Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 86 van 215

...  74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99  ...
[12] De mens is natuurlijk niet door zijn eigen wil, maar door die van de almachtige God in deze wereld geplaatst; maar God, als de eeuwige en zuiverste Liefde Zelf, is uiterst goed en wijs en weet, waarom Hij de mens heeft geschapen en tot beproeving en versterking van de hem gegeven vrije wil slechts voor een korte tijd in deze wereld heeft geplaatst.
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Kijk, de wijn die door de wijnstok geleidelijk aan bereid wordt, is net zo'n wonder als deze wijn, die Ik hier plotseling voor jullie heb geschapen! Ik zou de wijn en ook al het andere voortdurend kunnen scheppen zoals de wolken en de regen in de lucht en zoals Ik nu ook voor jullie de versterkende wijn heb geschapen uit de lucht, waarin alle bestanddelen die nodig zijn voor de wijn reeds aanwezig zijn, evenals alles wat vereist is voor het voortbrengen van alle andere geschapen dingen. De mens kan dat met zijn lichamelijke ogen niet zien, maar alleen de geest kan dat zien, afzonderen en verenigen, en het dan plotseling of om het menselijk verstand, de liefde en het geduld te beproeven, en ook om de werkzaamheid van de mensen op te wekken en de traagheid van de mensen geen kans te geven -stap voor stap op de jullie bekende manier tot stand brengen. Maar altijd is het een en dezelfde geest, die als enige in staat is alles op de ene of op de andere manier te bewerkstelligen, omdat hij uiteindelijk het oerbegin van alles is en ook eeuwig zal zijn; want alles wat bestaat is in de grond van de zaak alleen maar de macht, kracht, liefde, wijsheid en wil van de geest.
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Opdat de mens zich echter bewust wordt waarom hij geschapen en in deze wereld geplaatst is, heeft God hem dat in alle tijden allemaal getrouw geopenbaard en hem ook zulke levenswetten gegeven, dat hij zonder mankeren het voor hem gestelde doel moet bereiken, als hij zich aan die wetten houdt, wat heel goed mogelijk is.
Hoofdstuk 118: Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Bij deze gelegenheid zei Ik: ' Aangezien Ik deze keer* (* 'Deze keer' dient hier opgevat te worden als: 'tijdens dit aardse leven van Mij als mens') deze plaats niet meer zo lichamelijk als nu zal betreden, zullen jullie met jullie ogen in vervulling zien gaan wat er van Mij geschreven staat: 'En jullie zullen engelen tussen hemel en aarde zien opstijgen en afdalen, en zij zullen Hem dienen!"
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Eerst riep Ik in de geest Michaël, die als een heldere flits uit de zichtbare hemel naar de aarde afdaalde, zodat allen daar geweldig van schrokken. Michaël stond in al zijn majesteit voor Mij, sterker stralend dan de zon, en niemand behalve Ik kon zijn lichtglans verdragen.
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Ik zeg je: geen oog heeft ooit gezien, geen oor gehoord en geen zintuig gevoeld wat er in de hemel wacht op diegenen die God boven alles liefhebben en zich aan Zijn geboden houden!
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Rafaël zei: 'Toen wij aankwamen waren jullie op het dakterras en hadden jullie je blik op het meer gericht, toen een zeer heldere bliksem uit de hemelen naar de aarde schoot, tussen de mensen die langs de oever stonden, en jullie dachten: 'O, dat moeten wel grote zondaars in Gods ogen zijn, omdat God zelfs een bliksem uit de meest heldere hemel in een ongebruikelijke tijd van het jaar tussen hen in laat schieten!' Kijk, met die eerste bliksem, waarover jullie je geweldig verbaasden en die jullie enorm tot nadenken stemde, kwam die jongeman aan, die daar nu heel minzaam naast een zeer waardige vrouw zit. Al gauw schoot er toen een tweede bliksem uit de hemel tussen de schare van de door jullie vermeende grote zondaars, beschadigde opnieuw niemand, en jullie zeiden: 'God vermaant de zondaars!' En kijk, met die tweede bliksem kwam die jongeman aan, die daar tussen de zeven mannen zit, die nog niet zo lang geleden zijn leerlingen waren. En met de derde bliksem ben ik aangekomen.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] De schriftgeleerde zei tegen de spreker: ' Deze opmerking van jou is echt heel opmerkelijk; maar wat denk je dan van de drie bliksems, die wij allemaal vanaf het dakterras vanuit de hemel hebben zien schieten, precies in dat gezelschap dat zich toen langs de oever bevond en zich nu, precies drie jongemannen rijker, aan het ochtendmaal tegoed doet? Wij hebben niemand bij het gezelschap zien komen -behalve op het laatst één enkele huisbediende, die het gezelschap aan het ochtendmaal riep; ook gisteren hebben wij geen van deze drie jongemannen gezien.Waar vandaan zijn ze bij het gezelschap gekomen?'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Zij bleef en sprak met de engel Gabriël over de levensgeheimen van de hemel.
Hoofdstuk 122: De tempeldienaren krijgen Griekse kleren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: ' Als jullie er geen gewetenskwestie van hebben gemaakt om bijna alle instellingen van Mozes op te heffen en jullie wereldzuchtige en zelfzuchtige wetten daarvoor in de plaats te stellen - terwijl jullie toch nooit Heer en Meester waren, die alle macht in de hemel en op aarde bezit - hoe kunnen jullie Mij nu dan vragen of er niet aan de wet gewrikt wordt, als Ik jullie aanraad en toesta om in geval van nood onder bepaalde voorwaarden voor de bereiding het vlees te eten van andere dieren, waarvan Mozes de Joden niet toegestaan heeft ze te eten?!
Hoofdstuk 127: Over het eten van allerlei vlees en vruchten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Dat is zo mijn mening; want hoe helderder op een dag de zon schijnt, des te pijnlijk duisterder wordt dikwijls de daarop volgende nacht, waarin duistere onweerswolken de sterren van de hemel dicht bedekken. Maar de Heer zij alle lof, omdat wij waardig waren deze zeer heldere dag mee te maken en daarop voor de ogen van de Heer te wandelen! ,
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Als jullie op die manier de harten en zielen van de mensen gelouterd en gereinigd hebben, dan kunnen jullie hun ook de dingen in de natuurlijke wereld verklaren om hun verstand terug te brengen in de staat van oerwaarheid en hun gemoed van al het bijgeloof te reinigen. Dat is des te noodzakelijker, omdat een mens die verkeerde inzichten heeft over de door God geschapen werken God ook nooit goed kan leren kennen, en dus ook niet zichzelf en evenmin zijn naaste.
Hoofdstuk 132: De Heer geeft aanwijzingen voor het verkondigen van Zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De mens kan God alleen maar met de ogen van zijn geest zien, enkellangs de zuivere en waarachtige weg van inzicht in de geschapen dingen en Zijn liefdevolle en wijze orde daarin, en Hem dan ook boven alles liefhebben; en wie God boven alles liefheeft, kent vanuit die liefde ook zichzelf en zijn naaste en zal Gods evenbeeld in zijn naaste evenzeer liefhebben en achten als in zichzelf.
Hoofdstuk 132: De Heer geeft aanwijzingen voor het verkondigen van Zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Ik zeg jullie allemaal: deze voor jullie zichtbare hemel, bestaande uit maan, zon en alle sterren, zal eens vergaan; maar Mijn woorden en degene die ze gelooft zullen niet vergaan, maar eeuwig bestaan!
Hoofdstuk 132: De Heer geeft aanwijzingen voor het verkondigen van Zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Maar als er in de Schrift staat dat God de mens naar Zijn evenbeeld heeft geschapen en dat Abraham God in de gestalte van een man heeft gezien, evenals Jacob Israël, waarom zou iemand zich dan nu aan de volle mannelijke gestalte van de Heer Jezus uit Nazareth moeten stoten en niet volkomen geloven dat in Hem dezelfde Heer woont die Mozes op de Sinaï riep en hem de wetten voor Israël gaf?!
Hoofdstuk 136: De Heer en de arme visser - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99  ...