Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 853 van 1112

...  841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866  ...
[11] De Heer zegt: ja mijn lieve kindertjes, nu hebben jullie Mij wel een erg moeilijke vraag gesteld, die Ik jullie nauwelijks zal kunnen beantwoorden, want zeg Ik tegen jullie, zo'n God en Vader bestaat, dan zullen jullie zeggen, met dat antwoord zijn we niet tevreden zolang we Hem niet zien. En als jullie dan zeggen, laat ons de Vader zien, wat moet Ik dan tegen jullie zeggen? Ik zou met mijn vinger ergens heen kunnen wijzen, maar jullie zouden niets waarnemen; want waarheen Ik ook zou wijzen, jullie zouden toch nooit jullie God en Vader vinden. Maar als Ik tegen jullie zou zeggen: kinderen, de Vader bevindt Zich hier in jullie midden! Zouden jullie dat dan wel geloven?
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Maar daar zien we ook die ene, die zich van ons heeft afgezonderd om enkel met de liefde de Heer te zoeken; heeft ook hij niets gevonden?
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Luister, het kind zegt: lieve, wijze leraar, kijk nu toch eens! Toen ik in mijn kamertje de lieve grote Hemelvader zo echt begon lief te hebben, kwam deze eenvoudige man naar me toe en vroeg mij of ik de Vader in de hemel werkelijk wel zo liefhad. Ik zei tegen Hem: och lieve man, dat kun je toch wel van mijn gezicht aflezen. Daarna vroeg de man mij hoe ik me de grote Hemelvader in mijn gemoed voorstelde. En ik zei tegen hem: ik stel me Hem als een mens voor; maar wel moet Hij heel groot en sterk zijn en ook zeker een grote glans om zich heen hebben, omdat deze wereld en de zon die op haar schijnt al zo buitengewoon heerlijk en stralend zijn.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Kijk nu, een deel van de kinderen kiest voor zekerheid, een ander deel echter alleen voor de liefde. Zij die voor de zekerheid kiezen gaan diep nadenkend, vastberaden en met een sterk geloof de tuin in; de anderen echter begeven zich naar hun kamers om God te zoeken.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Kijk nu, het kindje loopt de zaal uit naar zijn kamer en de andere kinderen vragen de leraar of hij het voornemen van dit ene kind, dat zich zojuist naar zijn kamer begaf, beter vindt dan hetgeen zij nu, zijn raad opvolgend, denken te gaan doen, namelijk met alle zekerheid eropuit gaan om naar God te zoeken.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] De kinderen zeggen: ach lieve, verheven leraar, wat de twijfels betreft, die hebben we nu nog meer dan voorheen, want kijk, noch ons standvastige willen noch ons meest levendige geloof noch al onze diepzinnigste, op God de Heer berustende gedachten, noch onze sterke wil tot liefhebben, hebben resultaat gehad. Als er een God en Heer zou bestaan, dan zou Hij zich toch op de een of andere manier aan ons geopenbaard moeten hebben, want kijk, tenslotte hebben we ons allen verenigd en zijn van het vaste geloof uitgegaan dat er een heilige, goede, lieve God en Vader zou moeten bestaan. We hebben Hem met al onze liefde omvat en Zijn naam, die jij ons hebt bekendgemaakt, geroepen, waarbij we zeiden: ach liefste, heilige Vader Jezus, kom, kom toch bij ons, verhoor ons kinderlijke smeken en laat ons zien dat U bestaat en ons ook liefhebt zoals wij U liefhebben! En zie, lieve, verheven leraar, zo riepen wij geruime tijd, maar er was geen spoor van de een of andere hemelse Vader te bekennen. Het was allemaal tevergeefs en daarom zijn we er nu volkomen van overtuigd dat er buiten jullie, verheven leraren, geen andere hogere leraar of God bestaat.
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Kijk nu, zojuist komen ook de andere zoekende kinderen naar binnen. Van hun gezichten valt duidelijk af te lezen dat ze noch op de ene noch op de andere manier Hem, die ze zijn gaan zoeken, gevonden hebben. Ze gaan daarom voor de tweede keer heel bedeesd naar hun leraar toe en de leraar vraagt hun: wel mijn lieve kinderen, hoe ziet het er nu uit met het zoeken onder de bomen of op de zolder of op de galerijen en met het zoeken van degenen onder jullie die zich hadden voorgenomen om de Heer in hun kamertjes te zoeken? Naar ik zie, halen jullie allemaal je schouders op; hebben jullie dan de goede lieve Vader, de enige God van alle hemelen en alle werelden, nog niet gevonden en gezien? Hoe is het nu met jullie geloof gesteld? Hebben jullie nog twijfels over het bestaan van God?
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] De leraar zegt met zichtbare allerhoogste liefde en achting: o overgelukkig kind, jij hebt de juiste al gevonden. Kijk, dat is God, onze meest liefdevolle Vader! En de Heer buigt Zich nu voorover, neemt het kind op Zijn arm en vraagt het: ben Ik wel degene die jouw leraar jou heeft aangekondigd? En het kind zegt heel opgewonden: o ja, U bent het, dat zie ik immers aan Uw oneindige goedheid, want wie anders is zo goed als U, dat hij mij op zijn arm zou nemen en mij zo zou omarmen en liefkozen als U? Maar nu houd ik ook zo onbegrijpelijk veel van U, dat ik eeuwig nooit meer van U kan scheiden. Laat me daarom niet meer hier alleen achter, lieve Heilige Vader, want nooit heb ik zo'n goedheid en liefde gevoeld als nu op Uw arm! En de Heer zegt: wees maar niet bang, mijn kindje; wie Mij eenmaal gevonden heeft zoals jij, verliest Mij eeuwig niet meer. Maar nu moet je niets meer over Mij zeggen, want daar komen ook de andere kindertjes die Mij zochten, maar nog niet gevonden hebben. Deze zullen we een beetje op de proef stellen, opdat ze Mij ook zullen vinden. Wees daarom nu rustig totdat Ik je een wenk zal geven!
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Kijk, de kinderen denken goed over de les van de leraar na en één kind, ogenschijnlijk het zwakste onder hen, gaat naar de leraar toe en zegt: luister naar me, lieve wijze leraar. Wanneer ik heel alleen in mijn kamertje zou gaan en daar God de Heer als de meest liefdevolle Vader alleen met mijn liefde echt overtuigend zou omvatten, terwijl ik er bovendien nog nooit echt aan heb kunnen twijfelen of Hij al dan niet zou bestaan, maar ondanks alle tegenbewijzen voortdurend in mijzelf aan het geloof in een God heb vastgehouden, - denk je dan niet dat Hij zich aan mij zal tonen als ik Hem alleen maar zou willen liefhebben? Want dat vele nadenken over het geloven lijkt me toch een beetje moeilijk.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Hebben jullie deze verkregen, dan zal God zich ook zeker laten zien, als Hij bestaat. Hebben jullie deze zekerheid echter niet verkregen, dan zullen jullie eveneens onverrichter zake weer bij mij terugkomen zoals het deze keer het geval was.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Jullie hebben God niet met zekerheid, maar hoogstens mogelijkerwijze verwacht. Maar God, als Hij bestaat, moet toch in Zichzelf de hoogste, absolute zekerheid zijn. Toen jullie echter met de onzekerheid van jullie denken, geloven en willen de hoogste goddelijke zekerheid zochten, hoe zou deze zich dan wel aan jullie hebben kunnen openbaren? Onthoud dus goed, wat ik jullie nu zal zeggen:
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Wat zegt onze leraar van dit wijsgerige betoog van zijn leerlingen? Luister, zijn woorden luiden als volgt: mijn lieve kindertjes, nu heb ik echt duidelijk in jullie de reden gezien waarom er zich geen God aan jullie heeft getoond, noch onder de bomen, noch op zolder, noch in jullie kamers (dat wil zeggen noch door bevindingen, verkregen door het onderzoeken en ontleden van de natuur, noch langs de weg van hogere bespiegelingen van het verstand of intellect, noch in jullie niet boven het alledaagse verheven gemoed), omdat jullie al met twijfels op zoek zijn gegaan.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Geliefde kinderen, het kan zijn dat God zich nog niet bij jullie heeft aangediend, maar het is ook mogelijk dat Hij zich heeft aangediend, maar dat jullie te onoplettend waren en het niet hebben waargenomen.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Kijk, daar zijn reeds enkelen die zich zojuist tot hun leraar hebben gericht met de opmerking dat ze nu eigenlijk genoodzaakt zijn om te geloven dat er behalve de leraren, die wonderbaarlijke dingen voor hen verrichten, geen God bestaat. God heeft zich immers, ondanks de vurige liefde waarmee ze Hem in hun hart hebben gesloten, zelfs niet aan één van hen ook maar enigszins waarneembaar vertoond.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Kijk, nu beginnen de leerlingen zich in zichzelf te keren en beginnen God, waarin zij eerder slechts kinderlijk geloofden, werkelijk lief te hebben. Maar dan kan het gebeuren dat God de Heer zich niet dadelijk aandient waardoor onze kinderen sterk aan het twijfelen raken. - Hoe zij echter deze twijfel leren overwinnen, zal het vervolg ons laten zien.
Hoofdstuk 73: Schoolgebouw van de twaalf goddelijke geboden. Eerste zaal - uitleg over het eerste gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866  ...