Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 846 van 1088

...  834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859  ...
[7] De ander zegt: ja, broeder, dat is een buitengewoon verschrikkelijke tekst, die op ons ook volkomen van toepassing is. Ik moet jou bovendien nog bekennen dat ik mij nu ook zeker niet te goed voel voor de hel. Als de Heer werkelijk niet barmhartiger zal zijn dan wij het op aarde meestal waren, dan zou deze tekst wel eens op een vreselijke manier kunnen worden toegepast. Want de Heer heeft gezegd: `Wees barmhartig en gij zult barmhartigheid ondervinden!' Maar daar zit hem nu juist de kneep, want met onze barmhartigheid op aarde was het maar droevig gesteld. Als ik bedenk hoe gemakkelijk en triomfantelijk wij vanaf de preekstoel vaak hele volkeren naar de hel hebben verdoemd, dan begin ik zelf echt heel bang te worden, en mijn eerdere aan jou gerichte troostvolle woorden beginnen nu voor mijzelf een holle klank te krijgen.
Hoofdstuk 82: Aankomst van de nieuwgewonnen zielen in de 'paradijstuin'. Hun schuldbekentenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Een derde zegt: vrienden en broeders, ik begrijp jullie volkomen; we zijn verloren! Ik vind dat we gezamenlijk rechtstreeks naar de hoofdbode, die daar in het midden staat, moeten gaan en hem om niets anders dan een niet al te hete hel vragen, zodat we hem de vreselijke rechterlijke uitspraak kunnen besparen, en vooral rekening te houden met het feit dat wij op aarde toch meestal door het kerkelijk gezag gedwongen werden zo en niet anders te handelen. We hebben immers de kerkelijke voorschriften uitgevoerd, of ze nu wel of niet goed waren. Ik denk dan ook dat het voor ons op aarde toch ook nauwelijks mogelijk was om anders te handelen, ook al hebben wij dan bewust Gods woorden genegeerd en daardoor niet God maar de mammon gediend.
Hoofdstuk 82: Aankomst van de nieuwgewonnen zielen in de 'paradijstuin'. Hun schuldbekentenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Omdat jij, zoals ik zie, evenals jouw hele gezelschap dit begrijpt en inziet, moet ik je er nu op attent maken dat je mij het eigenlijke antwoord met betrekking tot de teksten in de Schrift over de zondevergeving nog schuldig bent. We kunnen geen stap verder komen voordat deze kwestie uitvoerig en volledig is uitgepraat. Begin dus nu met de beantwoording en begin met de in de Schrift voorkomende stelling over ontbinden en binden, bij Mattheus 18:18 en gelijkluidend bij Johannes 20:23. Als je daarmee klaar bent, gaan we pas over naar Jacobus. Dus, spreek nu maar!
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Nu zeg ik: zie je, ik wist wel dat het hierop uit zou draaien. Jij wilde naar de aarde gaan om jouw kerk op het goede pad te brengen. Zeg eens, hoe had je dat willen aanpakken als het jou aan het allernoodzakelijkste en meest wezenlijke voor zo'n onderneming ontbreekt?
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] En in de gelijkenis van de verloren zoon verwijst de Heer toch naar het belangrijkste middel om vergeving van zonden te verkrijgen, namelijk een ware liefdadige, deemoedige en liefdevolle ommekeer tot God, de allerbeste en allerliefdevolste Vader van alle mensen! - Begrijp je dat? Je bevestigt het; dan zullen we nu naar Jacobus gaan.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Dat kon het heidendom niet gebruiken, daarom maakte het liever een `zonderegister'. En omdat er tegen de mozaïsche wet te weinig werd gezondigd, werden er eigenmachtig nog wat moeilijk te onderhouden wetten bij gemaakt. Behalve het zonderegister en het zeer omvangrijke wetboek stelde men de zondevergevende `biecht' in en leidde door deze biecht de mensheid naar allerlei winstgevende boetewerken. Hierdoor heeft het alleenzaligmakende pontificaat zich toen met behulp van nog andere winstgevende godsdienstige ceremoniën opgewerkt tot een werelds aanzien, waarvoor alle koningen beefden!
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk, dat is de belangrijke vraag die jullie nog moeten beantwoorden. Ik geef jullie daar eveneens bedenktijd voor. Kunnen jullie iets naar voren brengen dat hier in het rijk van de naakte waarheid en volledige betrouwbaarheid aanvaard kan worden, dan is dat billijk en goed. Kunnen jullie dat echter niet, dan dragen jullie hetgeen jullie zal oordelen al in je. Geloof me, noch de Heer noch ik zal jullie oordelen, maar het woord dat de Heer heeft gesp roken, zal jullie oordelen, omdat jullie handelwijze, zoals je uit mijn verklaring duidelijk hebt kunnen opmaken, steeds lijnrecht tegen dat woord inging. Vandaar dat het ook op geen enkel punt vóór, maar juist tegen jullie moet zijn.
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Nu zeg ik: luister vriend en broeder, als je het woord van God zo opvat, dan is het geen wonder dat je hier de wanhoop nabij bent. Zeg eens, bestaat er wel een grotere dwaasheid dan het volgende. Stel je eens twee elkaar vijandig gezinde mensen voor, dus twee mensen die wederzijds een misstap hebben begaan of schulden hebben, maar bij ieder van hen begon mettertijd deze kwalijke toestand het geweten te belasten. Om zich echter van deze lastige toestand te bevrijden, ging ieder van hen naar een andere persoon om aan hem zijn schuld te bekennen, opdat deze buitenstaander, die toch helemaal niets met hun wederzijdse strubbelingen te maken had, zijn schuld zou vereffenen. Zeg eens, als zo'n vreemde persoon, die de hele schuld totaal niet aangaat, een dergelijke schuldvereffening op zich neemt, wat is hij dan? Is hij dan niet een grove bedrieger? Innerlijk ben je het met me eens. Goed, maar het zal je nog duidelijker worden.
Hoofdstuk 83: Het eeuwige Woord van God als rechterstoel van Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Hoe was het toch in godsnaam mogelijk dat deze verschrikkelijke onzin zo (liep en onuitroeibaar wortel heeft kunnen schieten? O vriend, ik wil voor mijn dwaasheid graag in de hel boeten, maar laat me eerst slechts een jaar of drie met een onsterfelijk lichaam naar de aarde gaan. Ik zal daar voor de kerk een licht ontsteken dat voor haar dwaasheid heel wat gevaarlijker zal zijn dan een stuk witgloeiend ijzer voor een druppel water. Want ik weet maar al te goed, hoe ontzettend hardnekkig het hogepriesterschap van deze kerk met dit alleronzinnigste bedrog doordraaft en ik zie ook in, dat zij deze dwaasheid nooit langs een gewone natuurlijke weg zal laten varen. Daarom zou ik, zoals gezegd, graag met een onsterfelijk en onverwoestbaar lichaam naar beneden willen gaan om aan deze en nog heel wat andere, niet minder belangrijke dwaasheden van deze kerk een eind te maken.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[22] Zie je, dat is dan de volledige, betekenisvolle uitleg van de teksten over de zondevergeving. Deze teksten worden gelijkluidend en helder, heel in het kort uitgelegd in het meest verheven gebed van de Heer, waarin onherroepelijk geschreven staat: `Vergeef ons onze schuld zoals ook wij vergeven onze schuldenaren. ' Er staat niet zoiets als: vergeef ons onze schuld naar de mate van onze boetewerken, zoals dc biecht, de penitentie, de communie en zoals de biechtvader ons van onze zonden heeft vrijgesproken. Ook op een andere plaats wordt van een algemene vergeving van zonden gesproken, waar staat: `Wees barmhartig en u zult barmhartigheid ondervinden', wat weer niet betekent: biecht, dan zullen jullie zonden worden kwijtgescholden.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] De Heer zendt Zijn boden om te verlossen, maar eeuwig nooit om te verdoemen. Houd je daarom niet meer bezig met dwaasheden maar laat jouw liefde voor de Heer sterk ontvlammen, ga met zo'n liefde naar je broeders en leid hen allemaal uit hun gevangenissen naar hier. Dan pas zul je ondervinden hoe de Heer Zijn kinderen oordeelt.
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Geloof me, ook in de hel is de Heer puur liefde en daarin bevindt zich niet één slechte geest die niet het recht zou hebben om, als hij maar wil, als een verloren zoon naar de Vader terug te keren! Als dit nu absoluut zeker en betrouwbaar zo is, dan zul je uit jouw liefde voor de Heer ook wel kunnen opmaken dat Zijn almacht jou niet voor de hel heeft geschapen. Daarom, ga nu en doe wat ik je gezegd heb zodat je spoedig verlost zult worden!
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de prior vertrekt om diegenen die wij voorheen aan de overzijde van de kloof hebben achtergelaten, op te halen. Jullie vragen nu of er al een of andere brug over deze kloof is gebouwd, waarover de zielenslapers zich naar ons toe kunnen begeven. Ik zeg jullie: er is in dit opzicht tot nu toe nog niets gebeurd omdat na ons vertrek onze zielenslapers medelijden begonnen te krijgen met zichzelf, hetgeen echter op een mens, in verband met zijn geestelijke leven, een uiterst slechte uitwerking heeft.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Bij zelfbeklag rechtvaardigt een mens zich, schuift alle schuld van zich af en stelt zich dus op als een onschuldige, die tegelijkertijd ook nog alle erbarming verdient. Daar dit, zoals gezegd, nu juist bij onze zielenslapers het geval is, kan er ook nog geen brug zijn waarover zij naar ons toe zouden kunnen komen. Dit dient echter ook als een flinke beproeving voor onze prior en we zullen wel zien wat de netelige situatie waarin deze broederschap van zielenslapers verkeert, voor uitwerking op hem zal hebben.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wanneer nu juist deze functie zowel voor de biechtvader als voor de biechteling werkelijk zo nadelig is voor het eeuwige leven van de geest, dan kan men zich toch naar eer en geweten afvragen waarom de rechtvaardigste, liefdevolle, hoogst wijze, almachtige Heer en God van hemel en aarde zo'n gruwel in Zijn wijngaard duldt?
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859  ...