangenomen dan het onze. Wij kunnen hun hoge zaligheid zonder veel moeite aanschouwen en deze is van dien aard dat ze voor ons de zaligheid van het natuurlijke leven niet vertroebelt. De zalige geesten van deze wereld hebben immers echt niet veel op ons voor, behalve dan dat zij, als ze willen, omhoog kunnen gaan en zich sneller kunnen bewegen dan wij in onze natuurlijke toestand, want wij kunnen ons niet zoals zij omhoog bewegen naar de ruimten van het sterke licht.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] De oudste zegt: kom dan hier voor mij staan, wend je gezicht naar de vlam en lees, wat ze jou te zeggen heeft. Het vrouwelijk wezen gaat voor de oudste staan en leest in de vlam: jouw God en Heer is een God vol liefde en erbarming en Hij zal jou een zacht juk en een lichte last te dragen geven! Wees deemoedig van hart, vergeet de grote pracht van deze wereld en vertrouw je toe aan de almachtige bescherming van de grote God! Hijzelf zal jou onzichtbaar op Zijn eigen handen dragen door een kort materieel leven tot aan Zijn woning, alwaar je het grote kindschap zult ontvangen en eeuwig zult leven in het huis van de almachtige Goddelijke Vader. Heb je, in je liefde tot deze grote God de moed, leg dan je hand op het altaar!
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Kijk, zo heeft onze oudste gesproken. Met grote kennis van zaken en diepe wijsheid heeft hij zijn woorden gekozen. Daarom zullen we nu eens opletten, wat voor uitwerking deze bij zijn kinderen en kindskinderen hebben teweeggebracht. Denken jullie dat er na zijn afschrikwekkende reisbeschrijving ooit iemand zal besluiten om de weg naar de woonplaats van God op te gaan?
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Kijk, geen mannelijk wezen biedt zich deze keer aan. Maar daar komt een wondermooi vrouwelijk wezen naar voren dat tegen de oudste zegt: verwekker van mijn leven door Gods kracht in jou, mijn borst zwelt op van machtige liefde voor de enige God, zonder wiens zichtbare aanwezigheid, die eens mogelijk moet zijn, men zich geen volkomen zaligheid kan indenken. Ik zou graag naar Hem toe willen gaan en een allergeringste dienstmaagd worden in een van Zijn kleinste huisjes, waarvan Hij er zeker oneindig veel zal hebben. Mij schrikt de weg niet af; waar en hoe hij te vinden is, zal de vlam mij tonen. Heb ik daarover zekerheid gekregen, laat mij dan ook gaan volgens de aanwijzing van de grote profeet die in de naam en met de kracht van de almachtige God tot het gehele volk van deze onafzienbaar grote wereld heeft gesproken!
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Maar juist bij dergelijke gelegenheden zijn er dan ook verscheidene die vanwege allerlei redenen zulke begunstigingen niet ten deel kunnen vallen. Het gevolg is dan wel eens dat ze enigszins verbitterd worden, tengevolge waarvan enkelen, die naar geluk en begunstiging verlangen, zich samenvoegen en vaak met geweld proberen te bereiken wat anderen door hun verdiensten hebben bereikt. En dan heb je een kleine oorlog, die echter voor degenen die geweld gebruiken altijd vruchteloos blijft, want de oudste van het paleis hoeft zich slechts met zijn staf te vertonen of de gewelddadigen slaan al op de vlucht.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Maar hoe komt hij aan bouwlieden? Niets is zo gemakkelijk, want iedereen gaat naar zo'n begunstigde toe en probeert zich bij hem verdienstelijk te maken om hem daardoor als begunstigde vriend en voorspreker in het hoofdpaleis voor zich te winnen, wat enkelen zo nu en dan ook gelukt.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Dat is dan ook de grootste beloning die zo'n wijsheidsmeester in zijn vak kan verkrijgen. Hij verlangt dan ook geen grotere en ik ben van mening, voorzover ik jullie ken, dat jullie voor zo'n beloning een heel keizerrijk zouden geven. Aan zo'n gelukkige wijsheidsmeester in zijn vak worden dan ook als gevolg van zo'n beloning buitengewone voordelen toegekend. In de eerste plaats krijgt hij een stuk eigen grond, dat voor een bepaald territorium alleen de oudste van het hoofdpaleis kan toekennen. Op deze nieuwe grond kan hij dan naar eigen smaak een nieuw paleis bouwen.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Wanneer de mensen van de ondergeschikte woningen een of ander belangrijk advies nodig hebben, komen ze naar hem toe, maar hij zendt bijvoorbeeld nooit boden uit om ondergeschikten in een of ander vak der wijsheid te onderrichten. Want hier geldt alleen het principe van volkomen vrijheid en dit mag nooit eigenmachtig, noch door woord noch door daad in gevaar worden gebracht. Daarom kunnen de bewoners hier van de andere, ten opzichte van dit hoofdpaleis ondergeschikte paleizen, onderling doen wat ze willen.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Ik zeg jullie: laat eenieder, man of vrouw, onderzoeken hoe het met zijn gemoed ten opzichte van God de Almachtige gesteld is. Wie van jullie heeft de moed om het allerhoogste Godswezen met zijn liefde te omvatten? Wie in staat is om alles voor het altaar neer te leggen en niets te behouden dan slechts de liefde van zijn hart voor de almachtige, eeuwig grote God, moge naar voren komen en proberen te lezen wat de vlam aangeeft. Waarlijk, wie daartoe in staat is, heeft een grote weg voor zich, een weg van de grootste vrijheid tot het nederigste knechtschap; een weg van dit volmaakte leven door de dood, een weg van deze hoogste graad van licht naar de grootste nacht en erdoorheen, een weg van hoogste zaligheid en geluk, zoals we die hier allemaal voelen, naar de grootste droefenis, naar de grootste ellende en de grootste nood, een weg van ons ononderbroken welzijn naar en door ondragelijke pijn om langs die weg vol onzekerheid in een nergens bepaalde tijd bij de woning van God te komen. Zalig degene die deze woning ooit kan bereiken en die daar een kind van God kan worden!
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Kijken we echter omhoog naar de eindeloze blauwige luchtzee, dan kunnen jullie daar altijd hetzelfde door de grote Schepper opgetekend vinden wat onze hand hier heeft nagemaakt. Hoe luidt deze wenk dus? Luister, ik zal hem voor jullie herhalen: in het midden van de grote binnenplaats van het sterrenpaleis moet jij, oudste, voor de enige God een altaar oprichten en daarop hout dwars over elkaar leggen; het hout moet echter gaaf zijn en een uitstekende geur hebben. Toch mag je dit hout nooit met een werelds vuur aansteken, maar een vuur uit jouw hart moet dit hout doen ontvlammen. Wanneer het hout door het vuur van jouw hart ontvlamd is, ga dan jezelf en de jouwen in het licht van deze vlam doorvorsen om te zien of er in jouw huis iemand in staat is om de woonplaats van God te betreden. Wie zich daartoe in staat acht, moge voor het altaar treden en in de vlam de voorwaarden lezen die hij moet vervullen op de wereld, welke de grote God enkel voor zichzelf en voor zijn kinderen heeft geschapen. Aldus luidt de wenk.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Kijk, hij heft zijn staf, wat zoveel wil zeggen als: luister naar mij met gespannen en allergrootste aandacht. Nadat, zoals jullie zien en binnen in jezelf heel gemakkelijk kunnen gewaarworden, het hele volk toont dat het gewillig is om opmerkzaam toe te horen, laat de oudste zijn staf zakken en begint te spreken: kinderen en kindskinderen, jullie zijn ingewijd en de leiding van onze allerhoogste God en de almachtige Schepper en Bestuurder van alle dingen is jullie niet onbekend. Bijgevolg zijn jullie ingewijd in de woorden van onze profeet die eens als grote geest in naam van God rondging over de eindeloos uitgestrekte gebieden van onze wereld, waarvan nog niemand het einde heeft gemeten en niemand van ons weet in welke onbegrijpelijke diepten van de schepping haar oppervlak doordringt.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Kijk, nu komt er uit de grote prachtige mensenmenigte alweer een oudste naar voren, die een soort heersersstaf in zijn hand houdt. Zijn haren zijn zo wit als vers gevallen, door de zon beschenen sneeuw en hangen in weelderige lokken tot halverwege zijn rug. Zijn evenzo witte baard kroest tot over zijn onderlichaam; zijn grootte is waardig verheven ten opzichte van de grootte van de andere mensen. Volgens jullie aardse maatstaf zou hij wel zeven voet lang kunnen zijn.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Maar kijk nu ook eens omhoog naar de galerijen, waar het begint te wemelen van de mensen; allen haasten zich naar beneden naar de grote ronde zaal.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Maar ga naar een ander, ook werkelijk mooi huis dat bewoond wordt door een welgestelde grote mensenvriend. Kijk, daar wemelt het van de mensen, oud, jong, groot en klein. De bomen worden bevolkt door de vogeltjes, de daken van het huis door de duiven en het erf door pluimvee en andere nuttige tamme huisdieren. Ook voor de vliegen is hier altijd wat te snoepen en alles wat jullie zien is vrolijk en opgewekt. Ja, waarom gaat het hier dan zo levendig toe? Omdat in het huis de liefde woont! De warmte van de liefde is tot op verre afstand voelbaar en trekt alles naar zich toe.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850  ...