Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 844 van 1037

...  832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857  ...
[11] De Heer zegt: Mijn lieve zoon, broeder en vriend, kijk naar de stad en naar de rivier: die verbeelden brood en wijn; zoals Ik in de stad thuis ben in wat Mij oerwezenlijk kenmerkt, zo ben Ik ook in jouw brood en wijn. Kijk, daarom is er nog een probleempje met dat dragen en heb je de betekenis van de vraag niet begrepen, want op deze manier heb je Mij niet gedragen en daarom moet je het hoe, wanneer en waar ergens anders zoeken.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De prior zegt: o Heer, ik kan mij dit 'misschien' herinneren en wacht nu met groot en zalig verlangen naar de onthulling ervan. Wat betreft het dragen door mij van Uw allerheiligste wezen op aarde, daaronder kan zeker niets anders worden verstaan dan dat ik U in de vorm van brood en wijn in mijn handen droeg. Het lijkt me dat de drie aanduidingen hoe, wanneer en waar, duidelijk zichtbaar zijn. Anders zou ik over dat dragen van U echt niets waardevols naar voren weten te brengen.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] De prior zegt: o heilige, liefdevolste Vader, nu gaat me een licht op! Aangezien U op aarde vooral zo liefdevol en vertrouwelijk naar de kleinen en onbelangrijken bent gegaan, zult U misschien ook hier dáár Uw woning hebben waar op gindse heuvels die kleine, schattige huisjes ons zo gastvrij toelachen. Omdat deze huisjes echter allemaal volkomen op elkaar lijken, is het voor mij moeilijk om uit de vele precies het juiste aan te wijzen en het eerste het beste nemen lijkt me tegenover U, o Heer, wat onachtzaam en onwaardig.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Wel heeft de Heer aan ieder fundamenteel oerleven ten gevolge van Zijn oneindige liefde en ontferming een volkomen overeenstemmend doel gesteld, en dit doel is nu juist geen oordeel, maar slechts een verzamelplaats waar iedere geest zijn verstrooide leven en de uitwerking daarvan volledig moet terugvinden. Dat doel kan zowel de hel als de hemel zijn, en het is dus de voornaamste taak van onze bekende engelgeesten in het middenrijk, de geesten in hun volle vrijheid naar het ene of andere doel te leiden.
Hoofdstuk 121: Ieder leven heeft vanuit de liefde van de Heer bepaalde wegen te gaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Van daaruit gaan deze leraren met hun leerlingen nog niet rechtstreeks naar de hemel, maar zij begeven zich in de geestelijke sfeer van de planeet Mercurius, waar reeds hogere leraren aanwezig zijn. Van Mercurius gaan ze dan naar Venus en dan voor een grotere verdeemoediging van Venus naar Mars. Voor degenen die zich op Mars nog niet de juiste graad van verdeemoediging hebben eigen gemaakt, wordt er dan nog een kort uitstapje langs de vier door jullie zo genoemde kleine planeten gemaakt. (Planetoïden, de voornaamste (Ceres, Pallas, Juno en Vesta) in de zgn. planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter) Zij die zich op Mars al een hoge graad van deemoed hebben eigen gemaakt, worden dadelijk in de hogere sfeer van Jupiter geplaatst. Eerst vanuit Jupiter gaat men over naar de buitengewoon heerlijke Saturnus, van daaruit naar Uranus en tenslotte naar de jullie reeds bekende laatste planeet met de naam Miron (Neptunus), maar vanzelfsprekend, overal alleen maar in de geestelijke sfeer van deze planeten.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] O nee, zeg ik, alleen de mensen die hier zeer natuurlijk en louter zinnelijk waren, doorlopen deze weg onder leiding van de ons bekende geesten. Deze mensen moeten langs de wel wat moeizamere wetenschappelijke weg naar de liefde en wijsheid van de Heer worden geleid, en wel omdat de natuurlijke zinnelijkheid van de mens een gevolg is van het opnemen van een werking die men bij de mens de planetaire noemt.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Als ze daarmee klaar zijn, gaan zij naar de zon, waarop ze eveneens eerst al diezelfde planetaire eigenschappen tot op de bodem moeten ondervinden. Eerst na het beëindigen van zo'n school worden ze dan de geringste oppassers van de kleine kinderen.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Nu kennen jullie de gehele gang van zaken en de uiteindelijke bestemming van de kindergeesten-engelen en dus ook de geestelijke inrichting van de zon. En dus is ook mijn leraarsambt voor jullie ten einde. Keren jullie daarom weer terug naar de plaats waar de Heer Zelf op jullie wacht!
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] De Heer: nu zijn jullie weer hier. Zouden jullie Mij niet in je gemoed willen mededelen wat jullie bij Mijn Johannes allemaal hebben gezien, ervaren en dus hebben geleerd? Jullie staan nu wel vol achting voor Mij en zeggen bij jezelf: wat moeten wij U, o Heer, vertellen, U, voor wie onze gedachten al bekend waren nog voor wij ze gedacht hadden, ja nog eerder dan een zon de stralen uit de wijde oneindigheid naar zich toe trok om deze dan weer met veelvoudig verhoogde kracht te laten uitstralen?
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Want niemand zal ooit in een hemel komen die er zal uitzien zoals hij hem, op welke manier dan ook beschreven, met zijn voorstellingsvermogen in zijn geheugen heeft opgenomen. Iedereen draagt zijn eigen hemel en zijn eigen geestenwereld in zich, waarvan de vorm zich altijd zal richten naar de aard van de liefde die in hem is en naar de werken die daaruit zijn voortgekomen.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Iemand wil graag aan een vreemdeling de vorm van een appelboom duidelijk herkenbaar beschrijven en zegt tegen hem: kijk, daar voor ons staat een appelboom; onthoud goed hoe hoog en dik de stam is, waar zijn takken en twijgen zich precies bevinden en hoe de bladeren en de schors eruitzien, en dan zul je elke appelboom die volkomen aan deze vorm beantwoordt, herkennen. Aldus onderwezen, tekent de vreemdeling de vorm van de boom nauwkeurig na en gaat daarmee naar een grote boomgaard die bijna geheel uit appelbomen bestaat. Hij vergelijkt alle bomen met zijn getekende voorbeeld, maar vindt er niet één die er volkomen op lijkt, en daarom staat er volgens hem in deze boomgaard geen appelboom.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Kijk eens naar jullie tijd, lijkt ze niet op de zaaier en op het hemelrijk?
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Al zou Ik alle engelen van de hemel naar de aarde zenden en door hen het woord des levens overal op de meest wonderbaarlijke wijze laten verkondigen, dan zullen de mensen het vandaag, morgen en overmorgen ontroerd aanhoren en aannemen, maar naderhand zullen zij beginnen het wonder geheel onverschillig te beschouwen en zullen daarbij als voorheen weer achter hun wereldse zaken aanhollen.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Niemand wil echter serieus de wegen bewandelen die hem rechtstreeks naar de plek zouden voeren waar hij met Mijzelf in contact zou komen om uit Mijn mond een levende leer te ontvangen, die hem dan tot goede aarde zou kunnen omvormen.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Kijk eens naar een boom. Zijn wezen, zoals het zich voordoet, schetst jullie het hele wezen van de geestenwereld in zijn relatie tot de natuurlijke wereld in de overeenstemmende verschijningsvorm.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857  ...