Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 85 van 1112

...  73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98  ...
[7] Als Augustus u gekend had zoals ik u ken, dan zou u echt wel een ander getuigenis hebben gekregen! Maar jammer genoeg heeft hij zich door valse schijn laten bedriegen en heeft hij uw flakkerende lamp aangezien voor het licht van een zon en u daarom een voorrecht gegeven.
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] 'Heb uw naaste lief als uzelf!' luidt een zedelijke wet in uw boek, dat God u gegeven zou hebben; hoe houdt u zich daar echter aan?!
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Waarlijk, de wet, die u altijd met veel ijver navolgt, heet haat tegen iedereen die u in uw geile en wellustige leven niet ten volle ondersteunen wil! Jammer genoeg heeft u voor dat doel op slinkse wijze een voorrecht verkregen, waarop u zich nu beroept om allerlei ongehoorde afpersingen te kunnen ondernemen.
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Gelukkig heeft u echter in dit geval buiten uw wettig genoemde pandopeising iets gedaan dat zelfs ook schijnbaar niet door een mij bekende wet goedgekeurd wordt. Deze daad, waarvoor u nu alleen hier terecht staat, heet vernieling van bos. Daaraan heeft u zich zeer uitgebreid in de mooie bossen van Kisjonah schuldig gemaakt. Hij is een Griek en een betrouwbaar onderdaan van de keizer, wiens rechten door iedere keizer van Rome met een compleet legioen zullen worden beschermd als ze ook maar in het geringste aangetast zouden worden, want hij betaalt jaarlijks daarvoor aan de keizer duizend pond, wat echt geen kleinigheid is.
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] De opperrechter zegt: 'In naam van de keizer en zijn wijze wet veroordeel ik u, daar de schade door beëdigde taxateurs is vastgesteld, en omdat u zich als kinderen Gods alle macht over de gehele aarde aanmatigt, waaruit logischerwijze voortvloeit dat u ook macht over de keizer heeft waarvan hij tot op heden ook zelfs niet gedroomd zal hebben, maar waarmee u echter wel, door zo'n schandelijke aanmatiging, pure majesteitsschenners van de heilige persoon van de keizer geworden bent, tot een geldstraf van twintig duizend pond, waarvan een derde ten goede komt aan Kisjonah en twee derde voor de keizer is; tevens worden daarbij al uw panden verbeurd verklaard!
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De twaalf Farizeeën haalden meteen het dekkleed van hun met muildieren bespannen geldwagens af, en iedereen stond stomverbaasd over de ontzaglijke goud en zilvermassa. Zij hadden zoveel zilver en goud bij zich, dat ze hun straf makkelijk nog vijf keer hadden kunnen betalen! Het speet de opperrechter dan ook oprecht, dat hij geen hogere straf gevraagd had.
Hoofdstuk 234: Een goede vangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De rechter uit Kis zegt: 'Vriend, de beroemde Jezus van Nazareth houdt zich hier al een week of drie geregeld op, en zal waarschijnlijk hier nog een paar dagen blijven. Volgens mij is Hij een God die alle nog zo verborgen dingen zonneklaar weet, en Hij heeft ons daarvan al heel duidelijke voorbeelden gegeven; wat denk je er van, als we Hem hierbij eens te hulp riepen? Hij zou ons wel eens goed kunnen helpen, en dat nog te meer, omdat hij absoluut geen vriend is van de zwarte dieven en rovers die de tempel voor haar snode plannen ter beschikking heeft. Want ik heb met mijn eigen oren gehoord hoe hij de priesters en Farizeeën uit Chorazin en Kapérnaum naar de diepste Tartarus verwenst heeft. En daarom ben ik er van overtuigd, dat Hij ons klaarheid zal kunnen verschaffen.'
Hoofdstuk 235: Weerzien met de opperrechter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nu, Uw leer heeft die geest en dat karakter in zich en is daarom zuiver goddelijk, en ik heb haar daarom als geheel waar voor mijn gehele leven aanvaard en ik verkondig haar aan mijn gehele huis en aan mijn vele ondergeschikte beambten. Als dit dus zo is, dan is alles al helemaal in orde op de instemming van de vader na!'
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Waarachtige goddelijke Jezus! Als U het goed vindt, dat Lydia mijn vrouw wordt, dan neem ik haar tot vrouw; maar als U daar ook maar het minste bezwaar tegen hebt, dan behoeft U dat maar te zeggen en mijn leven wijdt zich geheel aan het uitvoeren van Uw wil!'
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Dat deze snelle huwelijksvoltrekking in heel Kis een groot opzien baarde en dat Kisjonah zich nu beraadde over een rijke huwelijksgift is wel te begrijpen.
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] 'Zo', zegt Faustus, 'dus op deze manier wilt u zich uit de val bevrijden? Al goed, nu weet ik dan ook heel precies, wat ik met u moet doen! Uw verhoor is nu afgelopen; de misdaad is door honderd getuigen vastgesteld, en uw schuld is duidelijk! Meer zeg ik u niet en ik stel een ultimatum - de gerechtsdienaars staan buiten -
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Maar de ene Farizeeër zegt: 'Dat weet ik, maar van God is hier geen sprake; het gaat hier alleen maar om jullie schandalige bedrog tegenover de Romeinen. Door een schandelijke list wisten jullie de grote buit zo keurig van de Romeinen te stelen, dat de hele wereld zich daar echt over moet verbazen."
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Bovendien zie je er uiterlijk net zo oud uit als de hoogst eerwaardige grijsaard Cyrenius, je nam zijn naam aan en je had je een gevolg en een hofhouding aangeschaft, gelijkend op die van Cyrenius, daarbij zat je op een imposant paard. Toen de leider van het geldtransportje begroette als opperlandvoogd en je op een halve dagreis van Tyrus, denkend dat je de stadhouder was, de getekende bevelrollen gaf en daarbij dan ook de gelden en de schatten, die jouw verklede Romeinse soldaten in ontvangst namen, gaf je hem bevel om zo snel mogelijk naar de Pontus terug te trekken, omdat je met zekerheid vernomen had, dat daar vanwege de belastingafpersingen onlusten uitgebroken waren en dat de bewoners van de Achterpontus zich met sterke Skythenhorden tegen de overheersing van Rome verbonden hadden. Uitstel zou gevaarlijk zijn; daarom was hij als opperlandvoogd, na een korte en duidelijke opdracht van Rome, hem, de dappere overste van de Pontus en Klein-Azië, zo ver tegemoet getrokken, om hem in dit dringende geval de snelle terugweg een beetje te bekorten!
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Dan wendt Faustus zich tot de elf en zegt: 'Nu, hoe staat het met het ongeluk, waarmee u mij eerder zo arrogant gedreigd hebt? Wat zegt u hier nu over als gezalfde dienaren van God? Waarlijk, het moet verschrikkelijk bitter zijn voor iemand die een gezalfde van God heet, om als grootste staatsboef te kijk te staan! Maar heb maar geduld, u zult nog wel wat ergers meemaken; dit was maar een simpel voorspel!
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] U laat zich als zogenaamde gezalfde knechten van de Allerhoogste door het geestelijk doodgeslagen volk goddelijke eer bewijzen, en bovendien eist u niet op te brengen offers van het arme volk om daarvoor de poort naar Gods licht en levensrijk met ijzeren deuren en sloten te barricaderen.
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98  ...