Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 843 van 1088

...  831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856  ...
[2] Kijk nu, onze paradijselijke primus trekt een heel verbouwereerd gezicht, zoekt in alle hoeken en gaten naar een slim antwoord en vindt in zichzelf, zoals jullie licht uit zijn verlegen gelaatsuitdrukking kunnen opmaken, niets van dien aard. Hij voelt zich heel sterk genoodzaakt tegen wil en dank met de waarheid voor de dag te komen. Al zal die hem hoe dan ook op zijn tong branden als veel te heet eten, het zal hem niet baten. Daarom besluit hij bij zichzelf de waarheid te spreken, moge komen wat komt!
Hoofdstuk 73: Een vraag aan de prior van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] En als ik me niet vergis, bestaat die voor het christendom ellendige situatie in de rooms-katholieke kerk vanaf de tijd van Karel de Grote, die naar mijn weten aan de bisschop van Rome landerijen schonk en op die manier een wereldse machthebber van hem maakte.
Hoofdstuk 73: Een vraag aan de prior van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Mij werd gratis een volle aflaat verleend, maar met de voorwaarde dat hij voor mij eerst dan werkzaam werd wanneer ik het bedrag voor de andere aflaten naar Rome zou hebben gestuurd.
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Toen ik met mijn aflaten weer in mijn klooster aankwam, stelde ik ze ter beschikking aan mijn medebroeders. Naar mijn weten zijn zij ze gelukkig ook allemaal kwijtgeraakt. Alleen hebben ze, voor zover ik weet, tamelijk laten afdingen. En toen ik me erover uitliet dat ik met het oog op de morele verkoop van aflaten een zekere moeite had, liet Rome dan ook met zich handelen en nam genoegen met een kleinere som. En kijk, dat is nu alles wat ik op je vraag kan antwoorden.
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de monnikgeest met de sleutel doet als bewoner van dit hemels paradijs de deur open en gelast ons binnen te gaan. Wat denken jullie, zullen we dit bevel volgen of niet? Menig katholiek zou zeggen dat de gehoorzaamheid dat vereist. Maar omdat een ander principe zegt dat men God meer moet gehoorzamen dan mensen, zullen we deze wenk dan ook niet volgen maar fijn buiten blijven. En bovendien zal ik nog de vrijheid nemen deze toren, door hem heel even aan te raken met mijn rechterhand, ogenblikkelijk in nietig stof te veranderen. Maar omdat de sleuteldrager ons niet de volgende woorden bedreigt: als jullie niet ogenblikkelijk naar binnen gaan, zal ik dadelijk met geweld de hand aan jullie doen slaan, moeten wij wel naar de toren toegaan en wel zo ver, dat ik hem met mijn vinger kan aanraken. Nu zijn we bij de toren en zie, hij bestaat al niet meer!
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Maar kijk nu ook eens naar de monnik die ons gevangen wil zetten, wat een erbarmelijk verbaasd gezicht hij trekt. En de andere, beter gezinde, gaat naar hem toe en zegt: wel, broeder, wat zeg je dan van dit gebeuren? Kan de duivel zoiets teweegbrengen? De ander zegt: ja, broeder, deze zaak komt me uiterst raadselachtig voor. Tot nu toe heeft geen satan ook maar enigszins vat op deze toren gehad. Ja, hij stond daar als een waarachtig onoverwinnelijke burcht Gods en al de ketters en dienaren van de duivel, die tegenstanders waren van de alleenzaligmakende kerk, hebben daar hun vervloekte asiel gevonden. Geen duivel heeft het ooit gewaagd in de buurt van deze toren te komen. En kijk nu, deze booswicht of wat hij ook mag zijn, heeft de toren met een vinger aangeraakt en op hetzelfde ogenblik is er geen spoor meer van te bekennen. Ik zie nu geen ander middel dan deze drie zo goed en zo kwaad als het gaat buiten dit heilig paradijs te brengen, want anders raken ze nog andere dingen aan en vernietigen die net als de toren.
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Ik moet eerlijk bekennen, God, de Heer is werkelijk een raadselachtig wezen en wanneer men denkt naar beste vermogen te hebben gehandeld, dan verijdelt Hij weldra alles. Zo heeft Hij de ene kerk na de andere gesticht, en wanneer een kerk echt uitgegroeid is om, zoals men wel zegt, aan Gods leiband te lopen, dan komt Hij en snijdt als een heidense Spartaan de band middendoor. Dan valt de hele kerkelijke kraam ondersteboven en blijft er niets van over dan hoogstens een naam zoals bij de stad Babylon. Nu weet men niet eens meer de plaats te vinden waar deze grote wereldstad eens lag. Ik, wat mij betreft, wil met deze drie mannen niets meer te maken hebben. Wil jij je verder nog met hen bezighouden, dan kun je dat doen. Maar of je iets met ze zult bereiken, dat betwijfel ik ten zeerste. Volgens mij zou een algemeen concilie over dit gebeuren het beste middel zijn. Maar hoe roep je het bij elkaar zolang deze drie aanwezig zijn?
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk, hij doet zijn mond open; luister dus naar wat hij naar voren gaat brengen. Hij, (de prior) zegt: geliefde vriend, waar je ook vandaan mag komen, ik zeg je eerlijk dat ik dat allemaal letterlijk voor mezelf heb gedaan. En waarom deed ik dat? Omdat ik met mijn goede kennis van de principes van de rooms-katholieke kerk maar al te goed inzag waar het in hun christelijke theorieën eigenlijk om ging, namelijk om niets anders dan enkel om de wereldheerschappij. En om die te bereiken moet men zich aanzien en door aanzien schatten en rijkdommen kunnen verschaffen. Maar hoe het zuivere christendom er daarbij uitziet, daarover, dat weet je zelf wel, heeft men zich in de Kerk van Rome nog nooit bekommerd.
Hoofdstuk 73: Een vraag aan de prior van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Ik zeg: geef dus een wenk en laat je oproep luid klinken. Onze monnik doet dat en een hele menigte komt reeds van alle kanten toegelopen. En kijk, hoe enkelen hun handen in elkaar slaan omdat ze de toren niet meer zien. Van alle kanten wordt gevraagd: in hemelsnaam, wat is hier gebeurd? Welke booswicht heeft dit gedaan? Onze betere monnik antwoordt met luide stem: luister broeders, ik zeg jullie, vraag daar niet naar, want de drie machtigen staan nog in ons midden. De middelste, die wij ellendig genoeg in de toren wilden opsluiten, heeft deze nauwelijks met één vinger aangeraakt en in een oogwenk was de toren vernietigd. Wij weten echter dat de macht van satan dat nooit klaar krijgt; wees daarom verstandig, opdat ons geen groter onheil mag treffen.
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Ik moet je daar nog bij zeggen dat ik vaak, als ik heimelijk wat verder nadacht over het pausdom, heel sterk moest denken aan de god uit het boek Daniël, 'Mausim', aan wie men goud, zilver en edelstenen offerde en die geen liefde voor vrouwen kende. Maar wat baatte mij al mijn overdenken? Ik was nu eenmaal als een stomme os in het juk gespannen; wie kon mij losmaken? Maar dat is wel zeker, dat de voorste ossen aan de wagen minder te trekken hebben dan die welke meer naar achter voor de wagen zijn gespannen. Ik was blij dat ik dat inzag. Daarom probeerde ik meer vooraan in een juk gespannen te worden, om zodoende meer een parade-os dan een trek-os te zijn. Had ik dan anders moeten handelen?
Hoofdstuk 73: Een vraag aan de prior van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Nu zeg ik: goed, beste vriend, je hebt op mijn korte vraag heel uitvoerig geantwoord. Daarom zal ik jou en jullie allemaal nu wat zeggen. Gaan jullie je daaraan houden, dan kunnen jullie de weg naar het ware eeuwige leven opgaan; zo niet, dan ligt voor jullie, net op de plaats waar de toren verdwenen is, de weg naar de eeuwige dood reeds open!
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Petrus zegt: je bent een leugenaar; hoe kan Christus je van buitenaf gestuurd hebben, aangezien Hij toch alleen hier in de hemel woont en zit aan de rechterhand van de Vader? Als je door Hem gestuurd was, dan moest je hier vanuit de hemel zijn uitgezonden. Maar jij komt van buiten en hebt een onbekende stem. Dus ben je een leugenaar en een bedrieger en een heel grove zondaar tegen de Heilige Geest. Daarom, schiet op naar beneden de hel in, met al de anderen die bij je zijn!
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Ik zeg tot hem: luister, als je mij op mijn vraag die vergezeld wordt door dc ware liefde van de Heer, dergelijke antwoorden geeft en mij zelfs niet al je hemelse machten bedreigt, dan ben ik wel zo vrij om zonder jouw toestemming met mijn gezellen in jouw hemel binnen te dringen en me ervan te overtuigen of al je hemelse machten werkelijk in staat zijn, jouw bedreigingen tegen mij uit te voeren.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Hoor nu, op deze uitspraak van mij begint Petrus te jammeren en stelt Michaël tegenover ons op. Maar hijzelf rent terug en roept al zijn hemelse machten tegelijk te hulp. Maar wij geven Michaël een duwtje en kijk, ook hij rent weg, Petrus achterna en de trap is vrij. Laten wij dus maar direct naar boven gaan. Jullie zullen je er zelfs van overtuigen dat Petrus en Michaël met al de andere hemelse machten zich uit louter hemelse bescheiden politiek mooi op de achtergrond van de hemel zullen begeven.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Onze primus zegt: beste vriend, waar je ook vandaan komt, deze vraag te beantwoorden zal van mijn kant wel wat moeilijk zijn want eerlijk gezegd, de gronden waarop ik hierheen ben gebracht, ken ik evenmin als het middelpunt van de aarde. Want ik moet eerlijk toegeven dat ik tijdens mijn lichamelijk leven de onsterfelijkheid van de ziel na de dood en nog veel meer zaken helemaal heb laten vallen. Maar wanneer men het geestelijk leven na de dood laat vallen, dan blijft er op aarde toch niets anders over dan te leven naar het oud Romeinse gezegde: Ede, bibe, lude; post mortem nulla voluptas! (8. Eet, drink en speel, want na de dood bestaat er geen plezier meer.) Zo heb ik op aarde ook geleefd om te eten, te drinken en juist omwille van het eten en drinken, alle wereldse beuzelarijen mee te maken.
Hoofdstuk 73: Een vraag aan de prior van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856  ...