Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 848 van 1037

...  836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861  ...
[3] Ik zeg je, dan zou geen mens meer veilig zijn voor de ander! Want ten eerste zijn er geesten, die er zich in hun innerlijke fantasieën of scheppingen hoofdzakelijk mee bezig houden, en er een merkwaardig genot in vinden, alles wat bestaat te vernietigen. Sommigen zouden steeds maar mensen op allerlei manieren willen doden, weer anderen zouden alle bergen willen vernielen. Weer anderen een gat graven door de aarde en het zo ver mogelijk opvullen met springstof, om daardoor zo mogelijk de hele aarde uit elkaar te laten springen. Weer anderen zouden al het water van de aarde willen laten verdwijnen, anderen weer de hele aarde verdrinken, nog anderen de hele aarde verbranden of de maan met een lus aan de aarde vastbinden en hem naar beneden trekken!
Hoofdstuk 22: Hiërarchische ordening ook nodig onder de mensen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Maar nu in de tweede plaats, de kwestie van de door jou veronderstelde eeuwige verdoemenis, die na de dood ten deel zal vallen aan de door slechte regeerders verdorven, en dus buiten hun eigen schuld slecht geworden mensen! Hier moet Ik, die toch alle omstandigheden in de geestenwereld precies ken, je eerlijk bekennen dat Ik dergelijke voorvallen nog nooit ben tegengekomen. In de hele eeuwigheid kan er waarlijk ook niet één geval aangewezen worden, waar ook maar één geest door God zou zijn verdoemd! Maar Ik kan je talloze gevallen tonen waar geesten alleen tengevolge van hun volledige vrijheid de Godheid verafschuwen en vervloeken, en voor geen prijs van haar eindeloze liefde afhankelijk zouden willen zijn, omdat ze naar hun dunken zelf heersers zijn, zelfs over de Godheid!
Hoofdstuk 24: Troostrijk antwoord op Roberts sombere twijfel. De slechtheid van de vrije mens bestraft zichzelf. Leerzame ervaringen uit de geschiedenis - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Wat heb je zelf nu nog overgehouden van al je puur aardse streven naar gelukzaligheid? Zie, kruit en lood hebben een absoluut einde gemaakt aan al je inspanningen. Of je het hebt verdiend of niet, laten we buiten beschouwing. Want Ik heb hetzelfde lot moeten dragen, alleen met dit verschil: Ik, voor God en geest; jij echter, voor de wereld en haar vermeende materiële gelukzaligheid. Ik voor het eeuwige, en jij voor het tijdelijke welzijn van de mensen.
Hoofdstuk 25: Zin en doel van de aardse levensschool. Tijdelijke of eeuwige gelukzaligheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Evenals Ik, kun jij nu ook zeggen: 'Heer, vergeef hun! Want wat ze deden, dat deden ze in het blinde geloof iets goeds te doen!' Maar wat heb jij nu voor de eeuwigheid meegebracht naar hier? Zie, vriend, dat is een heel andere vraag! Zal de voor jou voorbije wereld wel in staat zijn jou iets te geven? Denk daar nu eens over na en zeg Mij hoe je het nu hier zult aanpakken?'
Hoofdstuk 25: Zin en doel van de aardse levensschool. Tijdelijke of eeuwige gelukzaligheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Als er toch een of andere liefdevolle Godheid zou bestaan, dan leert de duizenden jaren oude ervaring ons, dat deze Godheid de mensen, als zij hen naar de aarde stuurt, naar de zogenaamde vrijheidsschool, hun absoluut niets anders meegeeft dan slechts het naakte, onbegrepen en daarmee ook allerdomste leven. Dus absoluut niets brengt de mens mee op deze ellendige wereld! Van alle aardse schatten behoort hem niets toe, omdat hij ze aan het eind van zijn leven toch weer voor eeuwig moet achterlaten.
Hoofdstuk 26: Ik geef het leven terug aan Hem, van wie ik het kreeg. Bestaat er een God van liefde die Zijn schepselen zo hardvochtig behandelt? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg verder: 'Als een volk echter onder goede regeerders en in vreedzame, gezegende jaren te traag en dientengevolge volkomen zinnelijk ingesteld raakt, en aan niets anders meer denkt dan hoe het op aarde voor zijn stoffelijk lichaam een hemel zou kunnen scheppen, zie, zoiets mag een Godheid die voor het zuiver geestelijk welzijn van ieder mens boven alles bezorgd is, nooit dulden. En wel, omdat een aardse hemel van lichamelijke genotzucht naar Gods eeuwige oerorde steeds de dood van de geest in zich draagt. Precies zoals als een kind, dat al vanaf de wieg in de grootste weelde leeft, maar heel weinig ontvankelijk zal zijn voor iedere geestelijke ontwikkeling, zo zou het ook zijn met een volk dat het in materieel opzicht te goed zou gaan.
Hoofdstuk 25: Zin en doel van de aardse levensschool. Tijdelijke of eeuwige gelukzaligheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ga in de paleizen van de rijken en doe navraag naar de ware vorming en je zult meestal vaststellen, dat de kosten daar zelden gevormd zijn volgens Gods bedoelingen. Ga dan echter in de hut van een arme landman en je zult hem aantreffen temidden van de zijnen, terwijl hij het karige brood zegent. Hij bidt vanuit zijn geest en voedt zijn kinderen daardoor geestelijk op en verheft hen tot God. De god van de rijke echter is enkel zijn lichaam, dat hij met alle denkbare genot eer aandoet. En zo voedt hij ook zijn kinderen op, alleen omwille van het lichaam. Zo'n opvoeding kan God echter onmogelijk bevallen, omdat daardoor het heilige doel, waarvoor God de mens heeft geschapen, nooit kan worden bereikt.
Hoofdstuk 25: Zin en doel van de aardse levensschool. Tijdelijke of eeuwige gelukzaligheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Luister, beste vriend! Met jou zullen we nog heel wat te stellen hebben voor je tot heldere geestelijke inzichten komt. Je hangt nog veel te veel aan de materie en aan de daaruit voortvloeiende verschijnselen. Daardoor beoordeel je ook alles naar de materie, die gericht en dus vergankelijk is en kun je het zuiver goddelijk-geestelijke niet bevatten.
Hoofdstuk 27: Opheldering over de opvoeding van de mens tot zelfstandigheid. Ogenschijnlijk harde opvoedingsschool. Hoogste Goddelijke liefdewijsheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Geloof je dan, dat God je zal gebieden om of naar de hel te gaan of in de hemel binnen te gaan? 0, met zulke ideeën hoef je je niet bezig te houden. In dat opzicht ben je volkomen vrij; wat je eigen liefde wil, dat zul je ook krijgen! God kan je ook voor een groot deel behulpzaam zijn, maar alleen als jij het wilt. Wil je echter zulke hulp niet, dan zal God je er ook niet mee nalopen. En wel daarom niet, omdat jij een vrij en van God geheel onafhankelijk leven hebt, dat vrij kan beslissen wat het zelf wil en derhalve ook voor zijn levensvoeding en consolidatie moet zorgen, helemaal onafhankelijk van God, anders zou het waarlijk geen vrij leven zijn!
Hoofdstuk 27: Opheldering over de opvoeding van de mens tot zelfstandigheid. Ogenschijnlijk harde opvoedingsschool. Hoogste Goddelijke liefdewijsheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Maar ook deze pijn is nochtans geen hardheid, maar slechts de zuiverste liefde van God. Want zou de Godheid daarbij niet een beetje geweld gebruiken, wat trouwens nooit aangenaam kan zijn, dan zou de geest volkomen in het gericht overgaan en dus in de smartelijkste eeuwige dood, die de eigenlijke hel is. Maar om de geest daarvan zo mogelijk te redden, is de Godheid gedwongen een kleine machtsgreep aan te wenden. Zeg eens, verdient zij daarvoor weer gesmaad en zelfs verloochend te worden? Helaas zijn er nu maar al te veel geesten die over God niets meer willen horen zo gauw ze hun vrijheid hebben verkregen. Maar God laat het toch nooit na ze op de beste wegen naar het juiste en meest volmaakte doel te leiden.
Hoofdstuk 28: Ook de dood van het lichaam een hulpmiddel van Gods liefde. Van het stervensleed in de oude en in de huidige tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Wat kan dan de eeuwige liefde anders doen dan zeggen: 'Ga weg van Mij, jullie die je geheel van Mij hebt afgezonderd, en ga naar een andere school tot behoud, die bestemd is om mensen zoals jullie zo mogelijk weer opnieuw vrij te maken! Het is een vuur des oordeels van de wereld, dat jullie van haar moet losmaken, omdat het anders met jullie gedaan is!'
Hoofdstuk 28: Ook de dood van het lichaam een hulpmiddel van Gods liefde. Van het stervensleed in de oude en in de huidige tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Want kijk, er staat: 'Ga weg van Mij, jullie vervloekten!' Bijgevolg zijn degenen reeds vervloekt, voor wie het gebod bestemd is. Want anders zou er moeten staan: 'Omdat jullie tegen Mij altijd onverbeterlijk hebben gezondigd, vervloek Ik, als God, jullie nu naar de hel in het eeuwige folterende vuur!'
Hoofdstuk 29: Ware betekenis van de tekst: 'ga weg van mij, jullie vervloekten!' Iedere kwaadwillige geest vervloekt zichzelf. Zonde tegen de heilige geest - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Daarom, beminnelijke vriend, daar jij in alle ernst met de Godheid veel meer vertrouwd schijnt te zijn dan ik, moet je ook maar eens daadwerkelijk naar voren komen met het waar en hoe van deze Godheid!
Hoofdstuk 31: Roberts blijmoedige instemming. Volgende kernvraag: hoe is de ware Godheid gevormd? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Ik voor mij heb er overigens niet de minste moeite mee, jou, mijn allerbeste vriend, zo lang voor een God te houden, totdat ik ergens een andere vind! Zou zich echter eeuwig geen andere God laten zien, dan blijf jij mijn enige God en Heer, ook voor eeuwig! Want als er één onder ons is, dan ben jij dat beslist! Want bij mij is ondanks al mijn Hegelse wijsheid niet het minste spoor van een Godheid te ontdekken. Maar naar een bewijs waarom ik dit graag geloof en aanneem, moet je mij niet vragen, want dan zou ik je het antwoord weer schuldig blijven.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] Een dwaas en een ezel is hij, die zich zijn leven lang bezighoudt met denken en vorsen. Want daardoor wordt zijn geluk niet groter, noch in de materiële wereld, noch, en zelfs veel minder, in deze onstoffelijke, nevelige wereld. Het maakt hem integendeel alleen maar ongelukkiger hoe meer hij naar licht en waarheid dorst maar daarbij steeds meer tot het inzicht komt, dat de ergens aanwezige Godheid nergens een verkwikkende bron heeft geschapen om die dorst te lessen.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861  ...