17481 resultaten - Pagina 852 van 1166
... 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 ...
[14] Want ik heb wel aan de schors geknaagd, maar het hout en het merg van de wet is door de tanden van mijn wilskracht nog volkomen onberoerd gebleven!'Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Wanneer iemand zo Mijn wil doet, moet hij het doen alsof hij dat op eigen kracht doet, weliswaar steeds in het volste vertrouwen op Mijn krachtige ondersteuning; maar als hij iets heeft uitgevoerd volgens Mijn wil, dan moet hij wel beseffen dat hij niets, maar alleen Ik alles door middel van hem heb uitgevoerd!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Om echter jou en je volk zoveel mogelijk voor het gericht te sparen, omdat het vervullen van Mijn wet te zwaar, ja voor jullie geheel en al onmogelijk is, geef Ik jullie ook geen gebod dan alleen dat van de liefde - wat eigenlijk geen gebod is, omdat de liefde eigenlijk ieders geheel eigen leven is -, en dat jullie Mijn naam niet ijdel gebruiken - want het is de naam van God, die eeuwig heilig, heilig, heilig is! -, en dat jullie altijd geloven dat Ik alleen de enige God en Schepper van hemel en aarde ben en van nog talloze zonnen en werelden in Mijn oneindigheid!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] 'O Heer, zie mijn grote verlegenheid en angst aan! Wat valt hieraan te doen?
Hoofdstuk 236: De ondoordringbare volksmenigte voor de uitgangspoort van het paleis. Lamechs verlegenheid. Liefde en geduld als de voornaamste sleutel bij hindernissen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] O, ik vraag het U uit de grond van mijn hart! Maar Uw heilige wil geschiede altijd en eeuwig! Amen.'
Hoofdstuk 236: De ondoordringbare volksmenigte voor de uitgangspoort van het paleis. Lamechs verlegenheid. Liefde en geduld als de voornaamste sleutel bij hindernissen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Maar de Heer zei tegen Lamech: 'Mijn Lamech, ken je de hoofdsleutel nog niet, waarmee iedereen de grote poort van het eeuwige leven zelfs voor zichzelf kan openen?
Hoofdstuk 236: De ondoordringbare volksmenigte voor de uitgangspoort van het paleis. Lamechs verlegenheid. Liefde en geduld als de voornaamste sleutel bij hindernissen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Hier riep zelfs Henoch met luide stem uit: 'O heilige leer en heilige Leraar; ja alleen U, o Vader, bent als enige de heiligste, eeuwig zuivere Liefde!'
Hoofdstuk 236: De ondoordringbare volksmenigte voor de uitgangspoort van het paleis. Lamechs verlegenheid. Liefde en geduld als de voornaamste sleutel bij hindernissen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] De Heer zei echter tegen Henoch: 'Ja, ja, Mijn geliefde, dierbare Henoch, zie, zo moeten wij immers de arme kindertjes op onze handen dragen en onderwijzen, opdat zij daardoor sterk worden en daardoor rijk aan liefde, genade en eeuwig leven voor ons!
Hoofdstuk 236: De ondoordringbare volksmenigte voor de uitgangspoort van het paleis. Lamechs verlegenheid. Liefde en geduld als de voornaamste sleutel bij hindernissen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Nu riep de Heer Lamech wat terug en vroeg hem: 'Nu, Mijn Lamech, wat zeg je van Mijn twee hoofdsleutels?'
Hoofdstuk 236: De ondoordringbare volksmenigte voor de uitgangspoort van het paleis. Lamechs verlegenheid. Liefde en geduld als de voornaamste sleutel bij hindernissen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Zie, wij moeten nog de halve weg, en Mijn tijd nadert!
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Maar de Heer antwoordde Lamech daarop: 'Dat zie Ik ook, Mijn Lamech! Maar heb jij dan wel van tevoren laten weten, dat niemand voor ons uit mocht lopen?
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Behoud derhalve het volk altijd in het oog, dan zul je een goede herder van Mijn kudde zijn! Amen.'
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Maar de Heer zei tegen hem: 'Luister, Lamech, Mijn kinderen mogen in Mijn naam ook van harte blij en vrolijk zijn! Daarom mag jij ook springen als een hert, want iemand die in Mijn naam opgewekt is, is Mij liever dan iemand die aan Mijn hart treurt!
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Mocht het Uw allerheiligste wil zijn, wilt U dan mijn hart tot rust brengen!'
Hoofdstuk 238: De pracht en de inrichting van de tempel. De orde van de tempeldienst - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] En de Heer sprak tegen Lamech: 'Luister, Mijn Lamech! Mijn dienst, die je nu verricht, gaat voor alles; laat daarom de kleur van de vensters maar de kleur zijn, en verricht hetgeen Mij toekomt op jouw manier.
Hoofdstuk 238: De pracht en de inrichting van de tempel. De orde van de tempeldienst - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)