Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 844 van 1088

...  832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857  ...
[4] Dat ik me tijdens mijn geestelijke ambtsuitoefening juist ambtshalve het minst met Christus heb kunnen bezighouden, daarvan zal het hoe en waarom je toch wel bekend rijn. Want werd ik als kloosteroverste naar een hogere geestelijke instantie of bij een bisschop en zelfs een keer naar Rome geroepen, dan was er tijdens zo'n samenkomst nooit sprake van Christus, maar enkel van de inkomsten van het klooster, hoe het vermogen van de kerk wordt beheerd en hoe ik het moest aanleggen voor het geval dat het klooster te weinig inkomsten had om de kerkelijke renten te verhogen! En toen ik zelfs eens naar Rome werd geroepen en bij mezelf dacht, ik zal daar over Christus wat meer licht ontvangen, was daar toch geen sprake van. Ik werd slechts haarfijn uitgevraagd hoe het met de kerkelijke renten stond en of er nog geen aanzienlijke schenkingen waren verkregen en voor het geval er enkele verkregen waren, wat dan met het schenkingskapitaal was gebeurd.
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Wanneer jullie deze drie geloofsartikelen volkomen in jezelf hebben opgenomen, dan pas wordt jullie de weg naar het eeuwige leven getoond. Van de aarde hebben jullie geen andere werken meegebracht dan bedrieglijke. Deze zijn hier voor jullie allemaal zichtbaar geworden. Ze hebben geen bestaansgrond. Daarom zullen ze ook heel spoedig voor jullie ogen verdwijnen en als een eendagsvlieg vergaan zodra jullie eigen innerlijke nacht jullie zal overvallen. Maar daarom heb ik jullie nu in naam van de Heer een nieuw zaad gegeven. Plant het in jullie hart opdat het een vruchtdragende plant mag worden. Deze vrucht zal voor jullie pas een levende versterking worden. Haar geest zal jullie liefde doen ontvlammen en deze vlam zal voor jullie de nieuwe weg verlichten die naar het eeuwig leven leidt.
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Zie nu, al de paradijsmonniken beginnen op hun borst te slaan en roepen: wat een afgrond onder ons, wat een diepte boven ons! Heer, wees ons grote zondaars genadig! Sluit de afgrond af en bedek de diepte boven ons want we zijn zelfs het kleinste vonkje van Uw genade niet waard! Vernietig ons, want we zijn waard te worden vernietigd; laat ons toch niet in leven, opdat we niet door U verdoemd zouden kunnen worden! Kijk, zo keren deze wat makkelijker in zichzelf dan de vorigen. Wij laten ze nu in deze stemming en begeven ons naar de kloosterhemel. Daar zullen jullie dan letterlijk gewaarworden dat het `medium tenere beati' (Gelukkig hij die het juiste midden aanhoudt.) hier reëel is want de hemel zal hier erger zijn dan de zielenslaap.
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie vragen nu wel: geliefde broeder en vriend, waar is die hemel dan? Ik zeg jullie, we hoeven helemaal niet ver te gaan om hem te zien. Kijk eens daar voor ons, dat imposante paleis en daar in het midden, bovenaan een trap, een klein poortje dat precies in het midden van het paleis is aangebracht. Dat is de ingang van de hemel, want jullie moeten weten dat de hemel en het paradijs niet ver van elkaar af liggen. Jullie vragen of Petrus en Michaël hier ook zijn. Zij zullen niet ontbreken, maar zij bevinden zich niet voor, maar achter de deur. We zullen hier niet met geweld in de hemel binnendringen, maar zullen als we aankloppen Petrus en Michaël meteen gewaarworden. Laten we dus naar het poortje gaan en daar kloppen, opdat we in de hemel worden binnengelaten.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De pseudo-Petrus zegt: luister, jij afschuwelijke duivel, je bent geen antwoord waard en als je niet ogenblikkelijk deze plaats verlaat, dan roep ik meteen alle hemelse machten bij elkaar en wel het eerst de heiligen. Wil je voor hen nog niet wijken, dan roep ik alle engelen en ga je je tegen hen verzetten, dan roep ik de allerzaligste maagd Maria en de heilige jozef en zou je voor hen ook nog niet op de vlucht slaan, dan roep ik de heilige drie-eenheid zelf! Treuzel daarom niet en ga liever goedschiks naar beneden naar je vervloekte hel. Want als je het erop aan laat komen dat al de hemelse machten op je af komen, dan word je met gloeiende ketenen vastgebonden en samen met je handlangers onder duizendvoudige pijnen neergeworpen in de onderste van alle hellen waar je in duizendvoudig grotere pijnen eeuwig zult branden, koken en braden!
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Dan komt er iemand naar hem toe die zegt: luister vriend, jouw termijn van honderd jaar is veel te kort, want ik vermoed dat ik na wat dieper te hebben nagedacht, de uitzonderlijke diepgang van jouw stelling, wel nog als door een sluier, vermoedelijk heb doorzien; daarom denk ik dat een dergelijke diepzinnigheid pas over duizend jaar begrepen zal kunnen worden.
Hoofdstuk 80: Verdere uitleg over de bedrieglijke komedie. Het geestelijke leven wordt op oneindig veel verschillende manieren begeleid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk nu maar eens naar ons hemelse podium. De wolken worden donker, terwijl de lichte, grote ronde opening op de achtergrond met de nu eveneens duister wordende `drie-eenheid' steeds nauwer wordt. Zoals jullie spoedig zullen zien, zal er van deze hele lichtopening nauwelijks nog een piepklein gaatje overblijven. Let nu goed op alles wat er tevoorschijn zal komen.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Omdat de hemelse manier van werken er niet op gericht is kwaad met kwaad te vergelden, maar om degenen die ons te gronde willen richten slechts goed te doen en degenen die ons vervloeken te zegenen, kwamen wij hen ook niet met een soortgelijk vuur tegemoet, maar met een `liefdevuur', dat naar verhouding even groot was als hun tegen ons gerichte 'toornvuur'. Dat wil dan zeggen, waarachtige, gloeiende kolen stapelen op het hoofd van onze tegenstander. Dat zullen zij ook weldra inzien wanneer het `levende water', dat door ons over hen wordt uitgestort, hen voldoende zal overtuigen.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Nu zijn ze ook rijp om gewilliger dan eerst het geval was naar mijn woorden te luisteren. Daarom wil ik dan ook meteen de volgende vraag stellen aan de man die het meest op de voorgrond staat, de voormalige `valse Petrus', en zeg dus: kijk, jij zogenaamde Petrus, wij zijn er nog, want al jouw hemelse machten en krachten konden niets tegen ons uitrichten, zoals jij evenals jouw hele gezelschap duidelijk kunt zien. Zeg mij dus, voor wie houd je me nu? Ben ik van beneden of ben ik toch `van boven'?
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Kijk nu, we zijn er reeds en de hemel van een niet al te grote omvang ligt voor onze ogen open, zoals hij volgens de verkeerde inzichten van deze hemelbewoners voorhanden is. Wat zeggen jullie van deze hemel? Naar ik zie, halen jullie je schouders op en zeggen: nee, moet dat een hemel voorstellen?! Dan hadden we de eerdere paradijstuin veel eerder voor een hemel aangezien dan deze zeer opschepperige, theatrale rommelmarkt van decorstukken. Werkelijk, zo dom hadden we ons deze hemelbewoners toch niet voorgesteld. Hadden ze desnoods de Sint Pieterskerk van Rome tot hemel omgetoverd, dan was dat bij een zekere graad van blindheid nog te vergeven. Maar deze echt plompe en ordinaire voorstelling zou op aarde nauwelijks de eer hebben de goedkeuring van allerdomste boerenkinderen af te dwingen en zou dus door een iets beter soort mensen van ganser harte worden uitgefloten.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] O mijn lieve vrienden en broeders, dat moet jullie helemaal niet beangstigen, want hier in het rijk van de geesten beleven wij, dienaren van de Heer, vaak heel andere gevechten dan dit, waarvan jullie nog nauwelijks het eerste begin zien. Wacht eerst eens tot deze helden meer naar voren komen voorzien van allerlei wapens; dan zullen jullie pas het reusachtige van deze theaterhelden zien. Jullie zien nu ook onze vroegere kleine Abrahamstafel op dezelfde manier vergroot. Zo zullen jullie ook zien, hoe zich hier spoedig, zonder zich om ons te bekommeren, enkele reusachtige bedienden zullen vertonen en deze tafel gaan dekken met evenredig reusachtige vruchten. Al gauw daarna gaan zulke zelfde reuzengasten aan tafel zitten en jullie zullen meesterstukken van veelvraat zien, doordat jullie dan in de letterlijke zin van het woord en de betekenis waarachtige wereldeters voor je zult zien. Maar stel je voor vandaag tevreden met wat jullie tot nu toe hebben gezien. De volgende keer volgt pas de hoofdkomedie en dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 76: Het opblazen van de bedrieglijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de tafeldekkers zijn er al en zij zijn allemaal even groot als onze eerste toneelheld. Kijk hoe vier tafeldekkers over de niet bepaald sierlijke tafel van Abraham een tafellaken uitspreiden, dat groot genoeg lijkt te zijn om jullie hele planetensysteem inclusief jullie zon, als onbeduidende appels in te wikkelen en naar de markt te brengen. Nu wordt er fruit op tafel gezet, dat bestaat uit de jullie naar de vorm welbekende soorten van de aarde zoals peren, appels, pruimen en dergelijke. Ook wordt er een soort brood bij gelegd en bij elk stuk, dat bestemd is voor één persoon, wordt ook een beker geplaatst, die ogenschijnlijk ongeveer het drievoudige van de hoeveelheid water van de aardse zeeën kan bevatten. Jullie vragen hoe zoiets in hemelsnaam mogelijk is.
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk nu eens: de gasten die van alle kanten komen, gaan aan tafel zitten, grijpen met hun buitensporige reuzenhanden naar de kolossale vruchten en brengen die naar hun huiveringwekkende mond, die naar het lijkt groot genoeg is om bijna een aarde, als was het een aardbei, te verwerken. Jullie verbazen je erover hoe het mogelijk is, dat jullie dit fantastische drogfenomeen in zijn ontzettende omvang met jullie ogen met het grootste gemak kunnen overzien. Dat komt ten eerste omdat deze ogenschijnlijke grootte helemaal geen grootte is, maar enkel bedrog. Wij bevinden ons echter door de Heer in het helderste licht; daardoor kan zich voor ons ook niets zo bedrieglijk groot vertonen, dat wij het niet in al zijn valse facetten in één oogopslag kunnen overzien. Ten tweede heeft dat ook nog een andere reden en wel, dat voor deze geesten onze gestalten in gelijke mate vergroot en even waarheidsgetrouw zichtbaar zijn als hun grote, bedrieglijke verschijningsvorm. Dat is dus op deze manier te begrijpen.
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Let nu maar eens op het ons reeds bekende theatrale droghemel-podium. Kijk hoe nu een menigte geharnaste reuzenkrijgers van achter de wolken tevoorschijn komt en hoe de aanvoerder voorop loopt met een kruisbeeld, dat even kolossaal is als de aanvoerder die het draagt. Let nu ook nog op een ander verschijnsel, want kijk, zo dadelijk zal de reuzenchristus vanaf het kruis tegen ons beginnen te spreken. Luister, hij spreekt al en zegt tegen ons: weg uit de hemel met jullie vervloekten, want jullie hebben de Heilige Geest van mijn alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk altijd tegengewerkt en jullie waren voor mij steeds boven alles gehate ketters. Daarom, weg met jullie naar de uiterste duisternis, want voor jullie is hier in de hemel geen plaats en ik heb jullie nooit gekend! Dwing me niet om geweld te gebruiken, want als ik dat moet doen wordt de onderste hel jullie deel. Al hebben jullie voorheen mijn apostel Petrus dan niet geloofd, jullie zullen mij toch wel geloven wanneer ik vanaf het kruis tot jullie spreek!
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Nu zeg ik: welnu, deze taal bevalt me beter dan de vorige. Wees daarom gekleed en volg ons naar het `paradijs' waar verscheidene van jullie broeders reeds wachten op een gelijksoortige `verlossing'! Kijk nu, de naakten zijn plotseling met lichtgrijze linnen gewaden gekleed, en daar we deze plek nu verlaten komen zij, voor het eerst God oprecht lovend en prijzend, achter ons aan. Jullie zeggen: deze linnen gewaden zien eruit als echt stevige, van tijk gemaakte militaire jassen en de hele stoet lijkt op een armzalig militair transport.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857  ...