Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 848 van 1088

...  836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861  ...
[12] Broeders, laten we ons voor het hoofd slaan en eens spontaan zeggen: o Heer, dat allemaal is alleen onze grootste schuld, waardoor we, o heilige Liefde, eeuwig Uw schuldenaars zullen blijven! - Broeders, ik ben ervan overtuigd dat, wanneer jullie dit levendig in jezelf zullen ervaren zoals ik het nu duidelijk ervaar, jullie zeker in een andere situatie terecht zullen komen en wel via een brug waarvan wij allen tot nu toe geen vermoeden hadden.
Hoofdstuk 89: Het levendige gebed van de prior en de uitwerking ervan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] O broeders, zeg dit oprecht in jezelf en zeg ten slotte nog: o Vader, wat wij hebben gevraagd, hebben we uit eigen wil gevraagd, daarom smeken wij U om U met Uw erbarming vooral niet naar onze wil te richten, want alleen Uw wil is heilig en daarom geschiede ook alleen maar Uw allerheiligste wil!
Hoofdstuk 89: Het levendige gebed van de prior en de uitwerking ervan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Kijk, deze woorden van de prior hebben onze zielenslapers helemaal tot andere gedachten gebracht; daarom trekken ze ook hun kleren uit en staan nu naakt voor ons, Maar kijk nu ook naar de deur van de teller: daar komt zojuist een heel eenvoudige man naar binnen. Weten jullie wie deze man is? lullig kunnen het wel weten; het is Degene tot wie de prior zich heeft gewend. Nu zal zich ook pas de algemene hoofdscène gaan afspelen. Daarom kunnen jullie hier werkelijk nog buitengewoon grote dingen verwachten.
Hoofdstuk 89: Het levendige gebed van de prior en de uitwerking ervan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de eenvoudige man gaat naar onze prior toe. Als deze hem ziet gaat hij hem, zoals jullie zien tegemoet en richt zich al spoedig met de volgende woorden tot hem: vriend en broeder, wees duizendmaal gegroet en van ganser harte welkom! Je bent nog wel een vreemde voor mij, want ik kan me niet herinneren jou ooit in mijn gemeenschap te hebben gezien. Op aarde had ik echter reeds veel mensenkennis, waarvan ik, al is het maar een klein deel, vanzelfsprekend slechts door de allerhoogste onverdiende genade en erbarming van de Heer, mee hiernaartoe heb gebracht. Daarom zie ik dat jij een man met een zeer edele inborst moet zijn. Ik zal je dan ook dadelijk vertellen wat ik op het hart heb.
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] De prior zegt: o, lieve vriend en broeder, dat heb ik al geprobeerd, maar dat grimmige vuur daar beneden verwoest meteen alles wat men er overheen legt. Kijk maar eens naar beneden; het is om wanhopig van te worden als men ziet hoe die huiveringwekkende vlammenzee daar tekeer gaat.
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Kijk eens hier, er is een goede, lieve broeder naar ons toe gekomen. Nog weet ik niet vanwaar en wie hij is, maar liet is wel zeker dat de allerbarm hartigste Heer Jezus Christus hem heeft gezonden om mij bij jullie redding te helpen, want dat maak ik uit zijn grote bereidwilligheid op.
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Dus, mijn lieve vriend en broeder, geef jij je ook helemaal over aan de Heer en wees ervan verzekerd dat Hij je niet minder zal voorzien van alles wat je nodig hebt en dat Hij dat zeker veel eerder en onuitsprekelijk beter zal doen dan de rijkste aardse vader dat kan bij de verzorging van zijn kinderen.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Zoals jullie zien hebben onze geliefden elkaar ook weer losgelaten en de eenvoudige man zegt nu tegen de prior: mijn lieve vriend en broeder, kijk eens, het lijkt mij dat tijdens ons gesprek en onze broederlijke en liefdevolle omarming de hele kloof is verdwenen. Ik denk dat het nu niet meer moeilijk zal zijn om de arme broeders op te halen. Daarom gaan we naar hen toe om het hun te zeggen.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] De eenvoudige man zegt: lieve broeder, laat dat maar achterwege, want als het erop aan zou komen, zou ik jou met al jouw medebroeders eerder kunnen dragen zo ver je maar wilt, dan dat jij mij ook maar naar die tafel kunt dragen. Maar dat je mij in jouw hart draagt, o broeder, dat is mij heel wat liever dan dat je mij zou willen dragen en misschien ook op handen gedragen hebt. Je vraagt me nu, wat ik met dat `misschien' bedoel. Ik zeg je echter: bekommer je daar nu niet meer om; te zijner tijd zal je alles wel duidelijk worden. Laten we daarom naar de tafel gaan zodat onze naakte broeders daar hun juiste kledij kunnen nemen.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Kijk, nu gaan allen naar de tafel en zoals jullie zien, zijn alle arme broeders ook reeds zonder de hulp van een kamerdienaar gekleed. Hun gewaad ziet er weliswaar nog niet echt hemels uit, maar het is een gewaad van gerechtigheid en het komt overeen met hun liefde voor de Heer. - Wat er verder gebeurt zal het vervolg ons leren.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Om zich daarvan zelf te overtuigen gaat de prior ook kijken. Als hij echter in de kloof heeft gekeken, heft hij zijn armen omhoog en roept de andere broeders toe: o broeders, kom dichter bij de kloof en overtuig jezelf ervan, hoe oneindig genadig en barmhartig de Heer is! Er zijn nauwelijks nog enkele vonkjes in de diepte te zien. Werp je neer en dank onze enige Heer! Hij alleen heeft dit huiveringwekkende vuur verstikt. Verstikken jullie nu deze vonkjes met tranen van berouw en betuig Hem, de heilige almachtige Helper in iedere nood, de grootst mogelijk dank. Wees er volkomen van overtuigd en verzekerd dat de goede, heilige, liefdevolle Vader, die ons tot zover heeft geholpen, ons zeker ook nog verder zal helpen.
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Op een andere plaats zegt de Heer echter ook: als gij niet wordt als deze kinderen, zult gij het rijk Gods niet binnengaan. Hoe en waarom dan? Omdat de kinderen werkelijk de geringsten en kleinsten zijn, doordat ze al hun zorgen aan hun enige vader overgeven. Heb jij ooit een kind gezien dat zorgelijk tegen zijn rijke ouders zei: wat zullen we eten en drinken en waarin zullen we ons kleden? Kijk, dergelijke zorgen zijn de kinderen vreemd. Als zij honger of dorst hebben, lopen ze naar hun vader en vragen hem brood en iets te drinken en hun vader geeft het hun. Ze vragen hem zelfs nooit om kleren. Wanneer ze het koud hebben, merkt hun vader dat best en geeft hun niet alleen warme, maar ook mooie en nette kleren, omdat ze zijn lieve kinderen zijn.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Nu gaan beide naar de naakte zielenslapers. Deze komen overeind en kijken met verbazing en ogen vol dankbaarheid en blijdschap naar de plaats, waar zich eerst de huiveringwekkende kloof bevond. De eenvoudige man zegt tegen hen: kijk, de kloof is er niet meer, volg ons dus gerust. Maar de naakten zeggen: o lieve vriend en verheven broeder, wij zijn naakt en durven ons zo nauwelijks naar het lichtere gedeelte van onze vroegere refter te begeven. De eenvoudige man zegt tegen hen: `Maak je geen zorgen over de kleding, want Hij die zich over jullie heeft ontfermd en deze kloof heeft laten verdwijnen, heeft ook reeds voor de juiste kleding gezorgd. Kijk, daar in het midden van dit vertrek bij de tafel zullen jullie vinden wat je nodig hebt. Kom daarom en volg ons!'
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] De eenvoudige man vraagt aan onze prior wat er nu met de geredde en zojuist aangeklede broeders moet gebeuren, en de prior antwoordt: lieve vriend en broeder, de opdracht die de verheven bode van de Heer mij gegeven heeft luidt, allen naar buiten te brengen in de tuin, waar zich voorheen ons schijn- en klooster-'paradijs' bevond. Daar zullen ze dan zeker van de bode verdere instructies krijgen over de weg die ze van daaruit moeten inslaan. Dat staat hun nog te wachten en ik moet er zorg voor dragen, dat zij voor dat doel in de tuin komen.
Hoofdstuk 92: Drie beproevingen om de dienstvaardigheid van de liefde te toetsen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] De eenvoudige man zegt: ja mijn lieve vriend en broeder, alles goed en wel, maar één ding moet je niet vergeten, namelijk dat de hemelbode jou heeft opgedragen om deze opgave op te lossen. Wanneer Ik nu met jou mee naar hem toe ga en de bode ziet dat niet jij maar Ik jouw opdracht heb uitgevoerd, zeg eens, ben je er dan vooraf van verzekerd dat hij tevreden over jou zal zijn? Als je Mij kunt verzekeren dat Ik jou geen schade berokken als Ik met je mee ga, dan wil Ik graag doen wat je verlangt. Maar schaden wil Ik je in geen geval, ja, jou zeker niet tegenover de hemelbode in verlegenheid brengen. Hoe denk je hierover?
Hoofdstuk 92: Drie beproevingen om de dienstvaardigheid van de liefde te toetsen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861  ...