Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 86 van 91

...  66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91
[16] Als je naar de geleerden van de wereld gaat, die werkelijk heel slim zijn, zullen ze het je heel gemakkelijk op de vingers kunnen narekenen en enkelen zullen zeggen, dat de materie even oud is als Ikzelf ben en dus eeuwig is. - Kijk, zo gaat alles heel gemakkelijk en we kunnen naar believen bouwen. De enige onverklaarbare omstandigheid daarbij zou alleen maar zijn, hoe Ik dan met die eeuwige voorraadkamer van de materie heb gehandeld om daar tot aan de tegenwoordige tijd dingen uit te vervaardigen, en wanneer Ik eigenlijk begonnen ben, zodat Ik tot op de tegenwoordige tijd met de oneindigheid ben klaargekomen. Heeft elk ding niet een begin?
Hoofdstuk 79: Het magnetische fluïdum - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Jawel, zeg Ik, met de verbetering en terugkeer van deze geest en zijn handlangers zal het er zeker somber uitzien. Er is nog wel een mogelijkheid dat er een vonkje aanwezig is, maar deze is zo klein, dat hij nauwelijks met een microscoop die minstens triljoen keer vergroot, zou kunnen worden waargenomen. Dat zal pas na een belangrijke toetsing van deze geest te zien zijn en wel na een dusdanige, die het deze geest volkomen duidelijk zal maken, dat alles van zijn ziel hem werd ontnomen en in de heerljkheid van God is opgegaan. Dan zal er in de wijde scheppingsruimte geen zon meer zijn en geen aarde; want dan zullen alle zichtbare hemellichamen hun gevangenen geheel uitgeleverd hebben en dan zal er nergens meer materie te vinden zijn, dan alleen maar het geestelijke van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Maar de oude aarde zal verschrompelen als een appel die rot geworden is en langzamerhand uitdroogt. Maar dat zal ook alles zijn wat van de hele materie overblijft, namelijk de laatste slak van echt satanische, psychisch meest boze intelligentiedeeltjes, die de geest van satan en diens medeplichtigen niet zal verlaten.
Hoofdstuk 55: De teruggeleiding en verlossing van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] De zetel van deze boze geest is het eigenlijk vaste middelpunt, waar alles druk op uitoefent, opdat hij zich niet teveel zal bewegen en het wezen van de aarde niet zal verstoren; want als men hem maar een beetje ruimte zou toelaten, zou het in één ogenblik niet alleen met deze aarde, maar met de hele zichtbare schepping gedaan zijn. Want er woont een geweldige kracht in hem, die alleen door de sterkste banden kan worden bedwongen en die Ik alleen kan smeden, daar Ik de Heer ben. Maar al is hij nog zo sterk gebonden, toch laat hij nooit na zijn aartsboosheid in de opstijgende specifica te blazen en deze ademtocht van zijn wil is nog machtig genoeg om de dood in alle zielespecifica in te planten, welke dood nog in alle aardse creaturen te vinden is; want al het organische kan vernietigd worden en alle materie is in staat de dood en de vernietiging te bewerkstelligen. Dit alles is afkomstig van de adem van de wil van de boze, wiens innerlijke boosheid zo onbegrijpelijk verschrikkelijk is, dat men zich daarvan nooit het minste begrip zal kunnen maken. Want het kleinste beetje begrip van het eigenlijke boze van deze geest, zou op zichzelf zo dodelijk zijn, dat geen mens het zich zou kunnen voorstellen en in leven blijven. En zou Ik alleen maar een korte beschrijving van het eigenlijke boze van deze geest geven, dan zou dat jullie dadelijk doden. Alles wat jullie al gehoord hebben over deze geest zijn maar zeer zwakke en ver verwijderde schaduwbeelden en ze zijn aan alle kanten door Mijn beschermende genade omgeven en zijn voldoende voor jullie om zijn bestaan te vermoeden.
Hoofdstuk 55: De teruggeleiding en verlossing van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Deze geest, waarin de Godheid Zelf haar licht had geconcentreerd, was evenals de Godheid over de hele oneindigheid uitgebreid, waardoor het hem ook wel mogelijk zou zijn geweest van zijn kant de Godheid overal aan te grijpen en krachteloos te maken. Maar bij deze zelfzuchtige gedachten ontwaakte in hem een grote ijdelheid en welgevallen aan zichzelf en aan zijn licht en zijn eindeloze verhevenheid en kracht. In deze zelfzucht en het ingenomen zijn met zichzelf vergat hij de oude eeuwige Godheid, ontbrandde in zijn ijdelheid en consolideerde zichzelf Toen greep de Godheid zijn wezen in al zijn delen aan, ontnam hem zijn specifieke aard, vormde daaruit hemellichamen in de hele oneindigheid en sloeg de geest van dit eindeloze zielewezen in de meest machtige boeien en ketende hem in de diepte der materie.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Een tweede bestemming van bijna al deze diepten is, dat de zich daarin bevindende atmosferische lucht, die noodzakelijk is voor de instandhouding van al deze vormen, daar bewaard wordt zoals men water vindt in de bekkens op aarde. Men zal vragen waar deze lucht vandaan komt? Ik zeg jullie: waar ook die van de aarde vandaan komt, namelijk uit de grote voorraadkamer van de oneindige, overal met licht en ether gevulde ruimte! ’s Nachts, dat wil zeggen als de naar de aarde toegekeerde kant zonder licht is - vullen deze diepten zich helemaal met atmosferische lucht. Schijnt dan het zonlicht er zo langzamerhand overheen, dan vormt zich in deze talloze ketels een zeer rijkelijke dauw als neerslag van de zich daarin bevindende atmosferische lucht. Deze dauw verstevigt dan weer opnieuw alle delen van de maanoppervlak te en sijpelt ook als zuiver water door het hele hemellichaam heen, ter ondersteuning van de aan de andere zijde liggende waterbronnen en de weer daaruit voortkomende nevelen en permanente luchtlagen, - Kijk, dat is dus een andere belangrijke bestemming van de wonderlijk voorkomende oppervlakteformatie van de maan.
Hoofdstuk 77: De oppervlakte en de geesten van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[19] Een ander zegt, dat Ik met één woord de eeuwige chaos heb geordend en alle dingen daaruit heb gevormd. Op het eerste gezicht moet je de volkomen gelijkheid tussen de eerste en de tweede bewering al opvallen. Want wat zou de chaos anders zijn, dan een al eeuwig bestaand hebbende materie, waardoor Ik dus geen schepper, maar alleen een handwerksman zou zij n. En hoe laten zich aan de ene kant een eeuwige chaos en aan de andere kant Mijn eeuwige orde samen rijmen? Maar misschien weet een derde nog wel een verstandiger uitweg?
Hoofdstuk 79: Het magnetische fluïdum - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[22] Luister dan! Kunnen jullie je verschillende juist geordende, goede en daarom nuttige zaken indenken? Ja, dat kunnen jullie zeker, maar omdat jullie zelf eindig, en onmogelijk zoals Ik oneindig kunnen zijn, daarom zijn ook jullie gedachten, zoals jullie zelf, onderworpen aan een eindig aantal. Maar Mijn gedachten zijn in één en het zelfde ogenblijk van de allergrootste helderheid net zoals Ikzelf dat ben volgens Mijn Godswezen. Als Ik nu wil dat Mijn gedachten stand houden, dan is het werk al verricht; en daarom zijn alle werken die jullie zien, evenals jullie zelf noch materie, noch gevormde chaos, noch God in de materie, maar ze zijn vastgehouden gedachten van Mij.
Hoofdstuk 79: Het magnetische fluïdum - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[18] Wat wilt u dan? Zou u dan opnieuw weer slaven en kortgehouden knechten van de wet, van de zonde en van de dood willen worden, nadat we van dit alles vrij geworden zijn door Jezus Christus?
Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 1 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[32] Waarom moest ik eerst blind worden? Omdat mijn hele wezen in de materie van de tempeldienst begraven lag, en opdat dit daarom van mij zou worden weggenomen.
Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 1 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[40] Zie Babel, de grote hoer van de wereld, werd door de Heer vernietigd; want zij bracht vele volkeren de dood! Wat zult u echter winnen, indien u van Laodicea een nieuw Babel wilt maken? Daarom laat datgene los wat opnieuw de gruwel der verwoesting zou kunnen veroorzaken, - waarvan Daniël geprofeteerd heeft, toen hij op de heilige plaats stond!
Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 1 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[17] Als hun zenuwen dan daarmee zijn opgevuld en een hinderlijke druk op de ziel beginnen uit te oefenen, dan ontwaakt deze of liever gezegd: ze maakt zich los van haar lichamelijke banden en wil de druk van het lichaam ontvluchten. Het lichaam heeft nog een geheel eigen zenuwgeest, die ten eerste sterk verwant is met het magnetisch fluïdum, ten tweede echter net zo innig met de ziel, die weer door deze zenuwgeest verbinding heeft met het lichaam en er mee correspondeert. Als de ziel er tussenuit zou willen gaan, wekt ze ook de innig met haar verbonden zenuwgeest en deze dan natuurlijk weer het lichaam en zo werkt dan de zogenaamde slaaptrein, alsof er drie mensen achter elkaar liepen die aan elkaar zijn gebonden; maar de geest blijft in de ziel, waardoor zij ook leeft. Als dan zo'n slaapwandelaar zijn gezicht naar de maan toekeert en vaak op daken en kerktorens klimt, gebeurt dat omdat hij zich uit de magnetische overvolle diepte van de aarde wil verheffen en daardoor zijn drukkende overvloed van dit fluïdum wil verminderen, zodat het lichaam weer geschikt is zijn ziel met de geest door de zenuwgeest opnieuw op te nemen en te herbergen. Als het lichaam vrij is geworden, brengt de ziel het door middel van de zenuwgeest op zijn vorige plaats terug en verenigt zich dan pas weer helemaal met het lichaam. Natuurlijk weet de ziel niets van die toestand, omdat ze geen geheugen heeft. Dit wordt ten onrechte door de filosofen voor een zielsvermogen aangezien, terwijl het zo is, dat de ziel alleen datgene weet wat ze juist ziet, de herinnering van de ziel in het lichaam is niets dan een herhaald terugzien van de overeenkomstige vormen die de geest in zich draagt.
Hoofdstuk 78: Vier vragen met betrekking tot de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[20] Let op, we hebben alweer iemand, die beweert dat Ik en de materie één en hetzelfde zijn. Dat Ik en de materie één en hetzelfde zouden zijn is nu juist geen ongegronde bewering, maar één ding is daarbij moeilijk te rijmen, namelijk, dat deze allerhoogste vrije geest vol kracht en leven zich in talloze leven- en krachteloze stenen en ook in andere dode materie, die zich als zodanig manifesteert, kan bevinden. Werkelijk, wie dat duidelijk zou kunnen bewijzen, zou nog een veel oneindiger wijsheid moeten bezitten dan Ikzelf! Maar dat iemand Mij zou kunnen overvleugelen heb je in der eeuwigheid niet te vrezen, en wel om die reden, dat de wijsheid van al die talloze, meest volkomen engelengeesten zich tegenover de Mijne juist zo verhoudt, als een oneindig klein atoom tegenover de oneindig grote ruimte, wier begin en eind nergens is!
Hoofdstuk 79: Het magnetische fluïdum - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[46] O, wat heeft u er toch toe verleid, u die levend geworden bent in Christus, zich nu weer opnieuw in de dood te begeven?
Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 1 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[7] Daar wij echter van Hem Zelf, de enige Heer van alle heerlijkheid, zulk een evangelie hebben, hoe grote dwazen zouden wij dan moeten zijn indien we ons opnieuw vrijwillig onder het oude harde juk zouden begeven?
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[35] Dood daarom opnieuw uw wereld, die in vele geledingen op aarde is, zoals de leden van uw lichaam, waarmee u bedreven hebt en opnieuw weer wilt bedrijven hoererij, onzuiverheid, schandelijke hartstocht, boze lusten, heb-zucht, jaloezie en gierigheid; uit dat alles bestaat echter steeds de ware afgoderij van de heidenen.
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
...  66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91