Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 841 van 1088

...  829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854  ...
[4] Deze weg was er een van diepe deemoed, het volkomen veronachtzamen van de wereld om zodoende de leer met alle liefde te kunnen omvatten. Deze school oogstte aanzienlijke bijval, alhoewel ze zoveel mogelijk geheim werd gehouden. Zelfs de roomse bisschop kreeg er kennis van, was er openlijk niet tegen en sloot zich zelfs bij die school aan. Hij zag al spoedig in dat de openbare leer niet met die van de school overeenstemde, maar hij kon toch niet tegen de heersende opvattingen ingaan. Opdat deze school, welke voor die tijd een zeer belangrijke vondst was, niet ten onder zou gaan, verleende hij haar dan ook wat meer bewegingsvrijheid en noemde haarde school voor ware priesters; die mettertijd de naam scholastici kregen. Deze scholastici waren weliswaar niet identiek aan de Oudegyptische scholastici, die zich bezig hielden met het toverachtige mysticisme, maar zij waren veel meer scholastici naar de innerlijke betekenis van het woord.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] lieve vrienden en broeders, we zullen hier noch het een noch liet ander doen. Het klooster lijkt alleen maar vanaf enige afstand gesloten en toont daarmee aan, dat haar bewoners moeilijk te benaderen zijn. Daarom maakt dit gesloten klooster juist de verstarde grondbeginselen van zulke geesten naar buiten toe zichtbaar.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Wat zal de augustijn ons dan wel vertellen en wat zal hij ons allemaal laten zien? Niets anders dan hetgeen voor ons noodzakelijk is. Wij zijn bij hem; luister dus naar wat hij tegen ons zegt en hoe hij ons ontvangt. Zijn woorden luiden als volgt:
Hoofdstuk 67: Heeft Petrus de roomse kerk gesticht? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk, onze monnik zet een heel deerniswekkend gezicht en piekert zich suf om een of ander deugdelijk antwoord te vinden. Daarom denkt hij nu aan een slimme uitvlucht, maar die zal hem weinig baten. Hij gebaart ons naar hem te luisteren, en dat zullen we dan ook doen. Hij (de monnik) zegt: o, jullie afschuwelijke duivels, dat is toch de meest helse vraag en ze is zo ontzettend ketters en zo tegen de Heilige Geest gericht, dat voor zo'n ketter duizend van de meest afschuwelijke, diepste hellen met duizendvoudige, eeuwige verdoemenis nog veel te goed zouden zijn! Moet ik op zo'n vraag antwoord geven, zodat alle duivels tegelijk mij dan komen halen? Dat zal ik wel mooi achterwege laten.
Hoofdstuk 67: Heeft Petrus de roomse kerk gesticht? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Paulus werd geroepen tot apostel voor de heidenen; over Petrus staat nergens geschreven dat de Heer hem eveneens voor de heidenen zou hebben geroepen. Bovendien kende Petrus de voortreffelijkheden van de apostel Paulus en zag hij er de noodzaak niet van in, om achteraf als tweede apostel naar de plaats te gaan waar Paulus al een christelijke gemeente had gesticht. Uit de Schrift weten we wel, en nog wel van Paulus zelf, dat hij Petrus eenmaal heeft terechtgewezen; maar een tegenovergesteld geval kennen we niet.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Zo kan Christus ook niet hebben ingezien, dat er mettertijd hoge rangordes onder het priesterschap van zijn kerk noodzakelijk zouden worden voor de verbreiding van Zijn leer. Zou Hij dat tijdens Zijn leraarschap hebben ingezien, hoe zou hij dan Zijn apostelen, toen zij Hem naar het leiderschap vroegen, een antwoord hebben kunnen geven dat lijnrecht tegen de huidige kerkelijke structuur ingaat? Hij zei immers: `Slechts één onder u is de Meester. Deze ben Ik; jullie zijn echter allemaal broeders onder elkaar!'
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Het oog stelde de zon van de Heer voor, waarin Hij zich in Zijn eeuwige liefde en wijsheid bevindt, en wel omdat het menselijk oog deze beide in zich heeft; want uit het oog straalt liefde en uit het oog komt ook het licht voort. De drie hoeken van deze figuur, in het midden waarvan zich het oog bevond, stelden de drie graden voor waarbinnen zich het goddelijke als het meest innerlijke uitspreekt. Deze drie graden, die met de drie hoeken overeen kwamen, waren zo verdeeld dat de onderste links met het natuurlijke, die rechts met het geestelijke en de hoek boven met het hemelse overeenkomt. Door de uitstraling van het oog naar deze drie hoeken werd het binnenstromen van de Heer in en door alle drie graden aangegeven. Het licht dat over de afbeelding heen naar buiten straalt, betekent de oneindige macht en de ondoorgrondelijkheid van het goddelijke Wezen. Daarom was deze voorstelling als een tamelijk geslaagde hiëroglief van het drie-enige goddelijke Wezen te beschouwen. Volgens deze regel was de orde van de ongeschoeide augustijnen dan ook opgericht.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Deze (geest)-monniken lopen nog wel barrevoets rond en dragen nog dezelfde kleding, maar wanneer jullie de innerlijke scholastiek willen zien, dan merk je dat zij zich alleen naar buiten toe nog precies zo gedragen als destijds de echte augustijnen. Als jullie aan de een of ander vragen waarom hij dat doet, dan zul je geen antwoord krijgen, en als jullie al een antwoord krijgen, zal dit als volgt luiden: wij doen dat als standvastige boetelingen omwille van de hemel, omdat het hemelrijk slechts met geweld kan worden ingenomen, want wie het niet met geweld inneemt, zal het niet verkrijgen. Hieruit kunnen jullie echter gemakkelijk opmaken wat de eigenlijke motivatie voor zo'n streng leven is. Ze doen alles omwille van de hemel; ook beminnen ze en vrezen ze de Heer, maar niet om Hemzelf, maar alleen vanwege de hemel en de hel. Zou de Heer hen de hel wegnemen en hun gedroomde werkeloze genot- en gaaphemel veranderen in een werkhemel, dan zouden ze al heel gauw een groot kruis slaan over hun strenge, boetvaardige leven.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Jullie zeggen: merkwaardig, dat is inderdaad een buitengewoon prachtige kerk. De schitterende bouwstijl, de hoogte en de meesterlijke wandschilderingen zijn werkelijk verbazingwekkend. Het hoogaltaar is een volmaakt meesterstuk van beeldhouwkunst. Ook het grote schilderij van de drie-eenheid, dat bijzonder opvalt door zijn verheven, zachtmoedige karakter, is meesterlijk uitgebeeld. Werkelijk, deze trouwens op misverstanden berustende drie-eenheid hebben we nog nooit zo meesterlijk geschilderd gezien als hier. Deze visuele voorstelling is zo merkwaardig, omdat de Vader en de Zoon hun hoofden bijna geheel tegen elkaar aanhouden, waardoor de hoofden zich dan ook in de licht gehouden driehoek bevinden. Boven de beide hoofden in de bovenste hoek is de duivengestalte van de Heilige Geest zo aangebracht, dat de duif in deze driehoek lijkt te zitten, waarbij hij zijn kopje tussen de twee hoofden naar beneden buigt.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Jullie zien het goed, maar toch hebben jullie nog niet alles gezien. Kijk maar eens helemaal naar beneden, naar het onderste gedeelte van het tableau, raar zien jullie de aardbodem afgebeeld, waarop een heleboel armzalige land-heren hun handen smekend om help naar deze zaligen omhoog houden. Nog iets lager is zelfs het vagevuur te zien waarin talloze arme zielen de armen boven de lekkende vlammen uit omhoog strekken en de heiligen in de hemel om hulp smeken. Daar, aan de linkerkant van de afbeelding is vlak boven de aarde een tamelijk donker gehouden wolk geschilderd en vanaf de aarde is er een ladder tegenaan gezet. Aan het eind van deze ladder zien jullie een poort met twee deuren naar de vorm van de stenen tafelen van Mozes; achter de poort staan Petrus en de aartsengel Michaël en op de ladder zien jullie ook enkelen die bezig zijn naar boven te klimmen, maar ook enkelen die boven aan de ladder vanaf de wolk voorover naar beneden vallen. Op de achtergrond van deze donker gehouden wolk zien jullie ook nog enkele knielende zaligen; dat zijn de zogenaamde allerheiligen.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Jullie zouden even goed kunnen vragen waarom de Heer zoveel onkruid en wilde en giftige dieren op aarde heeft geplaatst, hoewel jullie daarvan nergens het nut inzien. Ik zeg jullie, wat dat betreft gaat de Heer altijd Zijn ondoorgrondelijke wegen volgens Zijn eigen raadsbesluiten. Voor ons is het voldoende om er heilig van overtuigd te zijn dat Hij een oneindig goede Vader is. Als we die overtuiging hebben, weten we ook dat Hij niets voor een slecht doel heeft geschapen, maar dat Hij alles ontegenzeggelijk naar het beste doel leidt en ook eeuwig leiden zal! Jullie vragen of we nu ook de overige delen van de kerk zullen bezoeken en bezichtigen. Dat is niet nodig; daarom begeven we ons nu naar het eigenlijke klooster en doen daar onze waarnemingen. Kijk, daar komt zojuist een vriendelijke augustijn uit de zogenaamde sacristie. Hij groet ons en wenkt ons om naar hem toe te komen. Dus geven wij ook gevolg aan zijn wenk.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[27] Zie, de Heer heeft zich over jullie ontfermd en mij hierheen gestuurd voor jullie redding. Willen jullie naar mij luisteren, dan zullen jullie gered zijn; zo niet, dan heb ik ook de macht jullie ijlings naar de plaats te werpen, die de Heer als de juiste voor jullie heeft bestemd.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[28] Kijk, de monnik staat nu helemaal versteld en weet zich geen raad meer. Daarom keert hij om en gaat geschrokken naar zijn gezelschap terug. Laten wij hem dan ook volgen, opdat jullie zelf kunnen zien, hoe dergelijke dwalingen zich in de geestelijke wereld ontwikkelen.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Kijk, het kruisbeeld ligt al totaal vernietigd als vuil kaf op de grond, en de met stomheid geslagen monniken beginnen de een na de ander overeind te komen. Uit ieder gelaat vonken ons woede en toorn tegemoet, maar toch waagt niemand het ook maar een hand naar ons uit te steken. Ook wil niemand een woord zeggen. Daarom zal ik een woordje zeggen tegen de ons reeds bekende, zich op de achtergrond bevindende monnik. Ik zeg tegen hem:
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Luister, jij duistere geest daar op de achtergrond! Kom naar voren en geef mij antwoord op de vraag die ik je in de tempel heb gesteld! De monnik komt bevend van angst naar voren en wil mij vanwege het vernielde kruisbeeld met een vloek in plaats van met een antwoord tegemoet komen. Kijk nu eens, vlak voor hem ontstaat er in de bodem een metersbrede kloof en - in de diepte ziet hij de hel! Ik zeg tegen hem: kijk, duistere geest, dat is jouw christendom; jouw hart is vervuld van hetgeen je hier ziet.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854  ...