Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 855 van 1166

...  843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868  ...
[9] Stuur ijlboden door de hele stad en zeg tegen hen dat zij iedereen die zij ook maar aantreffen, in mijn huis moeten brengen! En alle gevangenissen moeten worden geopend, en niet één gevangene zal achter hoeven blijven, - ook niet mijn ergste en grootste vijanden, wier voedsel tot nu toe uit grote gebraden moerasinsecten (kreeften) bestond; zij zullen nu met mijn koninklijk voedsel worden verzadigd!
Hoofdstuk 246: Lamech laat een broederlijk feestmaal voor de armen en gevangenen bereiden. De verwondering van Brudal, de keukenmeester, en zijn gevangen gehouden familie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Van nu af aan wil ik voor mijn volk geen richtende koning meer zijn en een heer die over leven en dood oordeelt, maar alleen nog maar voor allen een wijze leidinggevende broeder in Gods orde zijn.
Hoofdstuk 246: Lamech laat een broederlijk feestmaal voor de armen en gevangenen bereiden. De verwondering van Brudal, de keukenmeester, en zijn gevangen gehouden familie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Zie, mijn beste broeder Brudal, dat is nu het verschil tussen de koning Lamech en de leider Lamech! - Maar ga nu meteen uitvoeren wat ik, nu als een broeder van jou, je heb opgedragen!'
Hoofdstuk 246: Lamech laat een broederlijk feestmaal voor de armen en gevangenen bereiden. De verwondering van Brudal, de keukenmeester, en zijn gevangen gehouden familie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] O God, o God, hoe eindeloos gelukkig hebt U mij ineens gemaakt! Ik zal vandaag nog mijn trouwe vrouw, mijn twee broers en mijn zeven kinderen zien - drie jongens en vier volwassen dochters - die ter dood veroordeeld in de gevangenis kwamen omdat zij Lamech niet als god wilden aanbidden!'
Hoofdstuk 246: Lamech laat een broederlijk feestmaal voor de armen en gevangenen bereiden. De verwondering van Brudal, de keukenmeester, en zijn gevangen gehouden familie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Volg mij nu in mijn eetzaal, opdat jullie aan mijn zijde zullen zitten en nu en altijd aan mijn tafel zullen eten!'
Hoofdstuk 246: Lamech laat een broederlijk feestmaal voor de armen en gevangenen bereiden. De verwondering van Brudal, de keukenmeester, en zijn gevangen gehouden familie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Lamech, mijn geliefde broeder, wat is er vandaag toch met jou? Anders heerste er de grootste orde, je hoefde maar te wenken en de spijzen stonden op tafel; maar nu loop je al voor de tweede maal weg, en na je eerste opdracht om voedsel en drank te brengen is reeds de tijd van bijna twee schaduwwenden verstreken, en nog zijn de tafels helemaal leeg.
Hoofdstuk 247: Henochs en Lamechs samenspraak vanwege de vertraging van het feestmaal. Henoch legt de geestelijke overeenkomst uit van de tempel en het binnenste van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] 'Hoge, machtige vriend van de Heer! Zie, toen ik mijn keukenmeester volgens jouw raad mijn wens te kennen gaf, verbaasde hij zich over mijn woorden; ik liet hem toen het onderscheid zien tussen de koning en de leider Lamech.
Hoofdstuk 247: Henochs en Lamechs samenspraak vanwege de vertraging van het feestmaal. Henoch legt de geestelijke overeenkomst uit van de tempel en het binnenste van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Hier aan mijn zijde zie je al acht van zulke broeders en zusters, tegen wie Lamech als koning diep heeft gezondigd; Lamech als leider wil nu echter in naam van de Heer voor hun tijdelijk en eeuwig welzijn zorgen en is ook vastbesloten, dat allen zoveel mogelijk ten goede te laten komen, die de koning ooit hoe dan ook heeft onderdrukt en met name aan al diegenen te denken, die de koning heeft laten smachten in de gevangenissen.
Hoofdstuk 247: Henochs en Lamechs samenspraak vanwege de vertraging van het feestmaal. Henoch legt de geestelijke overeenkomst uit van de tempel en het binnenste van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Hierop omarmde Henoch Lamech en zei tegen hem: 'O mijn buitengewoon geliefde, waarachtige broeder in de Heer! Zie, nu heeft de Heer alle zonden van je weggenomen! Nu ben je zuiverder dan de zon aan de zuiverste middaghemel !
Hoofdstuk 247: Henochs en Lamechs samenspraak vanwege de vertraging van het feestmaal. Henoch legt de geestelijke overeenkomst uit van de tempel en het binnenste van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Hij riep dan ook al spoedig Brudal bij zich en vroeg aan hem: 'Maar luister, mijn lieve broeder! Wat is dat? Waar heb je deze door mij nog nooit geziene vruchten vandaan? Heb je soms ook wonderen gedaan! Hoe is dit in zijn werk gegaan?'
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Toen Lamech dat van Brudal had gehoord, wendde hij zich ook tot Henoch en richtte de volgende woorden tot hem: 'Luister, machtige vriend van de Heer! Je ziet hier vast ook, wat mij van opperste verbazing bijna sprakeloos maakt; zeg mij toch wat daar dan wel de oorzaak van kan zijn! Want het is wel waar, dat voor de Heer alle dingen mogelijk zijn en jullie ook door Hem tot grote dingen in staat zijn, - maar van mijn slechte vruchten deze edele te maken, dat is onbegrijpelijk voor mij!
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Maar toen Lamech die onbetamelijkheid van de kant van zijn bedienden zag, werd hij bijna boos en zei tegen de dienaren: 'O jullie vreselijk slangengebroed! Dank God de Heer, dat Hij nu mijn gerechte toorn in toom houdt! Waarlijk, anders zou voor deze daad de diepste van al mijn gevangenissen levenslang je deel geworden zijn!
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Zijn jullie mijn dienaren, wacht dan op mijn bevel, en handel daarna zoals jullie hoofdman Brudal deed; maar iedere eigenmachtigheid blijve verre van jullie!
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] God is nu mijn en jullie enige Heer, maar deze heeft jullie beslist niet opgedragen de armen bij mij weg te houden. Daarom hebben jullie blind en eigenmachtig gehandeld!
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Jullie, mijn arme broeders, kom met mij mee en versterk je in de zaal met spijs en drank!'
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868  ...