Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 854 van 1110

...  842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867  ...
[2] Ja, ik zeg jullie, ik heb al mijn wijsheid bij elkaar geraapt en hem de sterkste bewijzen daarvoor aangereikt; alleen waren ze tegen zijn slimheid evenmin steekhoudend en werkzaam als een druppel water bij het blussen van een brandend huis. Wat kun je dan nog zeggen als iemand je vanuit de Schrift bijna haarfijn bewijst dat, wanneer de kerk van Rome in haar bestaande orde door de Heilige Geest geleid en behouden wordt, Christus dan ofwel een leugenaar was, ofwel een dermate onvolkomen wezen, weliswaar van de Godheid afstammend, dat de Godheid het nu noodzakelijk acht om alsnog door de Heilige Geest grote correcties aan te brengen in de door Christus gevestigde leer?
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Wel weten wij dat de Heer door Mozes en de profeten de joodse kerk als voorafbeelding en in alle onderdelen op de Heer betrekking hebbend, gesticht heeft. Dat heeft Hij letterlijk door Mozes bekendgemaakt. Dat de Heer bij Zijn komst in de allerhoogste persoon van Christus nog eens een ceremoniële kerk zou hebben gesticht, daarover heeft Hij nooit ook maar het minste gezegd. Integendeel, als fundament van Zijn leer stelde Hij enkel en alleen de naastenliefde en wat daartoe onontbeerlijk op de voorgrond moest staan: de liefde tot God. Want Hij zei uitdrukkelijk: `Heb elkaar lief zoals Ik jullie heb liefgehad en nog liefheb, dan zal men daardoor erkennen dat jullie waarlijk Mijn leerlingen zijn'.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, hij gaat een aanzienlijk grote hal binnen en zoals jullie zien, komt hem ook al een menigte medebroeders tegemoet. Verscheidene van hen zien ons en vragen hem wie wij zijn en wat wij willen. En hij (de monnik) antwoord hen heel heimelijk: vraag niets, want dat zijn verschrikkelijke wezens, die met bijzondere toestemming onze zalige rust geweldig willen verstoren. Of de middelste Lucifer zelf is of zijn belangrijkste handlanger, dat weet ik niet, maar één ding is wel zeker: hij spotte met al mijn kerkelijk exorcistische middelen en dreigde mij bovendien nog in bedekte termen met de hel als ik niet in staat zou zijn hem aan de hand van de Heilige Schrift letterlijk te bewijzen dat Petrus de kerk van Rome gesticht heeft.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Kijk, hij komt al met zijn handlangers de zaal binnen. Ik kan jullie geen andere raad geven dan bij alles wat hij gaat zeggen heimelijk een kruisteken te maken, niets te zeggen en hem vooral op geen enkele vraag een antwoord te geven. Laten we ons daarom achter het kruis hier in de refter verschuilen en ons daar heel rustig houden. Laat een van ons achter het kruis gaan staan en zorgen dat er bloeddruppels uit de wonden van de gekruisigde druipen, dan zal deze gast uit de hel ons zeker niets kunnen doen.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Jullie zeggen nu: vriend, het lijkt ons dat hier alle moeite en arbeid tevergeefs zijn; ja, we zijn heel sterk van mening dat zelfs de bemoste zandgrond in het gebied van de uiterste, stikdonkere avond deze lieden niet op het goede pad zal brengen. Het is ronduit vreselijk hoe deze wezens de meest betekenisvolle woorden van de Heer voor woorden van de satan houden. Ja, al zou de Heer persoonlijk verschijnen en hun onzin aan de kaak stellen, dan nog zullen ze Hem voor niemand anders houden dan voor wie ze jou houden. Zelfs als Hij door wonderwerken van Zijn ware wezen zou getuigen, zullen ze evenals de Farizeeën zeggen: Hij doet dit allemaal met behulp van de opperste duivel.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Ja, lieve vrienden, jullie opmerking is volkomen juist en het is met deze wezens werkelijk zo gesteld als jullie gezegd hebben. Maar het is ook waar dat er voor de Heer oneindig veel mogelijk is, waar wij met al onze wijsheid nooit op kunnen komen. Daarom zullen we hier ook enkele experimenten uitvoeren, en dan zal het wel duidelijk worden welke uitwerking dat op deze wezens zal hebben. Dit bedrieglijke kruisbeeld is de voornaamste steun en bescherming voor hun onzin. Dit zullen we het eerst aanpakken, het afbreken en voor onze voeten vernietigen.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] In plaats van de bovenal milde liefde van Christus, die, nog bloedend aan het kruis, voor de daders van het kwaad de Vader in Zichzelf om vergeving vroeg, dragen jullie niets dan haat, sekte-ijver, verdoemenis, oordeel en vuur in je, en daarom gaan jullie als verstokte antichristenen lijnrecht tegen de grondbeginselen van Christus in. Jullie ontnemen al jullie volgelingen de laatste levensdruppels en in plaats daarvan vullen jullie hun harten met de dood.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Wat moet ik met jullie beginnen? Jullie, die de kudde van de Heer hadden moeten weiden, hebben je, de wolf schuwend, achter een zevenvoudige muur verscholen en werden tenslotte in plaats van trouwe herders, zelf tot wolven. En buiten staan vele duizenden en miljoenen, die de scherpte van jullie wolfstanden hebben geproefd en jullie luid roepend aanklagen voor de rechterstoel van Christus!
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] In plaats van het levende brood, dat het waarachtige levende woord van God is, geven jullie hun gloeiende stenen te verteren opdat zij allen, evenals jullie, vervuld worden van wraak, toorn, woede, oordeel en verdoeming tegenover al degenen die de Vader Zelf heeft willen opvoeden en onderrichten. Ja, jullie maken er geen gewetenszaak van om jullie heers- en gewinzuchtige onderdrukking van het volk te versterken, het woord Gods zoveel mogelijk uit de gemeente te weren en een eventuele bezitter ervan zelfs als ketter te vervloeken en te verdoemen. In plaats van met het woord Gods, voeden jullie het volk met jullie egoïsme en heerszucht, en jullie devies is ieder sprankje beter licht ver van het volk te houden, terwijl Christus de Heer toch uitdrukkelijk heeft gezegd: `Wees volmaakt zoals uw Vader in de hemel volmaakt is!'
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Wat zal ik nu met jullie doen? Vraag mij wie ik ben, en ik zal jullie antwoorden: ik ben een echte apostel van de Heer en ben naar hier gezonden om jullie in Zijn naam op te wekken. Hoe zal ik jullie echter opwekken als jullie vervuld zijn van het eeuwige gericht? Zodoende vraag ik jullie nog eens: wat willen jullie doen? Spreek, of deze afgrond moge jullie verslinden.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wanneer jullie wat nadenken over wat hier gezegd is, dan zal deze pracht jullie in een niet al te gunstig daglicht verschijnen. En hoe het daarmee gesteld is, zullen we zo meteen proeven als we bij de eerste tuintempel komen.
Hoofdstuk 70: Bij de paradijselijke augustijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Maar kijk, onze paradijsbewoners komen naar ons toe. Laten we daarom stil zijn en letten jullie op de ontvangst! Kijk, daar wenkt een paradijsman twee met knuppels voorziene engelen om naast hem te komen lopen, zodat hij ons onder veilige begeleiding kan naderen. De andere paradijsman vormt met vier van sabels voorziene engelen de achteropkomende bescherming voor de voorhoede, wanneer deze tegen de vijand te zwak mocht zijn.
Hoofdstuk 70: Bij de paradijselijke augustijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk, de `engelen' sluiten ons in en we zullen ons deze keer niet verweren, maar ons door hen laten oppakken. Eerst wanneer ze over ons een heel menslievend oordeel hebben geveld, zullen we ons wat gaan roeren, want dit alles behoort bij de zaak. Zonder deze ervaring zouden jullie geen volkomen inzicht hebben in deze geestelijke situatie, en langs een andere weg zouden we deze geesten niet gauw benaderen en ze dan, voor hun eigen bestwil, van hun waanideeën overtuigen. Daarom laten we ons, zoals gezegd, intussen heel goedmoedig oppakken, opdat jullie daaruit ook mogen inzien op hoe ontelbaar veel manieren de Heer Zijn dienaren aanhoudend vruchtbaar liefdewerk weet te verschaffen.
Hoofdstuk 70: Bij de paradijselijke augustijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Wat moet ik met jullie beginnen? Jullie hebben altijd Gods woord met voeten getreden omdat het niet deugde voor jullie onverzadigbare heers- en gewinzucht. Wat moet ik met jullie beginnen, jullie, die vermetel genoeg tegenover het volk durfden te beweren: de aarde ligt aan onze voeten en God dragen we in onze handen?! Ik zeg jullie: een nadeliger en tevens treffender getuigenis dan juist dit hadden jullie nooit kunnen bedenken. Waarlijk, jullie hebben waar het maar mogelijk was, de volkeren met hun gezalfde keizers en koningen nog altijd met jullie heers- en gewinzuchtige voeten getrapt en met God in jullie handen dreven jullie handel als met slechte koopwaar. Daardoor was er niets goddelijks in jullie harten, maar in plaats daarvan waren ze steeds vervuld van hetgeen jij, duistere geest, nu in de gapende kloof aan je voeten ziet.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Luister nu, wat onze monnik zegt: in naam van al mijn medebroeders vraag ik je, wie je ook mag zijn, om ons deze harde beproeving te besparen. Zijn wij volgens de leer van Christus onze Heer waarachtige bedriegers geworden, dan waren wij dat toch niet uit eigen beweging maar omdat we moesten zijn zoals we zijn, en omdat niemand van ons anders mocht spreken en handelen dan hem door de kerk was toegestaan. Waren we wolven, dan moesten we dat zijn; en als je werkelijk een hogere afgezant mocht zijn, zul je ook wel weten hoe het met ons gesteld was en nog is. Wij zijn hier nog precies zo gevangen als op aarde. Daarom, als het jou mogelijk is, maak ons dan vrij, dan zullen wij ook het zuivere woord van Christus aannemen! Maar bedek toch deze verschrikkelijke afgrond hier voor ons.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867  ...