Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 858 van 1112

...  846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871  ...
[7] Wat is dus de mens? Hij is in zijn volmaakte, aan God gelijke gestalte in zekere zin een gemeenschappelijk leven van talloze voorafgegane, afzonderlijke levens, dat bij het steenmos zijn eerste levenstekenen begon te ontwikkelen, zich daarna door het gehele plantenrijk heen werkte, vanuit de plantenwereld overging in de dierenwereld en zich vanuit de gezamenlijke dierenwereld pas tot de volmaakte mensenvorm ontwikkelde.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Om deze vraag geheel begrijpelijk te beantwoorden, moet ik jullie erop attent maken dat de voor jullie natuurlijke, bewoonbare werelden eigenlijk op zich niets anders zijn dan, ten minste in jullie ogen, chaotische conglomeraten van zielen en nog eens zielen die in de oertijd aller tijden als geordende omhulsels van de geesten uit God bij de algemene val van de ene grote gemeenschappelijke geest noodgedwongen mee moesten vallen. Uit deze zielen of geestelijke omhulsels zijn toen pas door de erbarmende en eindeloze wilskracht van de Heer de werelden zoals ze zijn geschapen, en ze zijn er nu opdat deze zielen na een wijs uitgestippelde opeenvolging van fasen weer met hun geesten verenigd mogen worden.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Die mensengeest die door zijn liefde, deemoed en wijsheid het dichtst bij de Heer staat, is al steeds meer een gemeenschappelijke geest, omdat zijn liefde, deemoed en wijsheid al vele andere geesten in zijn sfeer hebben getrokken en sommigen nog voortdurend blijven aantrekken, ook al leven zulke gemeenschaps-geestmensen allang niet meer lichamelijk op aarde. Zoiets manifesteert zich in de geestelijke wereld als een vereniging, die zo gevormd is, weliswaar in haar meest uitgedijde omvang, dat de specifieke gemeenschapsgeest op zich een zelfstandige persoonlijkheid is.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Hoe men echter in zekere zin nog een gemeenschappelijke geest kan zijn terwijl men op zich eigenlijk een afzonderlijke geest is, dat zullen we, zoals gezegd, met nog een paar duwtjes proberen duidelijk te maken. Eén duwtje vindt men allerduidelijkst in een uitspraak van de Heer Zelf, waarin Hij zegt:
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Dat is ook het geval met de eerste verbreiders van de leer van de Heer, evenals met Swedenborg, die jullie ook hebben leren kennen. Jullie aardse verwanten echter zijn enerzijds weliswaar leden van zo'n vereniging, maar anderzijds hebben ook zij door hun liefdewerken veel mensen naar zich toegetrokken en daardoor ook weer verenigingen gevormd waardoor zij op hun manier dus ook kleine voorgangers van hun vereniging zijn geworden. Om die reden konden jullie hen dan ook op de algemene plaatsen in de sfeer van de Heer als afzonderlijke verenigingsgeesten zien.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Wie bijvoorbeeld het lutherse geloof volledig heeft aangenomen, woont geestelijk gezien al in de algemene geestelijke vorm van Luther, ofwel hij is een lid van de lutherse vereniging. Dat is dan een grote vereniging, die onderverdeeld is in weer een groot aantal kleinere verenigingen die men gemeenten kan noemen en die stuk voor stuk weer hun eigen leider hebben. Zo'n gemeente heeft altijd zijn voorganger of leider, die in zekere zin een algemeen geestelijk lichaam of een kleinere vereniging is, waarin al diegenen die zich in zijn geloof en liefde kunnen vinden, zich thuisvoelen.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Waarom dan wel? Omdat zij niet slechts door hun liefde tot de Heer op zich groot worden, maar omdat hun liefde tot de Heer iets oneindigs inhoudt, worden zij leiders van hemelse verenigingen en voor het aangezicht van de Heer dijt de liefdessfeer van zo'n zalige geest als het ware uit tot een tweede grote mens. En deze sfeer op zich is nu juist zo'n hemelse vereniging, waarin al die goede geesten worden opgenomen die dezelfde liefde voor de Heer voelen als de leider en dus ook de schepper van de vereniging.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Jullie zetten nu wel een erg verbouwereerd gezicht en zeggen: hoor eens beste vriend, hoe zit dat nu? Waarlijk, wat je daar zegt komt ons nogal onzinnig voor, want de Heer heeft ons toch de namen van de afzonderlijke geesten die naar ons toekwamen, bekendgemaakt en daaronder bevonden zich zelfs enkele aardse, naaste bloedverwanten van ons. Deze kunnen op zich toch niet zo'n algemene hemelvereniging van engelen vormen? Bovendien hebben we hen, na te zijn binnengegaan in hun sfeer, precies zo gezien als voorheen en zij hebben met ons gesproken zoals jij en ze hebben ons rondgeleid. Hoe zouden we dat dan moeten begrijpen?
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Soortgelijke voorbeelden vinden we op aarde immers ook. De statenbonden laten daarvan al een duidelijk voorbeeld zien en iedere staatsburger draagt in zekere zin de naam van de hoogste leider; dat kan een keizer, koning, hertog, vorst enzovoort zijn. Kleinere verenigingen zijn steden, gewesten, dorpen en gemeenten, waarvan iedere inwoner in zekere zin ook de naam draagt, want men zegt: dat is een Parijzenaar, dat is een Londenaar, dat een Wener, enzovoort. Nog meer kenmerkend voor ons geval vinden we dit terug bij religieuze verenigingen, die men trouwens heel ontoepasselijk 'sekten' noemt. Bekijken we eens zo'n sekte, dan zien we dat elke sekte zijn oorspronkelijke stichter heeft. Wat betekent zo'n stichter voor de door hem opgerichte sekte? Hij is het hoofd van zo'n sekte of vereniging, die zich geestelijk gezien ontwikkelt tot een algemene vorm, die volkomen overeenkomt met de typerende ideeën van de stichter.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Ik zeg jullie, mijn lieve broeders en vrienden, het zal voor jullie wel tamelijk moeilijk worden om de onderlinge verhoudingen in de hemel volkomen te doorzien. Wat ik echter kan doen om jullie geestelijk te corrigeren, zal ik ook doen en ik zal jullie weer allerlei duwtjes geven, waardoor jullie ten minste de grote waarheid nader op het spoor kunnen komen. Luister dus! Wat zei de Heer toen Hij eens een getuigenis over Johannes de Doper gaf? Zijn woorden luidden: 'Van allen die tot nu toe uit vrouwen geboren werden, was er niet een groter dan hij; maar de kleinste in het rijk Gods is groter dan hij!' Wat wil dat nu zeggen? Niets anders dan: van alle individuele mensen is niemand op zich groter dan Johannes; maar de geringsten onder hen die volgens de leer van de Heer als zuivere godskinderen in het nieuwe rijk der hemelen worden opgenomen, zullen reeds groter zijn dan de grootste individuele mens op zich.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] De geesten die jullie daar heen en weer zagen wandelen, zijn eigenlijk geen afzonderlijke geesten, maar iedere geest die jullie daar op dat oppervlak als afzonderlijke geest hebben gezien, is een hele vereniging van talloze geesten, waarvan iedere geest op zich weer talloze kleinere verenigingen in zich draagt, die eveneens ieder op zich uit zalige geesten bestaan, op dezelfde manier zoals wij hier nu bijeen zijn. Aangezien jullie eerst in de sfeer van zo'n grote geest tot een meer gedetailleerde aanschouwing van de geestelijke en hemelse dingen zijn gekomen, kunnen jullie je er gemakkelijk van overtuigen dat dit volkomen juist is.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Toen jullie in aanwezigheid van de Heer het oppervlak van de geestelijke zon hebben betreden, hebben jullie het oppervlak van de zon niet inzonderheid, maar in de oneindige sfeer van de Heer heel in het algemeen betreden, want in de sfeer van de Heer is nimmer een eindig, gedetailleerd beeld op zich denkbaar. In Zijn sfeer krijgt ieder gedetailleerd verschijnsel op zich, meteen iets onbegrensds, iets oneindigs en de eenvoudige grond die jullie toen hebben betreden, was de grond van de oneindige geestelijke zon van de Heer, waarin alle oneindige sferen besloten liggen.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Kijk, we zijn al op het geestelijk oppervlak van jullie zon aangekomen. Hoe bevalt het jullie hier? Zoals ik merk, trekken jullie hoogst verwonderde gezichten en zeggen: waarlijk, ook hier is het onvoorstelbaar heerlijk en aangenaam om te zijn. Er valt weliswaar van die bijna huiveringwekkende, glanzende pracht van de vroegere zonnewereld geen spoor te ontdekken, maar desondanks zijn hier de echt liefelijke tuinen en de buitengewoon prachtige bloemrijke weiden, bebouwd met lieftallige huisjes, ook bijzonder verrukkelijk om te zien. Wat echter de aanblik hier nog lieflijker maakt, is dat we hier in de tuinen en in de weiden heel in het bijzonder rondom de huisjes een heleboel kindertjes zien en ook grotere mensengeesten, die zich heel vriendelijk met die kindertjes bezighouden.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Zie, mijn lieve kinderen, dat is een buitengewone, zeer gewichtige vraag die zich slechts door de daad, maar nooit door de zelfs allerwijste woorden laat beantwoorden. Tevens maak ik jullie allen erop attent dat na het afleggen van het lichaam onze geestelijke toestand eveneens buitengewoon heerlijk is, zodat deze aan uiterlijke pracht en heerlijkheid zeker al het denkbare verre overtreft. We zijn hier in ons lichaam al zo buitengewoon mooi gevormd, dat onze uiterlijke vorm, naar ik heel goed heb gemerkt, zelfs de kinderen van God een grote bewondering afdwong; en toch is deze lichamelijke schoonheid nauwelijks een vluchtig schaduwbeeld van de schoonheid die eigen is aan onze onsterfelijke geest. Zo zijn ook onze uiterlijke, stoffelijke woningen al van zo'n stralende schoonheid, dat bewoners van andere, kleinere werelden bij de eerste aanblik daardoor hun leven zeker zouden verliezen. Toch kost het bouwen ervan ons slechts geringe moeite, want met de macht van onze verenigde wil zijn we immers volkomen heer en meester over de materie die zich moet voegen, buigen en verheffen naar onze wil.
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Verder hebben we grondig en nauwkeurig kennis genomen van de hoedanigheid van een kind van God en weten nu waarom het als zodanig moet worden erkend. Ten derde is ons heel duidelijk uitgelegd, hoe alle vrije schepselen die zich van zichzelf bewust zijn en God als hun Schepper erkennen, op de meest eenvoudige en zeker meest doelmatige manier, kinderen van God worden.
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871  ...