Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 852 van 1112

...  840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865  ...
[8] Het noodzakelijke bestaan van de mensen vormt echter een sterk contrast met het verbod op deze daad, evenals de altijd onverbiddelijke drang van de natuur. Van welke stand iemand ook maar is, hij wordt als hij volgroeid is daarvan niet vrijgesproken. Ook al wordt hij door uiterlijke omstandigheden van deze activiteit afgehouden, dan nog zou zijn begeerte in geen geval verminderen, tenzij hij zich zou laten verminken en zo zijn natuur doden.
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Van de andere kant bekeken, moet het toch voor ieder mens overduidelijk zijn dat de Heer aan de voortplanting van het menselijk geslacht en aan een wijze opvoeding daarvan bijzonder veel gelegen is. Langs welke weg zou het menselijk geslacht zich echter moeten voortplanten als de geslachtsdaad op straffe van de eeuwige dood verboden is? Ik denk dat ieder mens wel zal begrijpen dat hier kennelijk meer aan de hand is.
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Goed, zeg ik, zo is het op aarde met dit gebod gesteld. Maar hier zien we het in het rijk der hemelen, waar geen wezen het andere nog kan doden en waar zeker niemand er ook maar het minst aan zal denken, om iemand te doden. Waarom staat het dan hier op dit bord geschreven? Misschien uit zuiver historische overwegingen, opdat de leerlingen hier zullen leren welke geboden er op aarde zijn en waren? Of moeten deze allerzachtmoedigste kindergeesten vanwege dit gebod misschien voor een bepaalde tijd in een moordlustige stemming gebracht worden, om deze dan met de wet voor ogen in zichzelf te bestrijden? Dat zou men weliswaar kunnen aannemen, maar tot welke gevolgtrekking of welk eindresultaat zal men dan komen? Ik zeg jullie niets anders dan: wanneer de kinderen tenslotte deze moordlust toch weer moet worden afgenomen omdat zij zich als moordlustigen ten opzichte van de wet voldoende betrouwbaar getoond hebben, dan moet men toch ook aannemen dat ze daarbij noch iets gewonnen noch iets verloren zouden hebben; alsof ze nooit van deze moordlust vervuld zouden zijn geweest.
Hoofdstuk 78: Het vijfde gebod in de vijfde zaal, geestelijk belicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Dit hebben we gehad; maar het 'in welzijn leven op aarde', wat wil dat zeggen? Niets anders dan het zich eigen maken van het goddelijke leven, want onder 'aarde' wordt hier het eigen wezen verstaan en onder het welzijn in dit wezen niets anders dan het vrije bestaan in zichzelf volgens de volledige, zich eigen gemaakte goddelijke ordening.
Hoofdstuk 77: Het vierde gebod in de vierde zaal (in geestelijke zin) - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Kinderen, wees gehoorzaam aan Gods orde, die uitgaat van Zijn liefde en wijsheid (aangeduid als vader en moeder), opdat jullie op aarde lang en in welzijn mogen leven. Wat betekent lang leven en wat betekent daarentegen eeuwig leven? Het 'lange leven' betekent het leven in de wijsheid; en 'lang' wordt hier niet als tijdsduur maar als een uitbreiding en een steeds krachtiger worden van het leven beschouwd, want in het woord of begrip 'leven' ligt op zich immers al de eeuwige duur besloten. Het woord 'lang' betekent dus absoluut niet de duur, maar uitsluitend de uitbreiding van de levenskracht waarmee het levende wezen steeds meer in de diepten van het goddelijke leven doordringt en juist daardoor zijn eigen leven steeds volmaakter, sterker en werkzamer maakt.
Hoofdstuk 77: Het vierde gebod in de vierde zaal (in geestelijke zin) - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Kan dan niet iedereen zich afvragen en zeggen: hoezo heeft een goddelijk gebod slechts geldingskracht door tijdelijke beloften? Heeft het niets zichtbaars achter de hand, waarin eeuwige, geestelijke voordelen worden geboden? Wat heeft men dan aan zo'n tijdelijk voorrecht en wat heeft men aan een goed en lang leven, als daarop niets hogers volgt?
Hoofdstuk 77: Het vierde gebod in de vierde zaal (in geestelijke zin) - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Als ik met jullie op aarde zou zijn, zou ik een heel hoge prijs willen zetten op de levering van het bewijs dat door de kerkgang, vervolgens het stevige schransen, tenslotte het wandelen, spelevaren of paardrijden, nu en dan ook dansen, gokken of overmatig drinken, niet zelden door liegen en bedriegen, door gewoonlijk opschepperige visites afleggen en meer van dergelijke ondernemingen, de ware sabbat in de geest kan worden gevonden en geheiligd. Wie weet of er niet een filosoof is die in staat zou zijn om zo'n bewijs te leveren; bij ons zou hij zich zeker als een valsemunter onderscheiden.
Hoofdstuk 76: Tweede en derde zaal. Onderricht over het tweede en derde gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Daarom werd het volk der Israëlieten ook geboden minstens één dag in de week te bestemmen, om zich uit wereldse zaken terug te trekken en deze dag des levens van de heilige rust in God in zijn innerlijk te zoeken. Maar men nam dat gebod slechts op een uiterlijke en materiële manier in acht en bracht het langs deze weg tenslotte zo ver dat men niet eens de Heer van de sabbat herkende, Hem, de Heilige Vader, toen Hij, door oneindige liefde gedreven, naar Zijn kinderen op aarde kwam!
Hoofdstuk 76: Tweede en derde zaal. Onderricht over het tweede en derde gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Aangezien de mens deze heilige rustdag des Heren in het gewoel van de wereld nimmer wil of kan vinden, moet hij zich van de wereld terugtrekken en deze dag des levens, van heilige rust in God in zichzelf zoeken.
Hoofdstuk 76: Tweede en derde zaal. Onderricht over het tweede en derde gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Kijk, dit gebod wil dus zeggen, dat men de naam van God in de eerste plaats moet kennen, moet beseffen wat hij betekent en waaruit hij bestaat, en deze dan niet ijdel en slechts met uiterlijke woorden moet uitspreken zoals een andere naam, maar altijd daadkrachtig, omdat de naam van God de daadkracht van de mens is. Daarom moet de mens ook alles wat hij doet, in deze naam doen. Doet hij dat, dan is hij iemand die de naam van God niet ijdel, door het uiten van woorden, maar daadkrachtig en levendig in zich uitspreekt.
Hoofdstuk 76: Tweede en derde zaal. Onderricht over het tweede en derde gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Wanneer jullie zo de verklaring van dit tweede gebod, zoals die op aarde gewoonlijk gangbaar is, beschouwen, dan moeten jullie ongetwijfeld tot het eindoordeel komen dat de naam van de Heer eigenlijk helemaal niet mag worden uitgesproken en wel om de eenvoudige reden dat het toch nauwelijks denkbaar is dat de twee gestelde voorwaarden ooit met elkaar kunnen overeenstemmen. Ik zou wel graag die mens op aarde willen kennen die zich in zijn hoogste nood in een rustig verheven, eerbiedige en aandachtige toestand kan verplaatsen, waarin hij de naam van de Heer op een waardige manier zou kunnen uitspreken.
Hoofdstuk 76: Tweede en derde zaal. Onderricht over het tweede en derde gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Om te beginnen wordt hier in deze tweede zaal dit gebod niet zodanig uitgelegd, alsof niemand bij onbelangrijke gelegenheden de naam van de Heer, hoe deze ook moge luiden, zonder de gepaste hoogachting en eerbied zou mogen uitspreken; anders zou dit verbod eigenlijk zo goed als niets te betekenen hebben. Als iemand namelijk van mening is dat hij de naam van de Heer slechts in het uiterste geval van nood en dan altijd met de allerhoogste achting en eerbied zou mogen uitspreken, dan betekent dat niet meer en niet minder dan: men moet de naam van God eigenlijk helemaal niet uitspreken, omdat hier twee voorwaarden vereist zijn waaronder de naam van God uitgesproken zou mogen worden. Ten eerste staan deze voorwaarden zelf echter op losse schroeven, omdat op basis daarvan zeker niemand meer precies kan weten wanneer er sprake is van zo'n uiterste geval van nood waarbij men op een waardige manier de allerheiligste naam zou mogen uitspreken. Ten tweede, als zich al zou zo'n situatie zou voordoen, zoals bijvoorbeeld een overduidelijk geval van levensgevaar, dat een mens onder verschillende omstandigheden kan overkomen, dan is het de vraag of er wel één mens in zo'n uiterst bedenkelijke situatie de tegenwoordigheid van geest en de zelfbeheersing zal bezitten om op een waardige manier de hoe dan ook gevormde naam van de Heer te kunnen uitspreken.
Hoofdstuk 76: Tweede en derde zaal. Onderricht over het tweede en derde gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Wanneer men echter iets wezenlijk en waarheidsgetrouw wil aanschouwen, is het dan wel voldoende om slechts bij het verlangen en het gevolg daarvan te blijven stilstaan? Jullie zeggen Mij: o nee, lieve man van heel grote wijsheid, dan moet men naar de oorsprong zelf teruggaan. Kondigt zich daar de grote waarheid niet aan, dan is alles bedrog; kondigt zij zich daar wel aan, dan is men tot de levendige overtuiging gekomen dat zij eeuwig nooit ergens anders dan slechts in haar oorsprong zelf te herkennen en te aanschouwen is.
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] De Heer zegt: nu Mijn lieve kinderen, jullie halen Mij nu juist de woorden uit de mond! Werkelijk, in het verlangen ligt een heel sterk bewijs, maar wat is dan het gevolg van het verlangen? Is het niet zo, Mijn lieve kindertjes, dat het gevolg zal zijn dat men zich zekerheid wil verschaffen over hetgeen waarnaar men verlangt. Jullie zeggen, dat is een goed antwoord. Maar nu vraag Ik jullie: wat is dan de reden van het verlangen? - Jullie zeggen het Mij, het is de liefde tot datgene waarnaar men verlangt.
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Want dat jij een heel wijze man bent, hebben we al uit jouw ontwijkende antwoord opgemaakt. Breng ons daarom tenminste een paar schreden dichter bij die ene Vader, want er moet er zeker een zijn. Dat merken we aan ons grote verlangen naar juist deze hemelse Vader, dat des te sterker wordt naarmate Hij zich achter onze kinderlijke twijfels wil verbergen.
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865  ...