Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 856 van 1110

...  844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869  ...
[17] Stoor je niet aan de tekst waar staat: `De Vader is groter dan de Zoon', want dat betekent dat de liefde als de Vader in Zich het grondwezen van God is en uit haar komt eeuwig het licht voort en de eeuwig machtige Geest. Dat is voor jullie het tweede geloofsartikel.
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de monnikgeest met de sleutel doet als bewoner van dit hemels paradijs de deur open en gelast ons binnen te gaan. Wat denken jullie, zullen we dit bevel volgen of niet? Menig katholiek zou zeggen dat de gehoorzaamheid dat vereist. Maar omdat een ander principe zegt dat men God meer moet gehoorzamen dan mensen, zullen we deze wenk dan ook niet volgen maar fijn buiten blijven. En bovendien zal ik nog de vrijheid nemen deze toren, door hem heel even aan te raken met mijn rechterhand, ogenblikkelijk in nietig stof te veranderen. Maar omdat de sleuteldrager ons niet de volgende woorden bedreigt: als jullie niet ogenblikkelijk naar binnen gaan, zal ik dadelijk met geweld de hand aan jullie doen slaan, moeten wij wel naar de toren toegaan en wel zo ver, dat ik hem met mijn vinger kan aanraken. Nu zijn we bij de toren en zie, hij bestaat al niet meer!
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Ik moet eerlijk bekennen, God, de Heer is werkelijk een raadselachtig wezen en wanneer men denkt naar beste vermogen te hebben gehandeld, dan verijdelt Hij weldra alles. Zo heeft Hij de ene kerk na de andere gesticht, en wanneer een kerk echt uitgegroeid is om, zoals men wel zegt, aan Gods leiband te lopen, dan komt Hij en snijdt als een heidense Spartaan de band middendoor. Dan valt de hele kerkelijke kraam ondersteboven en blijft er niets van over dan hoogstens een naam zoals bij de stad Babylon. Nu weet men niet eens meer de plaats te vinden waar deze grote wereldstad eens lag. Ik, wat mij betreft, wil met deze drie mannen niets meer te maken hebben. Wil jij je verder nog met hen bezighouden, dan kun je dat doen. Maar of je iets met ze zult bereiken, dat betwijfel ik ten zeerste. Volgens mij zou een algemeen concilie over dit gebeuren het beste middel zijn. Maar hoe roep je het bij elkaar zolang deze drie aanwezig zijn?
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Ik zeg: geef dus een wenk en laat je oproep luid klinken. Onze monnik doet dat en een hele menigte komt reeds van alle kanten toegelopen. En kijk, hoe enkelen hun handen in elkaar slaan omdat ze de toren niet meer zien. Van alle kanten wordt gevraagd: in hemelsnaam, wat is hier gebeurd? Welke booswicht heeft dit gedaan? Onze betere monnik antwoordt met luide stem: luister broeders, ik zeg jullie, vraag daar niet naar, want de drie machtigen staan nog in ons midden. De middelste, die wij ellendig genoeg in de toren wilden opsluiten, heeft deze nauwelijks met één vinger aangeraakt en in een oogwenk was de toren vernietigd. Wij weten echter dat de macht van satan dat nooit klaar krijgt; wees daarom verstandig, opdat ons geen groter onheil mag treffen.
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk nu, hoe deze prior een heel erbarmelijk gezicht trekt en meteen heimelijk een kruisteken maakt over zijn gezicht en heimelijk tegen zijn buurman zegt: God sta ons bij! We staan oog in oog met de opperste drie-eenheid uit de hel; dat zijn Lucifer, Satan en Leviathan! Dat is wel zeker! Maar ons is een vraag gesteld; wat gaan we daarop antwoorden? Zwijgen we, dan vernielt deze drie-eenheid - God sta ons bij - ons hele klooster, ons paradijs en ons hemelrijk en stuurt ons tenslotte recht de hel in! Maar geven we hem antwoord, dan hebben we ons zo goed als aan de hel overgeleverd. Werkelijk, Gods beschikking neemt in deze wereld een vreemd karakter aan, zodat men zelfs in het paradijs en in de hemel niet eens goed weet waar men aan toe is. Maar daar ik uit de Schrift het apostolisch gezag van de roomse kerk helemaal niet kan bewijzen, zal het het beste zijn dat ik hem zeg zoals het ook werkelijk is: luister vriend, dat kan ik niet. Ik geloof wel dat de roomse kerk door Petrus is gesticht en zag dat ook in vanuit een historische traditie. Volgens deze traditie zou deze apostel meer dan twintig jaar in Rome hebben doorgebracht. Maar of zo'n traditie wel of niet authentiek is, dat weet de Lieve Heer beter dan ik.
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ik had wel anders willen handelen als God me niet zo'n teergevoelige huid had gegeven. Maar tengevolge van de uiterste teergevoeligheid van mijn huid en de steeds weer opgefriste aanblik van de vele laaiende brandstapels, koos ik de verstandigste weg en deed eigenlijk helemaal niets. Ik dacht bij mezelf waarachtig christelijk goed te doen volgens de zin van de goddelijke Stichter is in zulke omstandigheden zo goed als totaal onmogelijk. Daarom doe ik liever niets, doe zo goed mogelijk aan de uiterlijke domheden mee en probeer deze, zo goed en kwaad als het gaat, ten minste te gebruiken in mijn tijdelijk voordeel. Ik wist wel dat dit, als aan de leer van Christus iets authentieks was, verkeerd moest zijn, maar dan dacht ik weer:
Hoofdstuk 73: Een vraag aan de prior van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Het derde geloofsartikel luidt als volgt: wees van ganser harte deemoedig, bemin God in de enige Christus boven alles, en bemin elkaar zoals ieder zichzelf bemint. En laat ieder van jullie leven voor de ander en als de geringste zo veel mogelijk proberen allen te dienen!
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Hoor nu, op deze uitspraak van mij begint Petrus te jammeren en stelt Michaël tegenover ons op. Maar hijzelf rent terug en roept al zijn hemelse machten tegelijk te hulp. Maar wij geven Michaël een duwtje en kijk, ook hij rent weg, Petrus achterna en de trap is vrij. Laten wij dus maar direct naar boven gaan. Jullie zullen je er zelfs van overtuigen dat Petrus en Michaël met al de andere hemelse machten zich uit louter hemelse bescheiden politiek mooi op de achtergrond van de hemel zullen begeven.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Ik zeg jullie, dat heeft allemaal zijn goede redenen en jullie hebben in de tuin reeds gehoord hoe het bedenkelijke van de hemel daar goed verborgen wordt gehouden opdat de paradijsbewoners niet worden aangezet tot een mogelijke opstand en wel in het bijzonder van de kant van de dienstdoende engelen. Daar hoeft men hier minder rekening mee te houden want het ene bedrog sleept een volgend achter zich aan. Bij de volgende beschouwing zullen we echter duidelijk ontdekken, waarom deze hemel er zo plomp en materieel uitziet. Daarom zullen we ons bij deze gelegenheid ook dat eigen maken. Want jullie kunnen reeds bij voorbaat aannemen, dat de clausuur ook een zeer besloten hemel heeft.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Om kort te gaan, we zullen ons hier voorlopig niet langer bezighouden met het verder ontleden van deze hemel, want hij wordt ons zonder meer nog heel duidelijk en uitvoerig uitgelegd bij de komende successievelijke onthullingen van deze hemelbewoners. Jullie zullen hier letterlijk nog een zogenaamde hemelse komedie zien opvoeren. Deze bewoners gaan spoedig daarmee beginnen om ons uit hun hemel te verdrijven en wij gaan bij de eerstvolgende gelegenheid zo'n komedie bijwonen.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Nu zeg ik: goed, mijn beste vriend, je hebt niets verzwegen maar mij oprecht alles meegedeeld wat je volgens je herinnering in jezelf gevonden hebt. Maar ik zou van je willen horen op welke gronden jij vervolgens in dit paradijs bent gekomen. Want als jij bij jezelf, zoals je zei, overtuigd was van het volledige falen van de Kerk van Rome, dan moet je er toch ook van overtuigd zijn dat haar leer over het voortbestaan van de ziel na de dood even verkeerd moet zijn als al het andere. Ik moet je daarbij nog zeggen dat juist uit de katholieke kerk heel veel mensen hier beland zijn, die toch spoedig in het ware rijk Gods kwamen en verder moet ik nog opmerken dat, ook al zou de katholieke kerk zich in een volkomen antichristendom bevinden, ik me dan toch niet weet te herinneren dat ze de naastenliefde en de ootmoed ooit verboden heeft. Daarom zou ik van jou nog willen horen hoe het dan kwam dat jij, zoals reeds opgemerkt, in dit paradijs bent gekomen.
Hoofdstuk 73: Een vraag aan de prior van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Wanneer jullie deze drie geloofsartikelen volkomen in jezelf hebben opgenomen, dan pas wordt jullie de weg naar het eeuwige leven getoond. Van de aarde hebben jullie geen andere werken meegebracht dan bedrieglijke. Deze zijn hier voor jullie allemaal zichtbaar geworden. Ze hebben geen bestaansgrond. Daarom zullen ze ook heel spoedig voor jullie ogen verdwijnen en als een eendagsvlieg vergaan zodra jullie eigen innerlijke nacht jullie zal overvallen. Maar daarom heb ik jullie nu in naam van de Heer een nieuw zaad gegeven. Plant het in jullie hart opdat het een vruchtdragende plant mag worden. Deze vrucht zal voor jullie pas een levende versterking worden. Haar geest zal jullie liefde doen ontvlammen en deze vlam zal voor jullie de nieuwe weg verlichten die naar het eeuwig leven leidt.
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Zie nu, al de paradijsmonniken beginnen op hun borst te slaan en roepen: wat een afgrond onder ons, wat een diepte boven ons! Heer, wees ons grote zondaars genadig! Sluit de afgrond af en bedek de diepte boven ons want we zijn zelfs het kleinste vonkje van Uw genade niet waard! Vernietig ons, want we zijn waard te worden vernietigd; laat ons toch niet in leven, opdat we niet door U verdoemd zouden kunnen worden! Kijk, zo keren deze wat makkelijker in zichzelf dan de vorigen. Wij laten ze nu in deze stemming en begeven ons naar de kloosterhemel. Daar zullen jullie dan letterlijk gewaarworden dat het `medium tenere beati' (Gelukkig hij die het juiste midden aanhoudt.) hier reëel is want de hemel zal hier erger zijn dan de zielenslaap.
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie vragen nu wel: geliefde broeder en vriend, waar is die hemel dan? Ik zeg jullie, we hoeven helemaal niet ver te gaan om hem te zien. Kijk eens daar voor ons, dat imposante paleis en daar in het midden, bovenaan een trap, een klein poortje dat precies in het midden van het paleis is aangebracht. Dat is de ingang van de hemel, want jullie moeten weten dat de hemel en het paradijs niet ver van elkaar af liggen. Jullie vragen of Petrus en Michaël hier ook zijn. Zij zullen niet ontbreken, maar zij bevinden zich niet voor, maar achter de deur. We zullen hier niet met geweld in de hemel binnendringen, maar zullen als we aankloppen Petrus en Michaël meteen gewaarworden. Laten we dus naar het poortje gaan en daar kloppen, opdat we in de hemel worden binnengelaten.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Het is daarentegen ook weer zeker dat degene die de Heer waarachtig liefheeft, heel weinig reden heeft tot treuren, want verdriet is in de grond niets anders dan pijn over het verlies van een persoon of een voorwerp. Maar wanneer iemand de Heer bezit, wat kan hij dan nog verliezen dat hem pijn kan doen? Jullie weten uit de Schrift dat veel vrouwen bij de kruisiging van de Heer de zwaar mishandelde Heiland van de wereld zijn gevolgd en over Hem hebben geweend en gerouwd. Maar Hij heeft hun verdriet niet goedgekeurd maar verweet liet hun en gaf hun te verstaan dat ze beter over zichzelf, dus over hun zonden en over hun kinderen konden wenen.
Hoofdstuk 76: Het opblazen van de bedrieglijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869  ...