Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 854 van 1490

...  842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867  ...
[6] Je uiterlijke poging om met je lichamelijke ogen in jezelf te schouwen, stelt de dwaze inspanningen van het wereldse verstand voor, om geestelijke zaken te doorgronden, terwijl het toch van niets anders leeft dan puur materiële voorstellingen, dat wil zeggen, het is niets anders dan een opnameorgaan van de ziel waardoor deze in staat is de uiterlijke wereld te aanschouwen.
Hoofdstuk 76: De verklaring van het verschrikkelijke visioen van Thuarim: de grote strijd tussen hoofd en hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Zie, dat is het begin van je droomgezicht en dat slaat niet op jou in deze naar binnen gerichte toestand, maar op de hele wereld, daarom geef Ik je nu als een profeet aan de wereld zoals jij het aan en in je hebt ervaren.
Hoofdstuk 76: De verklaring van het verschrikkelijke visioen van Thuarim: de grote strijd tussen hoofd en hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Zie, ook deze ergernis was geen natuurlijke ergernis meer, maar overkwam je om daarmee de hoogmoed van het wereldse verstand te laten zien, dat nooit een gevangene wil zijn in de waarheid, maar altijd vrij wil zijn en een heerser ondanks alle gebrek aan licht en zich alleen dan gelukkig waant als van alle kanten aan zijn domheid hulde bewezen wordt en alleen dan rustig wordt als het zich op een neerbuigende manier, met spot en hoon over de hoofden van zijn broeders verheft!
Hoofdstuk 76: De verklaring van het verschrikkelijke visioen van Thuarim: de grote strijd tussen hoofd en hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze uitleg door Abedam voelde Thuarim grote vreugde in zijn hart en wist zich van louter liefde geen raad, zo zelfs, dat hij de hand van Abedam niet meer los wilde laten.
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Bij degene die deze niet minstens één keer in dit aardse droomleven zal hebben gehoord, heeft het leven zich nog niet aangemeld en hij schommelt nog sterk tussen leven en dood.
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] En zo betekent deze huidige liefde van jou voor Mij de ware, daadwerkelijke levende liefde. Wie Mij derhalve niet met zijn hart en ook met zijn handen door goede, Mij welgevallige werken van liefde aan zijn broeders en zusters in zijn hart gesloten heeft, diens liefde lijkt nog op een onrijpe vrucht, die nog heel gemakkelijk door een rukwind van de boom des levens geworpen kan worden voor zij en ook de kiem des levens in die vrucht rijp wordt.
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Zie, dit meisje heeft een volkomen juist oordeel over de lauwe minnaar geveld! Maar Ik zeg jullie dat Ik later, nadat jullie door de dood van je lichaam weer van deze aarde thuis zullen komen in het grote rijk van de geest, geen haarbreed anders over jullie en je liefde tot Mij zal oordelen, dan dit meisje over haar lauwe minnaar heeft geoordeeld! Wees daar volkomen van verzekerd!
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Wat denk je; zal het meisje deze vrijer ook zo afschepen als de vroegere lauwe minnaar?
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Deze zin nu is het meest eigenlijke eeuwige leven vanuit Mij en in Mij!
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden liet Abedam naar het uiterlijk Thuarim gaan, maar niet innerlijk; en Thuarim bijna geheel verzonken in zijn liefde en dank, liet dus wel naar het uiterlijk de hand van Abedam los, maar juist daarom klemde hij zich in zijn hart des te krampachtiger daaraan vast en ging toen in die levendi ge-moedstoestand enige schreden achteruit en wel net als Sehel rugwaarts, opdat hij maar geen oog af hoefde te wenden van Degene van wie zijn hart nu herkend had, dat Hij heilig, heilig, heilig is en vervuld van de allergrootste vaderliefde.
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Ondanks deze verlegenheid straalde zijn hele gestalte toch een echt manlijke rust en bescheiden verhevenheid uit, welke zich bij geen van de anderen zo sterk, dat wil zeggen zo duidelijk zichtbaar geuit had als juist bij Rudomin, omdat hij wat betreft zijn lichaamsgrootte alle kinderen, Adam inbegrepen, verre overtrof, daar hij een reus was van zestien span groot en verder, wat al zijn spieren en zenuwen betrof, buitengewoon sterk was.
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Maar toen deze reus lang aarzelde met spreken en hoe langer hoe meer bevreesd nadacht en vervuld van grote eerbied in zichzelf overlegde wie Degene wel was voor wie hij nu stond en moest spreken, keek Abedam hem vriendelijk en liefdevol aan en vroeg hem:
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Deze bemoedigende woorden drongen als een etherische levensbalsem door in Rudomins gehele wezen, zijn hart werd bevrijd van alle benauwdheid en zijn tong werd zo licht als een donsveertje; en daarom begon hij dan ook met zijn machtige reuzenstem te spreken en wel dusdanig hard, dat zijn woorden tegen de wanden van de nabije bergen braken en wegstierven.
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Maar ik heb het gezien en heel sterk ervaren en daarom spreek ik vanuit deze waarheid, die ik door de genade van onze heilige Vader in mij gevonden en uiterst helder en sterk ervaren en diep geschouwd heb.
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Want al gauw na de heilige opdracht, dat wij in ons innerlijk moesten schouwen, verdween de aarde en de gehele zichtbare hemel en ik zweefde alleen in het midden van een oneindige, eeuwige ruimte. Lang tuurden mijn ogen in de oneindige diepten der eeuwigheden; maar deze inspanning was tevergeefs, want zelfs ieder stofdeeltje was in de een of andere afgrond van de oneindigheid weggezonken.
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867  ...