Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 850 van 1110

...  838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863  ...
[26] Toch moeten jullie nu niet denken dat dit altijd met iedereen gebeurt die zich in de schijnhemel bevindt. Dat is slechts het geval met de weinigen die, ondanks alle waanideeën die hun geleerd werden, enkel en alleen de Heer reeds gedurende hun aardse leven in hun hart boven alles hebben liefgehad.
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[27] Hoe het echter zo menig ander vergaat, zullen we, volgens de wil van de Heer, met eigen ogen aanschouwen en daarom verlaten we nu deze heilige stad en begeven ons snelreizend weer naar de rooms-katholieke, geestelijke, kerkelijke staat.
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie vragen: zullen we wel worden binnengelaten? Want als het in deze orde hier net zo toegaat als op aarde, dan zullen we niet veel bijzonders aan ervaring opdoen. Lieve vrienden en broeders, het gaat hier nog precies zo als op aarde, maar dat zal ons niet van de wijs brengen, want in dit opzicht winnen we het nog van de parasietvliegen en kan niets ons tegenhouden om zonder meer overal in de diepste geheimen onze neus te steken. En zo zullen we het hier ook doen: we sluipen onzichtbaar dit klooster binnen en snuffelen overal rond. Kom maar met me mee en maak je nergens zorgen over.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[28] Kijk, nauwelijks heb ik het uitgesproken of we staan alweer vlak bij een klooster. Jullie zeggen: lieve vriend, hoewel het ons verschrikkelijk spijt dat we zo plotseling die prachtige stad Gods moesten verlaten, zouden we, daar we ons nu alweer hier bevinden, toch willen vragen welke orde er in dit klooster thuis hoort. Geliefde vrienden en broeders, hier zullen we eerst een vrouwenklooster leren kennen en wel een van de karmelietessen. Hier zullen jullie heel levendig ervaren hoe het met zo'n klooster gesteld is. Denken jullie van tevoren echter zelf eens na over deze orde, zodat jullie dan des te gemakkelijker inzien in hoeverre deze orde de Heer welgevallig of onwelgevallig is. En zodoende laten we het hierbij voor vandaag.
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Voor deze wezens zullen we nog lang volkomen onzichtbaar blijven. Want jullie moeten weten dat engelengeesten, of deze nu uit de derde hemel zelf zijn of dat hun wil overeenstemt met die van de derde hemel, voor geesten van lagere hemelen zolang volkomen onzichtbaar blijven, totdat de geesten van de lagere hemelen zelf innerlijk het wezenlijke van de liefde tot de Heer hebben opgenomen, en wel eerst met betrekking tot het inzicht en dan tot het werken uit liefde. Daarom kunnen ook wij zonder meer dit klooster binnengaan zonder dat iemand ons zal zien. Mij niet, omdat ik een burger van de heilige stad ben en jullie niet, omdat jullie in mijn sfeer zijn en derhalve overeenstemmen met de wil van de opperste hemel, welke de wil van de Heer is.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk, we zijn reeds in de zogenaamde refter of anders gezegd, we zijn in de eetzaal. zojuist worden er enkele schalen met zogenaamde vastenkost opgediend. De spijzen staan op tafel en nu komen onze zusters binnen. Zijn ze niet nog precies zo gekleed als op aarde? Jullie zeggen: we hebben weliswaar nog nooit de gelegenheid gehad zo'n kloosterzuster van dichtbij te bekijken, maar ze zijn precies zo gekleed als wij het ons op aarde aan de hand van goede afbeeldingen hadden voorgesteld.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Kijk, nu beginnen zij met het tafelgebed. Waaruit bestaat dat eigenlijk? Zoals jullie duidelijk kunnen horen, uit een gehele rozenkrans en bovendien uit enkele daarop volgende Latijnse uitspraken uit de psalmen en van de kerkvaders, die echter door geen van deze zusters worden begrepen. Kijk, de overste gaat aan tafel zitten. De anderen maken voor haar een buiging tot aan de grond, staan dan weer op en gaan naast hun stoelen staan. De overste geeft het teken om te gaan zitten. Kijk, ze heeft een belletje naast zich waarmee ze rinkelt en dat is het teken dat de zusters nu mogen toetasten.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Kijk, onze zuster staat op, keert terstond deemoedig de overste haar wang toe en, zoals jullie zien, geeft deze haar om de duivel te verdrijven geen kinderachtige, maar een geduchte, bijna duizeligmakende oorvijg. Onze dame begint daarop bitter te huilen, dankt de overste voor deze kastijding en begeeft zich met de andere zusters vanuit de refter naar haar cel. Wat er verder gaat gebeuren, zullen we de volgende keer in ogenschouw nemen.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Maar daar vooraan zien jullie nog iemand staan. Zij mag nu niet eten maar moet voor de anderen de lijdensgeschiedenis van de Heer voorlezen. Nu hebben onze dames hun maaltijd beëindigd en de overste luidt het belletje weer. Dat betekent dat ze nu allemaal weer moeten opstaan. Ze staan op, buigen andermaal tot op de grond voor de overste en knielen dan neer. Het dankgebed wordt uitgesproken, dat bestaat weer uit een complete rozenkrans, die wordt gevolgd door honderd stille weesgegroetjes. Zijn ook deze na verloop van zo'n drie kwartier afgeraffeld, dan worden weer de Latijnse gebeden opgezegd. Zijn ze daarmee klaar, dan gaan ze naar het kruisbeeld en gaan ervoor op de grond liggen. Dan gaan ze naar de beeltenis van Maria, doen daar hetzelfde; dan naar de beeltenis van Jozef, doen weer hetzelfde; daarop naar het beeld van hun stichteres Theresia, doen nog eens hetzelfde en pas dan gaan ze naar de overste als de belichaming van Theresia en doen nogmaals hetzelfde.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Heb je nooit gehoord wat Christus eens in de tempel tegen de echtbreekster heeft gezegd toen de Farizeeën en schriftgeleerden haar bij Hem brachten, omdat zij volgens de wet van Mozes zou moeten worden gestenigd?
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ik wil daarmee niets anders zeggen, zegt de biechtvader, dan dat Christus in Zijn oordeel heel wat milder is dan Zijn priesters en schriftgeleerden. Deze hebben onze echtbreekster zonder de geringste genade en barmhartigheid zonder meer tot een openbare steniging veroordeeld; maar Christus zei tegen hen: `Wie van jullie zonder zonde is, werpe de eerste steen op haar!'
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Hebben jullie op aarde ooit gehoord dat er na de dood van het lichaam in de geestelijke wereld nog kloosters en clausuren bestaan? Voor zover ik weet hebben jullie alleen geloofd dat jullie na de lichamelijke dood ofwel tot aan het laatste oordeel in een zoete zielenslaap zouden overgaan of in het paradijs of misschien rechtstreeks in de hemel zouden komen. Maar als jullie dit ontegenzeggelijk geloofd hebben, hoe heeft dit klooster dan kunnen ontstaan?
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Kijk, nu zijn jullie met stomheid geslagen, en weten mij op mijn vraag geen antwoord te geven. Dezelfde vraag heeft deze arme zuster eerder ook aan jou, overste, gesteld. Omdat je haar evenmin als mij een antwoord wist te geven, ontstak je in hevige woede en gaf je de vragenstelster een klinkende oorvijg.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Opdat jij en al deze arme zusters mogen inzien dat ik de volle macht heb om zo te handelen, en die macht heb ik niet van Beëlzebub, die jij, overste, met wijwater heb besprenkeld, maar rechtstreeks van God, kondig ik om te beginnen aan, dat deze door mij geredde zuster, Theresia zelf is, die door mij naar jullie werd toegestuurd om jullie van je waanideeën te bevrijden. Vervolgens kondig Ik jullie aan, dat Ikzelf degene ben die door Theresia zo innig werd bemind! Willen jullie dit niet geloven, leg dan net als Thomas jullie handen op Mijn wondtekenen!
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk nu, alle zusters vallen voor de Heer op hun knieën, loven en prijzen Hem om Zijn grote liefde en erbarming en smeken Hem om genade voor hun overste. En de Heer zegt: het zij zo, maar de overste heeft nog haar vrije wil en zal die eeuwig behouden. Wil ze het klooster afbreken, dan mag ze met jullie meegaan; wil ze het behouden, dan zal Ik het haar ook geen seconde eerder afnemen dan het moment dat zij het vrijwillig aan Mij zal afstaan.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863  ...