17481 resultaten - Pagina 849 van 1166
... 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 ...
[9] Zoveel weet ik wel uit mijn waarneming en voorts uit de weloverwogen woorden van Kisehel, dat deze jonge man uitermate wijs en waarlijk vreselijk machtig is in woord en wil, en dat hij volgens de duidelijke woorden van Kisehel ook de allerhoogste heer op de hoogte is, aan wie zelfs de hogepriester Henoch ondergeschikt is, dus beslist ook een koning!Hoofdstuk 227: Het maal in de eetzaal. Lamech wordt tot priester van zijn volk benoemd. Henochs woorden over het priesterdom en het koningschap. Het verzuimde tafelgebed. De heilige Vader maakt Zich aan Lamech bekend - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Hij stond abrupt op en zei: 'O mijn geliefde vrienden en broeders! Het is ontzettend! Juist op deze dag, waarop wij reeds zo vele onuitsprekelijke weldaden van God hebben ontvangen en ook nog de grote, grote genade over ons uitgegoten zal worden, dat de Heer, de grote, almachtige God, in Zijn allerheiligste naam in onze gebouwde tempel Zijn intrek zal nemen, hebben wij allen vergeten, Hem, de heilige Gever van alle goede gaven, eerst op passende wijze te loven voordat wij ook maar het kleinste brokje in onze mond durfden te nemen!
Hoofdstuk 227: Het maal in de eetzaal. Lamech wordt tot priester van zijn volk benoemd. Henochs woorden over het priesterdom en het koningschap. Het verzuimde tafelgebed. De heilige Vader maakt Zich aan Lamech bekend - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Als je dan echter tot het kind zou zeggen: `Luister, mijn geliefde kind! Het was toch maar een heel kleine, onwillekeurige vergissing; maak er geen probleem van! Kom maar hier, en heb mij lief; want ik heb immers niet gelet op je vermeende fout!', -
Hoofdstuk 227: Het maal in de eetzaal. Lamech wordt tot priester van zijn volk benoemd. Henochs woorden over het priesterdom en het koningschap. Het verzuimde tafelgebed. De heilige Vader maakt Zich aan Lamech bekend - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Luister allen, Mijn kindertjes! Ik ben de enige, heilige almachtige God en Schepper van alle dingen en wezens in de hemel en op aarde! Buiten Mij bestaat er geen andere God en de hele oneindigheid en alle eeuwigheden zijn volkomen vervuld van de macht van Mijn liefde, wijsheid, erbarmen en genade; en zodoende ben Ik sinds eeuwigheden een volkomen Heer over alles, omdat alles vanuit Mij is en noodzakelijk aan Mijn oneindige macht onderworpen is!
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Want hoe kan dat ook anders zijn, omdat alles wat er is, er slechts is vanuit Mijn wil en daaruit bestaat en daaraan ook nooit kan ontkomen?! Want als het mogelijk was, dat er iets aan Mijn macht kan ontkomen, dan zou het daardoor ook noodzakelijkerwijze aan zijn bestaan moeten ontkomen, omdat er in alle oneindigheid eeuwig niets kan bestaan dan enkel door en in Mijn wil, die de enige grondvoorwaarde is van al het zijnde en eeuwig de oneindige ruimte overal volkomen vervult!
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Ik bezit dat eeuwig en oneindig; daarom hen Ik ook als enige Heer! Maar desondanks moeten jullie je voor Mij niet in het stof wentelen en jullie lichaam en de omhulling daarvan bevuilen voor niets en nog eens niets; want Ik heb jullie immers geen rechtopstaand lichaam gegeven, om dat ten overstaan van Mij net zo te gebruiken als de wormen, maar alleen om voor Mij, jullie Vader altijd rechtop te lopen als vrije mensen, als Mijn kinderen en onder elkaar louter als broeders en zusters.
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Daarom moeten jullie nu ook uit Mijn mond horen, dat Ik in het geheel geen welgevallen heb aan de een of andere dienst van het lichaam! Want jullie hebben je lichaam niet ontvangen om Mij daarmee op de een of andere manier te dienen; want het lichaam is immers alleen aan jullie gegeven om jullie te dienen op de juiste tijd en in redelijke, goedgeordende mate ter versterking van je geest, omdat die jullie eigenlijke wezen is.
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] De ware verering bestaat daaruit, dat jullie allen zonder ophouden Mijn wil doen, die jullie drievoudig is geopenbaard, namelijk in de orde van de natuur der dingen, voorts door jullie eigen geestelijke hart, dat de zuivere liefde is en vervolgens door Mijn boden, wat nu door Mijzelf wordt bevestigd.
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Dat is dus Mijn wil en dat is het enige wat voor Mij geldt; al het andere is ijdel en dwaas.
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Want ik van mijn kant zie het als volgt: Ten opzichte van Uw eindeloze goedheid en erbarming kan de mens toch onmogelijk ooit teveel doen!
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Maar op sommige momenten, als hij te zeer van Uw liefde en genade wordt doordrongen, wanneer berouw, liefde en vreugdetranen uit zijn ogen stromen, wanneer hij U, o heilige Vader, duizend en duizend keren met zijn vurigste liefde zou willen omarmen, dan, meen ik nu vanuit het diepst van mijn hart, kan een mens niet anders dan ook met zijn lichaam zulke bewegingen maken die geheel overeenkomen met die van zijn geest!
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Hoe komt het dan, dat je nu net zo spreekt als een met Mijn geest gezalfde priester van de hoogte?!'
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] En Lamech antwoordde vol eerbied: 'O Heer, ik spreek zoals mijn hart en mijn liefde tot U het mij nu ingeven!'
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Laat de liefde jullie aller licht en - enige wegwijzer zijn in Mijn naam,
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Als U, o heilige Vader, het goedvindt, dan zou ik U daar in naam van de gehele laagte om willen vragen, maar U ook plechtig mijn voortdurend uiterste trouw voor altijd en eeuwig beloven!'
Hoofdstuk 230: Lamechs dwaze behoefte aan wetten. De verklaring van de Heer over het gericht in de wet en de vrijheid in de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)