Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 843 van 1112

...  831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856  ...
[18] Vraag: heeft deze grote overdaad aan naastenliefde dit arme gezin nu gebaat of geschaad? Ik denk dat men hier niet veel woorden nodig heeft, maar slechts alle luxe in ogenschouw hoeft te nemen om haarfijn te kunnen beoordelen welk voordeel dit gezin voor het eeuwige leven door de aan haar verleende overmaat aan naastenliefde, heeft ontvangen. Hieruit wordt echter duidelijk dat men zich met de naastenliefde evenals met de eigenliefde moet beperken door zich aan de juiste maatstaf van de rechtvaardige goddelijke ordening te houden.
Hoofdstuk 103: Twaalfde zaal - twaalfde gebod. De naastenliefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Maar laten we bij dit nu gelukkige gezin eens zo'n jaar later gaan kijken; we zullen dan bij hen evengoed alle luxe ontdekken die men altijd in de huizen van de rijken kan vinden. Deze familie wordt bovendien ook hardvochtiger en zij zal zich nu in het geheim proberen te wreken op al degenen die tijdens de vroegere armoede niet naar haar hebben omgekeken. Het 'God zij dank' zal verdwijnen en equipage, bedienden in livrei en dergelijke komen er voor in de plaats.
Hoofdstuk 103: Twaalfde zaal - twaalfde gebod. De naastenliefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De naaste liefhebben als zichzelf wil dus zeggen: zijn naaste in de goddelijke ordening liefhebben, dus volgens de rechtvaardige maatstaf die door God oorspronkelijk aan ieder mens werd toebedeeld. Voor degene die dat nog niet grondig kan begrijpen, zal ik er nog een paar voorbeelden aan toevoegen waaruit hij duidelijk kan opmaken welke gevolgen zowel de ene als de andere overdrijving met zich meebrengt.
Hoofdstuk 103: Twaalfde zaal - twaalfde gebod. De naastenliefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Meestal zijn de gebieders die over de volkeren heersen, zowel de huidige als die van alle tijden, vruchten van zo'n buitensporige naastenliefde. Hoezo? Een willekeurig volk had iemand uit zijn midden vanwege zijn uitzonderlijke talenten, boven de gerechtvaardigde maatstaf lief, maakte hem tot heerser over hen allen en moest het zich later laten welgevallen door hem of door zijn nakomelingen voor deze ondeugd gevoelig te worden gestraft.
Hoofdstuk 103: Twaalfde zaal - twaalfde gebod. De naastenliefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Laten we aannemen dat er in een of ander dorp een miljonair woont. Zal hij het dorp gelukkig maken of zal hij het in het ongeluk storten? We zullen zien. De miljonair ziet dat de openbare geldmarkt wankelt; wat doet hij? Hij verkoopt zijn obligaties en koopt vervolgens onroerend goed, in de vorm van landgoederen. De dorpsheer, waarvan hij vroeger slechts een onderdaan was, bevindt zich zoals gewoonlijk in grote geldnood. Onze miljonair wordt gevraagd, aan de dorpsheer een kapitaal te lenen. Hij doet dat tegen een hoge rente met als garantie de hypotheek van de dorpsheer zelf. Zijn buren, de andere dorpsbewoners, hebben ook geld nodig. Hij leent het hun zonder bezwaren na inschrijving in het hypotheekregister. Zo gaat het jarenlang door. De dorpsheer wordt steeds minder vermogend en de buren in het dorp minder welvarend. Wat gebeurt er? Onze miljonair pakt eerst de dorpsheer aan en, omdat hij geen rode cent meer bezit, moet hij zich op genade of ongenade overgeven, krijgt hoogstens uit louter grootmoedigheid wat reisgeld en onze miljonair wordt eigenaar van de heerlijkheid en tevens heer over de bij hem in de schuld staande buren. Omdat zij niet in staat zijn om hem kapitaal noch rente te betalen, worden hun bezittingen getaxeerd en verbeurd verklaard.
Hoofdstuk 103: Twaalfde zaal - twaalfde gebod. De naastenliefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Als we teruggaan naar de oergeschiedenis van de volkeren, dan zullen we zien dat ieder volk oorspronkelijk een zuiver theocratische grondwet had, hetgeen betekent dat zij geen andere heer dan alleen God boven zich hadden. Eerst mettertijd, toen hier en daar volkeren ontevreden werden over de zeer vrije en meest liberale regering van God, omdat het hun daarbij te goed ging, begonnen zij elkaar buitensporig lief te hebben. En gewoonlijk viel een of andere persoon vanwege zijn bijzondere talenten aan de algemene liefde ten prooi. Men wilde hem als leidsman hebben. Maar het bleef niet bij leidsman, want de leidsman moest wetten uitvaardigen, de wetten moesten gesanctioneerd worden en zo groeide er uit de leidsman een heer, een gebieder, een patriarch en vervolgens een vorst, een koning en een keizer.
Hoofdstuk 103: Twaalfde zaal - twaalfde gebod. De naastenliefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De wetgetrouwe farizeeër prijst zichzelf op de weg, maar de tollenaar vindt de hele weg bijzonder moeilijk, want hij is nooit in staat om het doel daarvan te overzien. Hij verdeemoedigt zich voor de Heer in zijn hart, hij erkent zijn zwakte en onvermogen om de weg precies te volgen. In plaats daarvan sluit hij God de Heer in zijn hart en maakt zo een reuzensprong over de hele moeilijke weg en bereikt daarmee zijn doel!
Hoofdstuk 102: Hoe men God boven alles liefheeft - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Maar hier onder jullie bevinden zich dwazen en wel vele honderdduizenden die de weg veel hoger aanslaan dan de Heer. En als ze al bij de Heer zijn, dan keren ze weer om en verwijderen zich van Hem, om maar vooral op de ellendige weg te zijn! Zulke mensen beleven meer vreugde aan knechtschap, slavernij en aan een hard juk dan aan de Heer, die ieder mens vrij maakt. Zijn juk ,is bijzonder zacht en Zijn last is licht. Zacht is het juk, opdat het op de levensweg niet moge drukken op de schouders van de liefde voor de Heer, en heel licht de last, die de enige wet van de liefde is! Laten we nog een voorbeeld bekijken.
Hoofdstuk 102: Hoe men God boven alles liefheeft - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Maar ik zeg: wordt door de gegeven wet niet duidelijk aangetoond hoe de mens zich met zijn begeerte met betrekking tot wereldse dingen heeft te gedragen? In de wet worden dus alle dingen uitgebeeld en daarnaast wordt voor de liefde van de mens de juiste beperking gegeven, volgens welke ieder mens zich ten opzichte van wereldse dingen heeft te gedragen.
Hoofdstuk 102: Hoe men God boven alles liefheeft - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Wanneer nu iemand God boven de wet uit liefheeft, dan heeft hij Hem zeker ook boven alle wereldse dingen uit lief, omdat, zoals gezegd, juist door de wet wordt aangegeven hoe men wereldse dingen moet gebruiken en hoe men zich ten opzichte daarvan volgens de goddelijke ordening dient te gedragen. Met een korte aanvulling aan de hand van een vergelijkbare situatie zal de hele zaak zonneklaar worden.
Hoofdstuk 102: Hoe men God boven alles liefheeft - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Om echter door en door te ervaren en te begrijpen hoe men God boven de wet uit moet liefhebben, moet men weten dat de wet op zich niets anders is dan een saaie weg naar de eigenlijke liefde van God.
Hoofdstuk 102: Hoe men God boven alles liefheeft - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Ja, mijn geliefde zoon, jouw hart heeft het mijne voor jou geopend; de wet is slechts een proef. Want, mijn zoon, de liefde bevindt zich niet in de wet, omdat degene die alleen de wet onderhoudt, dit doet uit eigenliefde om zo met zijn daadkracht mijn liefde en mijn heerlijkheid te verdienen. Wie zo de wet onderhoudt, is nog ver van mijn liefde verwijderd, want zijn liefde gaat niet naar mij uit maar naar de beloning.
Hoofdstuk 101: Waaruit bestaat de liefde tot God? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Maar wat volgt hieruit? Niets anders dan dat de Heer het naleven van het gebod op zich geheel onderaan plaatst. Waarom? Een kleine gelijkenis uit jouw eigen sfeer en uit de sfeer van ieder mens die ooit op aarde heeft geleefd, zal jou het antwoord geven.
Hoofdstuk 101: Waaruit bestaat de liefde tot God? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Goed, maar ik vraag: wisten de farizeeërs die zich daaraan ergerden, dat de zoon van de timmerman Heer van de sabbat is? Jij bent van mening dat ze dit aan Zijn wonderwerken hadden moeten zien. Maar dan zeg ik: voor dit volk waren wonderwerken niet toereikend om de volkomen goddelijkheid in Christus te erkennen, want wonderwerken hebben alle profeten te allen tijde verricht; de echte en ook af en toe de valse. Men kan dus niet vooropstellen dat de wonderen van Christus de farizeeërs van Zijn goddelijkheid en heerlijkheid hadden moeten overtuigen.
Hoofdstuk 101: Waaruit bestaat de liefde tot God? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Zeg jij me nu eens, beste vriend, of dat niet een duidelijke berisping van de Heer is over het zo ijverig en nauwgezet naleven van de wet en daarentegen een buitengewone loftuiting aan de persoon die zich in zekere zin om die hele wet niet bekommert, maar slechts door haar handelwijze laat blijken:
Hoofdstuk 101: Waaruit bestaat de liefde tot God? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856  ...