Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 85 van 278

...  73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98  ...
[15] Toen begonnen de joden, die helemaal in het nauw gedreven waren en van louter angst en ontzetting met stomheid geslagen leken, bibberend te stamelen, zonder nog één begrijpelijk woord over hun armzalige lippen te krijgen.
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Heimelijk werden ze echter steeds kwader, omdat zij merkten dat het volk mij toch voor een profeet hield en vereerde, boete deed en zich liet dopen. Deze verdorven boosdoeners in het heiligdom van God merkten maar al te gauw dat ik bij hen de bijl aan de wortel gelegd had en dat daardoor het eind van hun boosaardige heerschappij voor de deur stond. Toen bestookten zij Herodes en bewezen hem met allerlei onjuiste argumenten en kwalijke, slinkse streken dat ik een groot gevaar voor zijn gezag; betekende. Herodes was daar weliswaar niet van te overtuigen omdat hij bindende overeenkomsten met Rome had die hij steeds punctueel nakwam en daarom bij wat voor ongunstige voorvallen dan ook zonder meer volgens overeenkomst kon rekenen op Romeinse bescherming. Maar.dat hielp hem allemaal niets, zij bestormden Herodes net zo lang tot hij mij gevangen nam.
Hoofdstuk 9: De aanklacht van Elia - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen de tempeldienaren daarvan hoorden, brak er een luid gejubel onder hen uit en zij begonnen meteen het volk dat in mij geloofde, zoveel mogelijk te vervolgen. -Dat, o Heer, is met weglating van alle bijzaken, die U zonder meer maar al te bekend zijn, het voornaamste kenmerk van hun totale verdorvenheid, en ik klaag hen daarom nu bij U aan! Maar U alleen bent de Heer van eeuwigheid; richt U hen volgens Uw oneindige macht, wijsheid en rechtvaardigheid! Uw alleen heilige wil geschiede!'
Hoofdstuk 9: De aanklacht van Elia - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Alleen DE WAARD, die naast Mij zat en ook helemaal onder de indruk was, zei op gedempte toon tegen Mij: 'Heer, Heer, daaruit blijkt meer dan uit al het andere, dat U zonder enige twijfel diegene bent waarvoor U zich in de tempel voor het hele volk hebt uitgegeven!
Hoofdstuk 10: De zelfbeschuldiging van de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kijk, heel in het begin waren wij eigenlijk niet zo slecht, want wij zochten in de tempel slechts de oorspronkelijke waarheid toen wij ons daar in lieten lijven! Maar wat vonden we daar? Niets dan diepe geheimen en nog eens geheimen! Vroegen wij iemand om uitleg dan heette het: 'Jullie hoeven niets anders te doen dan alleen maar te geloven! Wat de tempel zegt dat jullie geloven moeten, geloof dat zonder meer, ook al komt het jullie nog zo onzinnig, dwaas en onnatuurlijk voor; want alleen de hogepriester heeft de sleutel tot de geheimen van God en dat moet voldoende voor jullie zijn! Hij alleen offert voor jullie en het hele volk!' Wel, dat waren heel aantrekkelijke woorden, die echter jammer genoeg door de treurige geschiedenis met de hogepriester Zacharias naar ons gevoel zeer sterk aan waarde hebben ingeboet, want daarna zagen wij bij onszelf pas heel goed in, dat Mozes, alle profeten en de hele Schrift helemaal niets voor konden stellen. Want als ze werkelijk iets voorstelden dan konden onze meerderen onmogelijk zo ontzettend gewetenloos handelen!
Hoofdstuk 11: De goede voornemens van de pasbekeerde joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Rustig maar, Lazarus; want zonder Mijn wil zou dit onweer niet komen! Maar waarom Ik het laat komen, zul je later wel merken.'
Hoofdstuk 12: De nachtelijke storm tijdens het onweer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Daarom moet ieder van jullie zich inspannen om zijn ziel door haar eigen kracht te redden; want denk je dat zij als zij in het gericht komt zich wel zal kunnen redden zonder middelen daarvoor te hebben, terwijl zij zich hier met zoveel middelen die haar ten dienste staan, niet kan redden als zij niet bedenkt dat zij zichzelf als een onschatbaar goed moet zien dat, als het verloren gaat, op eigen kracht door niets weer gekocht of verkregen kan worden?!
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Want iedere ziel zal aan gene zijde geheel uit haar liefde en uit haar geloof verder leven, en dat zal zij doen in de volle vrijheid van haar wil. Als de liefde rein en goed is, zal ook haar leven in het hiernamaals rein, goed en zalig zijn; is haar liefde echter slecht en onrein, en bereidt zij voor haar naaste geen vreugde, dan zal ook haar leven aan gene zijde onrein, slecht en zonder vreugde zijn.
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen zei EEN van hen: 'Ja, geliefde vrienden, voor geld gaat bij ons alles heel snel, maar zonder geld of met te weinig geld is het wachten geblazen en schuift men alles op de lange baan, en verder gebeurt er dan ook bedroevend weinig! Maar wij lieten aardig wat goud en zilver achter en onze zaak werd daarom ook gemakkelijk en snel afgehandeld. De tempel heeft nu lang niet zoveel inkomsten meer als vroeger toen de Samaritanen, de Sadduceeën en nu ook al een groot deel van de Essenen, waar men in het begin helemaal geen rekening mee hield, zich nog niet van ons hadden afgescheiden, en daarom is de leiding van de tempel nu al heel blij als er van tijd tot tijd kostgangers verdwijnen.
Hoofdstuk 16: De bekeerde priesters breken met de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Laat ieder daarom vóór alles zijn ziel proberen te redden! Want tegen allen zeg Ik, dat het aan gene zijde zo zal zijn: Wie liefde en waarheid, en dus de juiste orde van God, in zich heeft, zal er daar meteen nog heel veel bij gegeven worden; wie dat echter niet heeft of veel te weinig heeft, zal ook dat wat hij eventueel nog heeft, afgenomen worden, zodat hij dan helemaal niets zal hebben, en naakt, zonder middelen en zodoende zonder hulp zal zijn. Wie zal zich daar over hem ontfermen en hem vrijkopen?! Waarlijk Ik zeg jullie: Eén uur hier is meer waard dan duizend jaar daar! Grif deze woorden diep in je hart; maar voorlopig moet niemand daar over spreken! ,
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wanneer echter de Geest waarover Ik nu met jullie heb gesproken, tot jullie zal komen en jullie zal doordringen, zullen jullie uit jezelf alles begrijpen wat je nu allemaal ziet en hoort maar door je puur natuurlijke gesteldheid niet kunt begrijpen; want het lichaam kan de geest niet begrijpen en is op zichzelf zonder meer dood. Het heeft geen ander leven dan alleen maar het tijdelijke meeleven uit de levenskracht van de ziel, die met de geest verwant is en die helemaal op hem kan gaan lijken, en één met hem kan worden als zij zich helemaal van de wereld afwendt en haar zinnen alleen richt op het meest innerlijke, geestelijke, volgens de orde en wijze zoals Mijn leer en Mijn persoonlijke voorbeeld het jullie laten zien.
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] EEN JOOD zei: 'O, dat gebeurt ook nu nog, maar weliswaar op een heel andere manier! In plaats van eerstgeborenen als offer voor God de Heer, neemt de tempel liever geld aan; maar wie geen geld heeft, kan zijn eerstgeborene zonder enig bezwaar zelf houden en dan worden er voor een paar muntstukken een aantal gebeden in Gods huis gepreveld voor het toekomstige welzijn van de desbetreffende, of men neemt, als de ouders van de eerstgeborene als rechtgeaarde gelovigen nog halsstarrig vasthouden aan de oude instelling, de eerstgeborene wel met het voorgeschreven ceremonieel aan, maar geeft hem dan tegen een geringe vergoeding direct in handen van de een of andere vroedvrouw. Als het kind in leven blijft, wordt het vervolgens als huisbediende gewoon aan de een of andere boer verkocht, waar het dan als een dier opgroeit zonder lering en onderwijs, en eisen de ouders het vervolgens na zijn veertiende jaar terug, dan verwonderen zij er zich natuurlijk uitermate over dat hun eerstgeborene zo weinig genade in de tempel heeft gevonden, en dan zitten ze met dat kind pas echt in de moeilijkheden.
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Lazarus bedankte Mij in stilte en stelde daarop zijn zusters gerust; en toen deze dat hoorden, deed het hun zoveel genoegen dat ze bijna in tranen uitbarstten en een poosje naar buiten moesten om daar hun vreugdetranen de vrije loop te laten zonder dat iemand het merkte. Daarna kwamen zij weer bij ons terug en deelden in onze vreugde. Toen de burgers uiteindelijk ook verzadigd waren, spraken zij hun dank uit en stonden op van hun plaatsen.
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daarom zeg Ik jullie allen nog eens, dat jullie volkomen vrij van geest, en vrolijk en opgewekt door de wereld moeten gaan, zonder aan de wereld te hangen. Want zoals Ik Zelf alleen maar in de wereld ben gekomen om alle mensen een blijde en gelukkig stemmende boodschap uit de hoogste hemelen over te brengen, die iedereen op zo'n wijze troost moet geven dat zelfs de ergste marteldood hem niet droevig zal stemmen -omdat hij ziet en zien moet, dat er voor hem geen dood meer bestaat en kan bestaan, en dat in Mijn eeuwige rijk voor hem noch deze aarde noch de hele zichtbare hemel ooit meer verloren kan gaan, en dat hij bovendien nog het gezag zal krijgen over heel veel -, zo zal Ik ook jullie, wanneer jullie in de geest en in de kracht van Mijn leer bekwaam worden, in Mijn naam uitzenden om alle volken der aarde deze blijde boodschap uit de hemelen over te brengen.
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Maar Ik zei: 'Luister! Wij zijn vandaag op de dag na sabbat opgewekt en vrolijk bij elkaar, en waarom zouden we dat ook niet zijn?! Want jullie hebben Mij begrepen en herkend, hoewel dat met veel moeite en offers gepaard ging, en dus heb ook Ik jullie aanvaard! Jullie zijn vrijgemaakt van ieder gericht, omdat jullie jezelf uiteindelijk geheel uit vrije wil op het enig ware en goede hebben gericht. En dus kan Ik jullie nu, zonder afbreuk te doen aan jullie vrije inzicht en jullie vrije wil, hier wel een teken geven van Mijn innerlijke goddelijkheid. Houd nu dus alles heel goed in het oog! Wat zou gemakkelijker zijn, denken jullie: deze steen enkel door Mijn wil in een oogwenk vernietigen, of de tempel met alles wat daar in is, dood en levend, op gelijke wijze vernietigen? Controleer eerst nog de steen, zodat niemand kan zeggen dat hij op een of andere wijze vooraf geprepareerd was!'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98  ...