Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 85 van 215

...  73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98  ...
[17] Ik zei: 'Ja, ja, daarmee hebben jullie nu de waarheid gesproken! En Ik zeg jullie: waarlijk, waarlijk, deze zichtbare hemel en deze aarde zullen na het juiste tijdsverloop ook vergaan; maar de woorden die Ik tot jullie heb gesproken zullen niet vergaan!'
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Stralen er 's nachts niet talloze sterren aan de hemel? En toch kun je bij het licht daarvan geen letter lezen! Zo kan de mens bij het duizendvoudige schijnsel van zijn moeizaam verworven wereldse kennis en opgedane ervaringen ook het innerlijke schrift van het leven niet ontcijferen.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als de mensen allemaal op die manier met elkaar zouden leven en volgens Gods wil en raad zouden handelen, die hun al heel vaak geopenbaard is, zou er op deze aarde ook nooit enige nood, verdrukking en ellende onder hen Ontstaan. De mensen veroorzaken alle ellende alleen maar zelf door hun kwade geest van woeker. In eerste instantie lijden de kleinen en de armen, maar daarna komt het duizendmaal erger over de groten en machtigen; want door hun neiging tot woeker en hun ten hemel schreiende heerszucht zijn ze dieven en rovers van de volkeren en ze kunnen van Mij dus ook op de juiste tijd hun verdiende loon verwachten.
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik ben dus ook niet in deze wereld gekomen om haar, zoals ze is, vrede en rust te brengen, maar het zwaard om tegen haar te strijden; en Ikzelf ben als de eeuwige Waarheid het zwaard! Dat zwaard heb Ik ook aan jullie gegeven voor de strijd tegen de hel en haar woedende macht. Vrees dus diegenen niet die wel jullie lichaam kunnen doden maar de ziel niet kunnen beschadigen; en als jullie al iemand vrezen vrees dan Degene die alle macht bezit in de hemel en op de hele materiële wereld, en die als enige Heer en Meester over het leven is en een van zonden vervulde ziel in de diepste afgrond van de hel en de eeuwige dood daarvan kan stoten! - Hebben jullie dat begrepen?'
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Als men met jou sprak, wist jij alles veel beter dan wie ook; maar als men vanwege je dikwijls niet lofwaardige handelwijze aan je vroeg, of jij dat zelf eigenlijk wel als een onbetwistbare waarheid geloofde, dan zei je: 'Niemand heeft ooit God gezien of Zijn stem gehoord, maar in alle tijden zijn er mensen met verschillende talenten en vermogens geweest; en Mozes en alle profeten waren ook maar mensen, met wie wijzelf nooit hebben gesproken. Wat zij hebben geleerd en opgeschreven was goed voor hun tijd; maar sindsdien zijn de tijden geweldig veranderd en wij en onze behoeften daarmee en daarin ook, en daarom zijn Mozes en de profeten in heel veelopzichten niet meer nuttig voor ons. En wie dat niet inziet vanuit zijn zelf opgedane ervaringen, bedriegt zichzelf, doordat hij ter wille van het bereiken van de hemel, die ons eens te wachten staat maar waar men niet de minste zekerheid over heeft, zijn aardse levensgeluk met voeten treedt!' Je ziet, vriend, dat ik ook nog een goed geheugen heb!
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Allen zeiden: 'Ja, Heer en Meester; maar het is treurig dat wij mensen in deze wereld, die zeer zeker al een volmaakte hel is, de hemel moeten bevechten! Weliswaar is de hemel al heel vaak onder de mensen gevestigd geweest in deze wereld, maar dat duurde iedere keer maar een korte tijd! Maar al te gauw deed de aloude hel zich gelden onder de mensen en maakte hen tot duivels; slechts zeer weinigen in een verborgen uithoek van de aarde lukte het om helemaal in stilte de hemel in stand te houden en te bewaren. Zou dat op deze aarde echt niet anders kunnen worden? Zal deze aarde voor altijd een oogstveld van de dood blijven en een eeuwig graf van alles wat ademt en leeft?'
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] 'Ja', denken jullie nu bij jezelf, 'maar hoe kan de zwakke mens zich ooit onttrekken aan de alom heersende macht van Gods handen?' Een mens, wiens ziel nog in allerlei materiële wereldse lusten vastzit, kan dat natuurlijk nooit ofte nimmer; maar daarom heeft God de mens het grote vermogen geschonken om zelf in het bezit te komen van Gods macht. Als hij zich die eigen heeft gemaakt, dan is hij ook even volmaakt in alles als de Vader in de hemel; hij is dus zelf de macht van God geworden, en die kan en zal zichzelf eeuwig nooit overwinnen, richten en gevangen nemen.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Het offer van eer dat jullie Hem willen brengen en in feite al gebracht hebben, zal Hem waarlijk liever zijn dan alles wat de mensen op de wereld als uiterst waardevolle schatten beschouwen en vol begeerte naar zich toe proberen te trekken! Want bij Hem geldt alleen een rein, liefdevol, deemoedig en van de grootste zachtmoedigheid vervuld hart; maar de schatten van de wereld zijn in Zijn ogen een gruwel en krijgen pas waarde, wanneer ze aangewend worden voor de ware naastenliefde. Maar waar ze dienen als voeding voor de menselijke inhaligheid, voor de menselijke hoogmoed en heerszucht en de mensen verleiden tot traagheid, vraatzucht, brasserij, hoererij, roof, moord en nog vele andere zonden, zijn ze in de ogen van Hem, die Heer is over alles in de hemel alsook op aarde, een gruwel die totale verdoemenis verdient.
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De man zei: 'Deze keer zou ik wel willen dat jullie gelijk hadden! Maar nu gaan wij mannen met ons tweeën naar die wijze en vragen hem nog een keer om een persoonsbeschrijving van die grote Koning, aan wie alle macht in de hemel en op deze wijde aarde gegeven is!'
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen het meisje vol ontzag voor Mij stond, vroeg Ik haar vriendelijk: 'Welnu, Mijn lieve dochter, vertel Mij eens wie van ons aan deze tafel het meeste lijkt op Degene die jij in je droom van drie dagen geleden hebt gezien als de grote Koning van alle Joden en als Heer van hemel en aarde!'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Toen de vier bekers, die nu met de beste wijn gevuld waren, voor het viertal stonden, zei Ik tegen hen: 'Heb nu geen vrees of schroom, en drink de nieuwe, nu voor jullie geschapen wijn! Want zoals Mijn woord en wil de gehele mens opwekt en tot leven brengt, zo doet deze wijn, die gelijk is aan Mijn woord en wil, dat ook; hij zal jullie opwekken en het eeuwige leven van Jullie zielen geven! Drink derhalve!'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Als eerste vroeg toen het meisje aan Mij: 'O Heer en Meester en hoogste Koning vol goddelijke macht en kracht, hoe was het voor U toch mogelijk om deze werkelijk hemelse wijn in de bekers puur uit het niets te scheppen, en ook zo plotseling, dat niet te zien was hoe die in de bekers kwam? Ik weet wel dat voor de goddelijke kracht niets onmogelijk is en dat God alles wat er bestaat heeft geschapen en nog voortdurend schept; maar bij het scheppen neemt God steeds een bepaalde orde in acht, en wel zo, dat er om een volmaakt ding tot stand te brengen altijd het ene aan het andere voorafgaat, en de hoofdzaak dan ook altijd verschijnt als gevolg van de vaak vele voorafgaande processen en dat naar alle waarheid ook is.
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Zie, jullie land is het oude Eden, waar Adam en Eva geschapen zijn, maar die het na de zonde moesten verlaten, en tot jullie er kwamen is het ook nog nooit door een mens ontdekt en bewoond! En zo zal het ook in de toekomst door niemand ontdekt worden, als jullie in Mijn liefde volharden!'
Hoofdstuk 115: Het land van de Indo-joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik troostte haar en zei tegen haar: 'Als je al sinds Mijn ontvangenis weet waarom Ik door jouw lichaam in deze wereld in het vlees ben gekomen, hoe kun je je dan nog zo zorgen maken als Ik de wil doe van de Vader, die in de hemel is? Maar ga nu met ons mee, met allen die bij je zijn; in het huis van onze vriend zul je veel te horen krijgen over wat Ik onder de mensen heb gedaan!'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Ik ben het licht van al het licht en ben het leven van al het leven! Maar kijk nu eens naar de mensen, dan zul je je verbazen over het kleine aantal van degenen die gelovig en liefhebbend in hun hart op Mij toe zwemmen in het water van hun wereldse gezindheid en zich door Mij voor het rijk Gods laten vangen! Daarom vergelijk Ik alleen die paar mensen met vissen - die Mijn lievelingskost zijn -, die Mij, als het ware licht der wereld en als de zon van de hemel herkennen, op Mij toe zwemmen en zich door Mij voor het eeuwige leven laten vangen. - Begrijp je dit beeld?'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98  ...