Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 851 van 1112

...  839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864  ...
[5] Neem het volgende geval: een man van stand heeft voor de bevrediging van zijn behoeften de keuze tussen twee vrouwspersonen; de ene is een smoezelige, ordinaire boerenmeid, de andere echter is als dochter uit een familie van aanzien een goed opgevoed, keurig gekleed, lichamelijk gaaf en welig gevormd, aantrekkelijk meisje. Vraag: wie zal de ontwikkelde man kiezen? Het antwoord zal niet veel hoofdbrekens kosten; zeker nummer 2, want van nummer 1 zal hij een afkeer hebben. Zo dient in dit geval de verfijning ook duidelijk het doel, omdat de mens daarmee te kennen geeft dat hij een hoger wezen is dat het volle vermogen en de kracht in zich heeft om al wat onaangenaam en smerig is te zuiveren en aangenamer te maken.
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Waar ligt nu deze wortel? We zullen hem dadelijk vinden. Jullie weten, dat de liefde de oergrond en de basisvoorwaarde van alle dingen is. Zonder liefde zou er nooit enig ding geschapen zijn en zonder liefde zou er, hoe dan ook, geen bestaan denkbaar zijn, evenmin als er zich zonder wederzijdse aantrekkingskracht ooit een wereld volgens de wil van de Schepper zou hebben gevormd. Wie dat niet kan bevatten, moet zich maar eens een wereld voorstellen zonder deze wederzijdse aantrekkingskracht, en dan zal hij spoedig zien hoe zich alle atomen van een wereld plotseling van elkaar zullen scheiden en als het ware in het niets vervluchtigen.
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Om de juiste betekenis van dit gebod te vinden, moet men heel diep gaan en de zaak bij de wortel aanpakken; anders zal men zich daarbij steeds in een twijfelachtige situatie bevinden, waarin men gemakkelijk datgene wat in de verste verte geen zonde is, als zonde zal beschouwen en wat werkelijk een zonde is, nauwelijks de moeite waard vinden als zonde te beschouwen.
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Aangezien echter zowel de man als de vrouw op dit gebied vaker een sterke behoefte voelen om zich te bevredigen, waarbij men zich toch niet telkens kan verplichten om een kind te verwekken, zou het dan indruisen tegen het recht om zijn verstand te gebruiken en middelen te bedenken waarmee de bevrediging van deze drang bereikt kan worden, hetzij door de loze bijslaap met vrouwen, door zelfbevrediging of desnoods door de zogenaamde knapenschending? Want de mens onderscheidt zich immers juist van het dier doordat hij deze meest natuurlijke drift langs andere wegen kan bevredigen dan enkel langs die waarop hij door de ruwe natuur is aangewezen. Bijgevolg zijn heel in het bijzonder de goedgeconditioneerde bordelen en dergelijke instellingen meer te rechtvaardigen en kunnen deze het menselijk verstand geenszins tot oneer, maar toch alleen tot eer strekken!?
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Wanneer men het echter de mens enerzijds onmogelijk kwalijk kan nemen dat hij de aardbodem op de meest veelsoortige manieren cultiveert, ofschoon dit op zich absoluut geen ander doel heeft dan aangenamer en gemakkelijker van de aardse dingen te kunnen genieten, dan zal de mens toch anderzijds ook een meer verfijnd genot bij de voortplantingsdaad geenszins als iets verkeerds kunnen worden aangerekend, omdat anders zelfs de meest ontwikkelde mens zich bij deze daad niet in het minst van het dier zou onderscheiden. Dus ook deze neiging van de mens moet op een meer veredelde en geraffineerde wijze bevredigd kunnen worden, en wel om dezelfde reden waarom men gerieflijke huizen bouwt, soepele kleding maakt, smakelijke spijzen bereidt en dergelijke geneugten meer.
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Men zou nu kunnen zeggen, omdat er in het zesde gebod alleen maar staat: 'Gij zult geen onkuisheid plegen', dat de hoererij niet als verboden kan worden beschouwd, want in het zesde gebod staat nergens: gij zult geen hoererij plegen. Ik zeg echter: wat is hoererij, van welke aard zij ook zijn mag, geestelijk of vleselijk? Zij is in zekere zin een aanvaarding van het kwaad en wel op de volgende manier: men stapt al filosoferend over een eventuele zondigheid heen en plaatst alle verschijnselen daarvan in het gebied van 'natuurlijke behoeften'. Wanneer iemand in zichzelf de behoefte heeft om een verlangen te bevredigen, dan doet die mens met zijn verstandelijke en creatieve vermogen toch slechts iets lofwaardigs en nuttigs, als hij voor alle behoeften die zijn natuur verlangt middelen vindt waarmee aan dat verlangen kan worden voldaan. Een dier moet zijn behoeften weliswaar op een primitieve, instinctmatige manier bevredigen omdat het geen verstand, geen begrip en geen creativiteitsgeest bezit, maar de mens verheft zich nu juist boven het gewoon natuurlijk dierlijke, omdat alleen hij op een verfijnde manier aan alle eisen van zijn natuur kan voldoen. Daarom zegt het verstand van de cultuurmens:
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Men zal zeggen: zij moeten hun driften aan God opofferen en geen geslachtsgemeenschap hebben, dan zullen ze niet zondigen. Maar ik zeg: welke rechter kan zo'n daad tot echte zonde verklaren? Wat heeft dan een rijke, die zich een keurige vrouw kan veroorloven voor op een arme, die deze gelukzaligheid moet ontberen? Zou dan de welgestelde meer recht hebben op het verwekken van zijnsgelijken dan een arme? Heiligt het geld dan het verwekken, omdat de rijke zich het rechtmatige bezit van een vrouw kan veroorloven, hetgeen voor duizend minderbedeelden onmogelijk is?
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Bovendien kan men zich nog afvragen wie er dan eigenlijk schuld is aan de veelvoudige verarming van de mensen? Zeker niemand anders dan de gelukkige rijke die door zijn baatzuchtige speculatie veel rijkdom naar zich toe trekt, waaraan niet zelden zo'n duizend mensen zeker voldoende zouden hebben om een fatsoenlijk huwelijk te kunnen sluiten. Toch zou alleen de rijke echtgenoot vrij zijn van de zonde van de onkuisheid als hij bij zijn rechtmatige vrouw kinderen verwekt, terwijl alleen de arme de zondebok zou zijn, juist omdat hij zich geen vrouw kan veroorloven? Zou dat niet hetzelfde zijn als wanneer men op aarde een of andere bedevaartplaats zou aanwijzen met oplegging van het gebod dat niemand deze plaats te voet mag bezoeken om er een of andere genade te ontvangen, maar dat iedereen die deze plaats bezoekt en een genade wil ontvangen, in een hoogst elegante koets moet komen aanrijden?
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Maar nu meldt zich iemand met ervaring op dit gebied, die zegt: onder de onkuisheid die verboden is wordt enkel de bevrediging van de zinnelijke lust zonder meer bedoeld. Goed, zeg ik, maar wanneer een man, die bij een vrouw die door haar eigen man niet bevrucht kan worden, daadwerkelijk een kind verwekt, dan is het de vraag of hem dat als zondige echtbreuk kan worden aangerekend. Ik vraag verder: wanneer een jongeman, gedreven door zijn natuur, bij een meisje een kind heeft verwekt, kan hem dat dan als zonde van de onkuisheid worden aangerekend?
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Wanneer echter al een arrestant zeker geen groot genoegen schept in zijn arrest, dan zal de absolute geest toch des te minder een hartstochtelijk verlangen koesteren om zich met zijn meest vrije wezen voor altijd aan de grove materie te binden om daarin zijn vermaak te vinden. In deze zin is dus een onkuisheid bedrijvende geest toch zeker de grootste onzin die een mens ooit kan uitspreken. Nu is dus de vraag: wat is dan onkuisheid en wie mag geen onkuisheid bedrijven, nu we hebben gezien dat zowel het lichaam alsook de ziel en de geest op zich geen onkuisheid kunnen bedrijven, zoals wij ze tot nu toe kennen?
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Als dit nu echter duidelijk bewezen is, dan is de vraag: hoe en op welke wijze kan de absolute geest dan onkuisheid bedrijven? Kan een geest vleselijke begeerten hebben? Ik denk dat er nauwelijks een grotere tegenspraak zal zijn, dan wanneer iemand zich in alle ernst een 'vleselijke geest' zou willen voorstellen, die noodgedwongen materieel zou moeten zijn om zelf grof materiële begeerten in zich te hebben.
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Hoe gedragen zulke wezens zich echter in het hiernamaals ten opzichte van zalig levende geesten? Niet anders dan als echte sukkels, dus als geestelijke krankzinnigen, die op alle mogelijke manieren ook nog misvormd zijn, zodat er van een menselijke gestalte vaak geen spoor meer te ontdekken valt. Deze wezens zijn in de geestenwereld wat hun handelwijze betreft evenmin toerekeningsvatbaar als de krankzinnigen bij jullie op aarde. Daaruit volgt dus, dat niet de ziel op zich, maar slechts de ziel in het bezit van de geest, want alleen daarin woont de vrije wil, toerekeningsvatbaar is; dus in wezen alleen de geest.
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Sommigen zouden dan wel kunnen zeggen: Mozes is daar later nader op ingegaan en heeft verklaard dat volgens de orde alleen de geslachtsdaad tussen gezegende echtgenoten geoorloofd is, maar in andere gevallen is verboden. Hij heeft bovendien verordend dat elke andere geslachtsdaad, vooral wanneer een getrouwde man deze zou begaan met de vrouw van een andere man, als echtbreuk moet worden beschouwd en dat de echtbrekers zich beiden aan een doodzonde schuldig maken. Dat is juist, maar verordeningen achteraf geven evenwel aan de in het begin gegeven wet toch geen andere inhoud. Wie zich daaraan wil binden, moet zich aan de oorspronkelijke voorschriften houden, want noch onkuisheid noch echtbreuk zijn daarin op een bepaalde manier verboden.
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De ziel zonder de geest is dus slechts een stomme, polariserende kracht, die de botte zin naar verzadiging in zich draagt maar zelf geen kracht tot oordelen bezit, waaruit het haar duidelijk zou worden waarmee ze zich verzadigt en waartoe die verzadiging dient. Ze is te vergelijken met een volslagen krankzinnige, die geen andere begeerte in zich voelt dan zich te verzadigen. Waarmee en waarom? Daarvan heeft hij geen begrip. Wanneer hij grote honger voelt, dan verorbert hij alles wat hij maar tegenkomt, of het nu afval, brood of de reinste varkenskost is, voor hem maakt het niets uit.
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Het lichaam is toch slechts het werktuig van de ziel, kunstig ingericht om door haar gebruikt te worden. Wat moeten we dan met een gebod alleen voor het lichaam, dat op zich een dode machine is? Wanneer iemand met een hou-weel een onhandige slag heeft gegeven, is dat dan de schuld van de houweel of van zijn hand? Ik denk dat toch niemand zal willen beweren dat de onhandige slag moet worden toegeschreven aan de houweel.
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864  ...