Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 847 van 1166

...  835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860  ...
[14] Daal daarom vandaag nog af, en verkondig het aan Mijn broeders!
Hoofdstuk 218: De vreemde spreker maakt zich als de hogepriester Henoch bekend. Lamechs vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Toon mij allereerst de stenen plaat waarop de allerheiligste naam van onze God is opgetekend, onze allerheiligste liefdevolste Vader, opdat ik, Zijn hogepriester, Hem mijn hart kan opdragen!'
Hoofdstuk 218: De vreemde spreker maakt zich als de hogepriester Henoch bekend. Lamechs vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] 'O grote vriend van de almachtige God, kom nu, kom in mijn onreine huis, waarin nog heel veel te reinigen valt, en heilig op onze zo onwaardige plaats het allerheiligste, dat nu vol genade in mijn onreine huis woont!'
Hoofdstuk 218: De vreemde spreker maakt zich als de hogepriester Henoch bekend. Lamechs vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Machtige vriend van de allerhoogste God, zie, daar in het midden is de troon; en op de glanzende tafel die daar op rust is op onze manier de naam opgetekend, welke mijn tong nooit waardig zal zijn uit te spreken!'
Hoofdstuk 219: De verering van de heilige naam op de plaat in Lamechs troonzaal. Henochs woorden over de liefde als de enig ware verering van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Maar één ding heb je, geliefde bruid, voor mij; daar verlangt mijn leven naar! En dat ene is - je liefde!
Hoofdstuk 219: De verering van de heilige naam op de plaat in Lamechs troonzaal. Henochs woorden over de liefde als de enig ware verering van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Is het niet zo, mijn broeders? - Jullie zeggen: `Ja, dat is eeuwig waar!'
Hoofdstuk 219: De verering van de heilige naam op de plaat in Lamechs troonzaal. Henochs woorden over de liefde als de enig ware verering van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] 'Ik ben een nieuwe bode van de Heer uit de hoogte; mijn naam is Henoch, en ik ben de enige hogepriester van God.
Hoofdstuk 221: Het maal in Lamechs eetzaal. De aankondiging van de voltooiing van de tempel. De afrekening van de bouwmeester. Henochs toespraak tot de werkmeesters - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Wees jij daarom, Thubalkaïn, mijn lieve broeder in de geest!
Hoofdstuk 222: Thubalkaïns overdreven eerbetoon aan Henoch. Henochs woorden over de ware verering en over het huwelijk tussen bloedverwanten. De gewijde nacht op de gereinigde berg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] 'Broeders! Luister, zo luidt de wil van de Vader: `Vanavond als jullie je samen met verschillende broeders uit de laagte hebben verzadigd, moeten jullie hen zegenen in Mijn naam en hen dan de nodige rust laten nemen!
Hoofdstuk 222: Thubalkaïns overdreven eerbetoon aan Henoch. Henochs woorden over de ware verering en over het huwelijk tussen bloedverwanten. De gewijde nacht op de gereinigde berg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Maar jullie moeten je samen met Lamech op de berg begeven die Kisehel in Mijn naam gereinigd heeft en daar waken tot aan de morgen!
Hoofdstuk 222: Thubalkaïns overdreven eerbetoon aan Henoch. Henochs woorden over de ware verering en over het huwelijk tussen bloedverwanten. De gewijde nacht op de gereinigde berg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Mijn naam Jehova zal werkelijk wonen in het huis.
Hoofdstuk 223: De hevige wind en de vlammenzee tijdens de morgen. De stem van de Heer boven de kring van vlammen. De zonsopgang en de nieuwe gast van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Maar wanneer de vlam van de grote liefde iemand naar Mij toe zal drijven, dan moet je voor diegene de poort naar Mijn huis opendoen; zo zal het altijd geschieden!
Hoofdstuk 223: De hevige wind en de vlammenzee tijdens de morgen. De stem van de Heer boven de kring van vlammen. De zonsopgang en de nieuwe gast van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Gloeiend van liefde snelde Henoch naar de Vader en zei in zijn hart: 'O meer dan goede, meer dan heilige, allerliefdevolste Vader, wat een bovenmatig geluk hebt U mijn hart bereid! Ik, een zwak mens van deze aarde, mag U begeleiden?!
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] O Vader, eeuwige, allerzuiverste en almachtige liefde, laat mij die nog niet in staat is tot dergelijk allerhoogst hemels genot, hier toch niet zo onuitsprekelijk gelukzalig zijn, want mijn hart verdraagt die liefdesbrand bijna niet meer!
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Maar wat zeg ik toch allemaal in mijn vervoering?!
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860  ...