Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 857 van 1037

...  845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870  ...
[11] Met deze woorden verlaat de patheticus dit gezelschap en begeeft zich naar zijn bekenden. Emma wil hem tegenhouden, maar hij duwt haar opzij en loopt vlug weg.
Hoofdstuk 76: De oprechte schoenpoetser. De onwelkome Mierl De grote zielereiniging van de patheticus. De gekrenkte, hoogmoedige geest verlaat het hemelse gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Max Olaf zegt: 'Beste vrienden, en ook u, mijn arme Emma, volg mij gerust daarheen, naar die voortreffelijke man die nu met Dr. Jellinek in gesprek is. Ik wil daar voor jullie en wellicht ook voor mijn eigen heil een nederig verzoek tot hem richten. Wanneer hij ons zijn wonderbaarlijk hulpvaardige hand reikt, zullen we ook geholpen zijn. Maar bij hem moet je wel heel goed opletten, dat heb ik reeds opgemerkt. Want hoe onuitsprekelijk goed hij ook mag zijn, hij bezit daarnaast ook een enorme wijsheid, waarvoor zelfs onze diepzinnigste gedachten smelten als sneeuw voor de zon. Zoals we denken en voelen, moeten we tegen hem ook spreken, want voor zijn scherpzinnigheid valt niets te verbergen! Kom daarom met me mee, misschien vinden we genade bij hem.'
Hoofdstuk 74: Verrassingen voor de patheticus. Hij vindt oude bekenden. Olafs goede raad - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze woorden begeeft Max Olaf zich meteen naar Mij toe, buigt diep en zegt: 'Hooggeachte, wijze en zeker ook liefdevolle vriend, van al datgene wat er tijdens mijn aanwezigheid hier aan wonderlijks is voorgevallen, is mij niets ontgaan. Maar daarbij heb ik ook gemerkt, dat alles alleen maar van u afhankelijk is. U schijnt tenminste hier in dit huis de grondslag van alles te zijn. Het lijkt ook, of het hier alleen van u afhangt of iemand gelukkig of ongelukkig zal worden. Wie u gewonnen heeft, die heeft, zo komt het mij voor, alles gewonnen! Vertrouwend op uw klaarblijkelijke goedheid ben ik, misschien de onwaardigste van allen, zo vrij om uit 'de grond van mijn hart te vragen, aan die drie daar, namelijk twee mannen en een armzalige vrouw, uw genade, liefde en vriendschap te willen schenken. Er kleeft aan hen, evenals aan mij, nog menige aardse ballast, die in deze geestenwereld nauwelijks te gebruiken zal zijn. Maar wij zijn allemaal, zo waar God leeft, met goede wil bezield en zullen met alle kracht proberen aan te vullen wat ons nog ontbreekt, om ons daardoor uw genade waardiger te tonen.'
Hoofdstuk 75: Olafs verzoek om hulp voor zijn vrienden. De belofte die de Heer hem doet. Mensenzielen-visvangst. De koppige patheticus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] De patheticus zegt vlug: 'Ik moet je werkelijk om vergeving vragen, mijn anders zeer geachte vriend! Bij deze veronderstelling kan ik u niet volgen! Een mens voor de enige God aanzien? Werkelijk, dat is me te kras! Ik heb niets op zijn wijsheid en zijn innerlijke wilskracht aan te merken en evenmin op zijn goedheid. Want de Lerchenfeldse ontwikkelt zich fameus onder de invloed van zijn goedheid. Maar dat u hem ons als Godheid aanduidt, daartegen moet ik protesteren. In Mozes staat: 'Gij zult in één God geloven' en verder: 'Niemand kan God zien en in leven blijven, want God is een verterend vuur!' En luister verder wat de wijze Jood Jezus, die u ook voor een God houdt, zelf ergens zegt, ik meen bij Johannes; Hij zegt: 'Niemand heeft ooit de Godheid gezien. Maar wie Zijn woord hoorde, het zou aannemen en er naar zou handelen, die zou daardoor de Geest Gods in zich opnemen, en deze zou in hem wonen'. Ziet u, ook ik ben tamelijk vertrouwd met de Bijbel, maar er staat nergens dat een mensengeest, ook al is hij uit God, daardoor ook het allerhoogste, in het eeuwig ontoegankelijke licht wonende Godwezen zelf zou zijn. En omdat u, mijn verder allerdierbaarste vriend, dit schijnt te beweren van hem die de Lerchenfeldse zo mooi heeft gemaakt, kan ik echt niet met u mee gaan.'
Hoofdstuk 75: Olafs verzoek om hulp voor zijn vrienden. De belofte die de Heer hem doet. Mensenzielen-visvangst. De koppige patheticus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De patheticus zegt erg verontwaardigd: 'O, wat krijg ik nu over me heen! Het vagevuur schijnt er al te zijn, en dus zal de hel ook wel niet ver weg zijn. Dat is toch om hels van te worden! Nu is me dat loeder van een Mierl ook nog hier, en bovendien nog mijn godzalige vrouw! Nou, dat kan nog wat worden! Mijn vrouw is toch een paar jaar vóór mij naar de eeuwigheid gegaan. En ik dacht, omdat ze de laatste tijd zo vroom heeft zitten zuchten en zo zalig ontsliep in de Heer, dat zij allang op een hemelwolkje rond zou zweven. Maar nee hoor, ze is hier, en nog wel een stuk ellendiger dan op aarde vlak voor haar dood. En nu komt tot overmaat van ramp mijn maîtresse, die een tong heeft als een scheermes, er ook nog bij. Nou, dat mankeerde er nog maar aan om met zo'n gezelschap naar die man toe te gaan die me al eerder ondubbelzinnig te verstaan heeft gegeven, dat ik nog zeer verdeemoedigd zal worden. Maar ik voel wel aan wat er gaat komen en zal me er wel voor hoeden om naar die magiër en zijn verheerlijkte Lerchenfeldse te gaan! Moet je dan in deze beroerde wereld alle narigheid tegelijk krijgen!? O goeie genade nog aan toe! Als dit geen rampen zijn, dan weet ik niet meer wat je nog een ramp zou kunnen noemen! Misschien komen mijn andere, tijdelijke liefjes ook nog opdagen en allerlei groepjes, die ik soms voor de grap met hen vormde?'
Hoofdstuk 76: De oprechte schoenpoetser. De onwelkome Mierl De grote zielereiniging van de patheticus. De gekrenkte, hoogmoedige geest verlaat het hemelse gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Max Olaf zegt echter: 'Laat hem gaan! Misschien gaat hij op zijn opstanding af... of zijn ondergang tegemoet! Wij willen die heer daar echter vragen, dat Hij voor hem genade voor recht wil laten gelden. En laten wij dan nu naar hem gaan, naar de redder der mensen!'
Hoofdstuk 76: De oprechte schoenpoetser. De onwelkome Mierl De grote zielereiniging van de patheticus. De gekrenkte, hoogmoedige geest verlaat het hemelse gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Zo'n twintigtal begeeft zich met Max Olaf naar mij toe. De aanvoerder buigt diep voor Mij en zegt: 'Mijn Heer en hoogste Vriend, op Uw aanraden heb ik, wals U ziet, een kleine mij door mijn hart ingegeven werving gehouden en dit gezelschap hier bij U gebracht.
Hoofdstuk 77: Olafs voorspraak bij de Heer. Goede getuigenis van de Godheid van Jezus en volledige overgave aan de wil van de Heer. Verzadiging van de arme zielen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Allen zeggen: '0 beste, hemelse vriend, meer dan nodig zou zijn om op aarde van honger en dorst te vergaan! Als we slechts een kleine versterking zouden kunnen krijgen, wat zou dat ons gemoed opbeuren! Wees daarom zo goed om ons naar Uw vermogen iets te laten brengen.'
Hoofdstuk 77: Olafs voorspraak bij de Heer. Goede getuigenis van de Godheid van Jezus en volledige overgave aan de wil van de Heer. Verzadiging van de arme zielen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Onder veel dank- en lofbetuigingen eten en drinken zij, die hier naar toe gebracht waren. En wanneer ze al spoedig verzadigd en gesterkt voor ons staan, zegt Max Olaf: 'O Heer, nu sta ik hier voor U, en heb nu geen enkele twijfel meer: u bent het, en nooit en te nimmer iemand anders! U alleen komt al onze verering, aanbidding en liefde toe!'
Hoofdstuk 77: Olafs voorspraak bij de Heer. Goede getuigenis van de Godheid van Jezus en volledige overgave aan de wil van de Heer. Verzadiging van de arme zielen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Helena heeft er de meeste moeite mee om te zwijgen. Maar Jellinek zegt tegen haar: 'Lieve zuster, brand innerlijk zo veel je wilt en kunt, maar beheers je naar buiten toe, zodat er geen gericht komt over diegenen die hier nog blind van hart zijn. We zullen nu echter een grote beraadslaging gaan houden, zoals de Heer mij in het geheim heeft toevertrouwd. En daarbij moeten we ons zo rustig mogelijk gedragen, zodat diegenen die nog niet inzien dat de Heer van alle leven zo bijzonder dicht bij hen is, het niet merken. Dus wees nu rustig!'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Zo redeneerde de patheticus bij zichzelf, maar ook de omstanders vernamen zijn woorden. Zijn vrouw trad naar voren en zei vriendelijk tegen hem: 'Johan, ik wist immers op aarde al hoe je leefde. Dat was ook de reden van de onenigheid, die er de laatste tijd tussen ons bestond. Maar ik heb je desondanks alles vergeven. Maak daarom ook jij hier voor God alles weer goed met mij, je aardse vrouw, die uit pure liefde alles voor je heeft opgeofferd, zelfs de liefde van haar vader. Wees niet bang voor mij, want ik zal je geen verwijten meer maken. Volg nu echter ook Hem, van wie jij op aarde steeds voorgaf dat je Hem alleen volgde. Hoe vaak heb je mij beschuldigd van oud-aristocratische hoogmoed, maar hier in het rijk van de verdeemoediging ben jij honderd keer hoogmoediger dan ik en mijn familie! Hoe komt dat?'
Hoofdstuk 76: De oprechte schoenpoetser. De onwelkome Mierl De grote zielereiniging van de patheticus. De gekrenkte, hoogmoedige geest verlaat het hemelse gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Nu komt Mierl naar voren en zegt tot Emma: 'Mevrouw, ik vraag u duizend keer om vergeving, omdat ik iets met uw man heb gehad. Ik ben verder altijd een goed en braaf meisje geweest. Maar buiten bij de Sperl heb ik op een dag uw man leren kennen en die heeft me daar heel erg het hof gemaakt, en me bij hoog en bij laag beloofd met me te zullen trouwen; en toen heb ik echt gedacht, dat dat best mogelijk zou kunnen zijn! Maar dat schijnheilige varken heeft me van jaar tot jaar aan het lijntje gehouden en van trouwen was geen sprake meer. Ik heb echter niet geweten, dat hij getrouwd was! Ziet u, dat heb ik pas hier gehoord. Maar verheugt u zich maar, want ik zal die losbol wel eens mijn mening zeggen! Nou, zijn bedrogen Annemierl zal hem heugen!'
Hoofdstuk 76: De oprechte schoenpoetser. De onwelkome Mierl De grote zielereiniging van de patheticus. De gekrenkte, hoogmoedige geest verlaat het hemelse gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Als Max Olaf dat hoort, gaat hij naar de patheticus toe, valt Mierl in de rede en zegt: 'Wel, beste vriend, daar komen dan de werkelijk fraaie verhalen over uw aardse levenswandel te voorschijn! Waarlijk, daarover heb ik van u nooit iets vernomen. Ja, nu begrijp ik zo het een en ander, wat ik anders nooit zou hebben begrepen. Dus zo'n soort trouwen liefde bewees u uw goede vrouw? 0, wat een zwijnjak van een heer! Ja, nu weet ik, waarom u die Lerchenfeldse zo schuwt! Zij zal misschien ook wel menig keer betrokken zijn geweest bij uw slippertjes? Daarom bevalt het u ook helemaal niet om met mij daarheen te gaan, waar men u beter blijkt te kennen dan ik u ooit gekend heb. Vriend, als het zo gesteld is met uw handel en wandel als echtgenoot en u desondanks toch nog voor een man van eer wilt doorgaan, dan moet ik u toch werkelijk verzoeken om maar niet met mij mee te gaan naar die zuivere en heilige mensenvriend. Ik zou wel heel weinig respect hebben voor die heilige, als ik zo'n toonbeeld van een zwijnjak bij Hem zou brengen. Doe nu maar wat u wilt; ik zal me er wel voor hoeden voortaan nog met u om te gaan.
Hoofdstuk 76: De oprechte schoenpoetser. De onwelkome Mierl De grote zielereiniging van de patheticus. De gekrenkte, hoogmoedige geest verlaat het hemelse gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] Ik zeg: 'Wel, zie je, nu is het tussen ons tweeën weer helemaal in orde en daar ben Ik blij om. Ga jij nu ook met Mij naar de vergadertafel. Daar kom je vlak naast Mij zitten en kun je ons af en toe ook raad geven over wat er nu eventueel zou moeten gebeuren met de al te slechte wereld op aarde.'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[27] Ik zeg: 'Och, maak je daarover geen zorgen! Als je al zo nu en dan een beetje zwak wordt, heb Ik een heleboel versterkingen bij Me, die je weer op de been zullen helpen. Wees daar maar niet bang voor. Maar nu begeven we ons naar de vergadertafel. Kom dus mee en ga hier vlak naast Mij zitten!'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  845 - 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870  ...