17481 resultaten - Pagina 850 van 1166
... 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 ...
[15] Waarlijk, Ik zeg jullie allen: Eerder wil Ik de hele schepping vernietigen dan Mijn kinderen met wetten binden en daardoor ophouden hun Vader te zijn en ze daardoor tot een eeuwige dood veroordelen!Hoofdstuk 230: Lamechs dwaze behoefte aan wetten. De verklaring van de Heer over het gericht in de wet en de vrijheid in de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Daarom geef Ik jullie nu ook geen wet, maar zeg als Vader alleen tegen je, dat jullie Mij boven alles moeten liefhebben en elkaar zoals ieder zichzelf liefheeft! Dat is Mijn wil; maar doe al het andere vanuit de wijsheid die jullie in Mijn liefde ten deel valt, dan zullen jullie leven zoals het Mij het meest welgevallig is!
Hoofdstuk 230: Lamechs dwaze behoefte aan wetten. De verklaring van de Heer over het gericht in de wet en de vrijheid in de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Onthoud dat en handel ernaar, dan zullen jullie altijd Mijn liefde hebben, en Mijn grote vaderhuis zal eeuwig niet voor jullie gesloten worden! Amen!'
Hoofdstuk 230: Lamechs dwaze behoefte aan wetten. De verklaring van de Heer over het gericht in de wet en de vrijheid in de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Wees dus maar stil, stil mijn domme tong, jij hoogst ellendig stukje vlees in mijn mond! Je zou onze mensheid een mooi lot kunnen bereiden! Een God vertoornen? Om Gods wil!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] En ik, dom beest van een mens, heb het gewaagd om met Hem net als met een gewoon mens te praten en al mijn domheden voor Hem uit te stallen!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Neen, hoe langer ik nu nadenk en bovendien nog bedenk wat voor een booswicht ik was, des te ontzettender vind ik met ieder ogenblik mijn drieste dwaasheid!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] O, als Hij mij nu deze keer maar mocht sparen! Dan zou ik mijn hele leven stom willen zijn!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Wees nu ook stil, mijn hart, en wacht met grote vrees, angst en beven op de verschrikkelijke uitbarsting! - O, ik ben verloren, ben voor eeuwig verloren!'
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] 'Mijn lieve Lamech, met wat voor ellendige, alleronwaardigste gedachten over Mij verscheur jij je hart?!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Zie, alles is er nu nog; waar zou dan Mijn toom zijn?!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[32] Zij zijn echter niet enkel toom, maar Mijn liefde is allerwegen het machtigste wezen daarbij.
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[34] Daarom moet de mens ook niet aan de wereld hangen, maar zich geheel van haar losrukken, opdat hij er tenslotte niet door wordt verslonden en dus ook niet in Mijn toorn geraakt! Want de wereld is immers Mijn geketende toom; wie met de wereld is, die zal ook eeuwig door haar aan de dood gekluisterd zijn!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[35] Maar wat je bij Mij als `toom' aanzag, zie, dat is enkel Mijn goddelijke, allerlevendigste liefdesijver, die in feite Mijn erbarming is!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] En de Heer keek Lamech vol liefde vriendelijk aan en sprak tegen hem: 'Luister, jij bent nu ook een ware Lamech (de man voor Mij, ofwel de man naar Mijn hart), waarlijk, zo'n vraag heeft nog niemand Mij gesteld!
Hoofdstuk 232: Hoe de juiste liefde tot God er uitziet. De gelijkenis van de vorst en zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Maar hoe kan Ik jou, Mijn Lamech, duidelijk maken hoe je een God moet liefhebben?!
Hoofdstuk 232: Hoe de juiste liefde tot God er uitziet. De gelijkenis van de vorst en zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)