15542 resultaten - Pagina 858 van 1037
... 846 - 847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 ...
[5] Adam zegt: 'Heer, Gij eeuwige liefde! De aarde was nog nooit zo slecht als nu, maar ook Uw liefde was nog nooit zo groot als nu! Handel met haar naar Uw liefde. Want zie, de zee, het verziende oog van de aarde, is blind geworden. Leg er een machtig vuur in en laat het door zijn geweldige vlammen licht worden in de afgronden, zodat daardoor alle monsters schrikken en van smaad vergaan, hetgeen hun uiteindelijke loon zal zijn voor hun duistere daden! Zo zag en zie ik het als de eerste mens van de aarde'.Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Daarop zegt Noach: 'Heer, tot U heb ik altijd gebeden en trouw het geloof en de liefde bewaard. Toen zo'n vierduizend jaar geleden mijn broeder Mahal het verlangen kreeg om zijn blik van de heilige hoogten op het laagland te richten en een reis naar Hanoch te maken, waar Drohuit en Funghar Hellan zo vreselijk huishielden, en toen een dochter van Mahal koningin werd in het laagland... zie, toen riep U mij en toonde mij, hoe ik een geweldige ark moest bouwen voor de redding van mijn kleine familie en vele dieren die door Uw macht vanuit alle windstreken der aarde in de ruimte van de ark werden gedreven.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] En Lot luisterde naar mijn woorden, nam ze ter harte en sprak: 'Broeder, ik heb voor mij het westen uitgekozen; daarheen wil ik trekken. Het staat jou echter vrij om te blijven of te vertrekken naar het noorden, het zuiden of het oosten. Waarheen je ook mag trekken, vergeet Lot daar dan niet!' En we zegenden elkaar en vertrokken; hij in westelijke richting en ik in oostelijke richting.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Toen echter beide steden met alle inwoners en het vee in de poel begraven lagen, zag Uw hart naar deze plek om. En het harde gericht over Sodom en Gomorra berouwde U wederom, en U sloot met mij een verbond en gaf me de belofte dit na te komen als blijk van Uw grote barmhartigheid.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] O Heer, aarzel nu niet meer; laat de vele groene bladeren aan de boom des levens niet afvreten door de zondige vraatzucht van het dier, maar handel naar Uw belofte! Want zie, de tijd heeft zich tot volle rijpheid ontwikkeld en Uw kinderen roepen nu luidkeels: 'Vader, maakt U op! Laat Uw rechten gelden! Grijp de bijl van Uw gerechtigheid en slacht het dier, dat met zijn gewei zelfs al tegen de fundamenten van de hemel begint te stoten!' Amen!'
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Toen ik in het land Kanaän met mijn broeder streed over de verdeling van de grond, zag U mijn hart aan en vond het bereid tot inschikkelijkheid. En zie, U raakte mijn ziel aan en ze sprak tot Lot: 'Broeder, vrij zul jij kiezen. Zie hoe groot de bodem van de aarde is. Waarom zullen we dus twisten over het vergankelijke bezit ervan? Je mag wegtrekken of blijven! Trek jij naar het westen, dan trek ik naar het oosten, zodat er vrede en eendracht moge heersen tussen ons en tussen al degenen die ons zullen volgen. Als jij echter wilt blijven, zwaai dan met je staf naar die streek waarheen je wilt dat ik zal gaan, en ik zal handelen naar jouw wil. Maar we kunnen hier nooit samen wonen, als jij niet de weg van de vrede wilt bewandelen!'
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Maar in zijn rijke gewesten verhief het volk van Lot zich spoedig tot grote welstand, bouwde Sodom en Gomorra en begon steeds doldriester te worden. Ik stuurde afgezanten naar Lot, maar zonder resultaat. Verscheidene werden gedood en de weinigen die terugkwamen, brachten steeds slechte berichten mee. En zie, in die tijd hebt U wederom mijn hart beproefd, en het werd door U rechtvaardig bevonden. En U zond boodschappers vanuit de hoogte tot mij en deze deelden me mee wat Uw plannen zouden zijn met Sodom en Gomorra. Ik schrok daar echter van, smeekte U om verschoning en hield U de eventueel rechtvaardigen voor ogen. Maar Uw oog vond er geen, behalve Lot. En zie, o Heer, hem hebt U gered! Maar Sodom en Gomorra liet U verwoesten door vuur van boven.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] En zie, Ik kan met spreken beginnen wanneer Ik maar wil, en toch ben Ik steeds de Eerste en Mijn woord is eveneens altijd het eerste, omdat Ikzelf de Eerste ben! Begrijp je dat? Wees nu maar weer rustig en luister heel goed naar wat Mozes gaat zeggen. De verschijningen zullen naderhand als Ik ga spreken, wel te voorschijn komen. Kijk, Mozes staat al op; dus luisteren we nu naar wat hij gaat zeggen!'
Hoofdstuk 80: Helena’s ongeduld wordt tot rust gebracht. Mozes en David spreken. Helena's tussenspraak en Davids narede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Toen ik zag dat de woede van de koning van uur tot uur toenam, en er nog bij kwam dat een hoveling een Israëliet erbarmelijk sloeg, greep ik verontwaardigd die ellendeling beet, sloeg hem dood en begroef hem haastig in het zand. De Farao, die dit spoedig vernam, liet me zoeken om me te wurgen. Maar ik vluchtte nog net op tijd naar Midian. Toen ik daar aangekomen was bij de priester Rehüel, die zeven dochters had, kreeg ik weldra één daarvan, die Zippora heette, tot vrouwen werd daarop herder over de schapen van Jethro, de broeder van de priester!
Hoofdstuk 80: Helena’s ongeduld wordt tot rust gebracht. Mozes en David spreken. Helena's tussenspraak en Davids narede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Pas toen ik Jethro' s schapen weidde aan de voet van de berg Horeb, kwam een engel van U tot mij en gebood me met hem mee te gaan naar een doornstruik die hevig brandde. Hier gebood Uw stem mij mijn schoenen uit te trekken, omdat de plaats waar ik stond heilig was. Toen gaf U mij de heilige opdracht naar Egypte te trekken en Uw volk te bevrijden. U gaf mij een staf om daarmee zevenvoudig de Farao te slaan, wiens hart U zo verhard had, omdat hij U niet wilde erkennen.
Hoofdstuk 80: Helena’s ongeduld wordt tot rust gebracht. Mozes en David spreken. Helena's tussenspraak en Davids narede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Zie, O Heer, nu is er meer dan Farao's hardheid in de harten van de vele grote en kleine machthebbers gekomen. Ze offeren niet meer slechts de eerstelingen van hun volkeren omwille van de eer van hun troon, maar sturen vele duizenden naar de slachtvelden en laten hen vechten en elkaar wurgen, erger dan vroeger het geval was bij de meest duistere heidenen. Deze zijn allemaal gedoopt met Uw woord en in Uw naam en hebben Uw wet: 'Gij zult niet doden!' Maar desondanks moorden zij steeds maar door, en zijn doof en stom en blind geworden. Ze horen de stem van hun arme broeders niet en zien niet de grote ellende van de ongelukkigen.
Hoofdstuk 80: Helena’s ongeduld wordt tot rust gebracht. Mozes en David spreken. Helena's tussenspraak en Davids narede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] O Heer, hoe lang nog zult U zulke gruwelen van verwoesting blijven aanzien? O Heer, verhef U toch eens, zoals U beloofd hebt! Geef mij de staf weer, waarmee U via mijn hand de hardvochtige Farao sloeg en Uw volk hebt gered! Ik, Uw oude, getrouwe Mozes, ben nu weer bereid op Uw wenk naar de aarde af te dalen om daar alle verharden en verstarden te slaan en Uw kinderen te redden uit hun al te grote nood! O Heer, verhoor Uw oude knecht Mozes en verhoor de beden van Uw bloedende kinderen! Uw naam worde geheiligd en Uw alleen heilige wil geschiede nu, zoals altijd en eeuwig op aarde, alsook in de hemelen!'
Hoofdstuk 80: Helena’s ongeduld wordt tot rust gebracht. Mozes en David spreken. Helena's tussenspraak en Davids narede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] In Uw toorn, Heer, gaf U Uw volk een koning, toen het zonde op zonde stapelde en bovendien ook nog een koning wilde hebben. En deze toorn van U duurt nog steeds voort en er wil maar geen einde aan komen. Want alle volkeren hebben nu koningen en zelfs naar heidens gebruik keizers, die de volkeren steeds tot voorbeeld dienen van de hoogste trots en onverzadigbare hoogmoed!
Hoofdstuk 80: Helena’s ongeduld wordt tot rust gebracht. Mozes en David spreken. Helena's tussenspraak en Davids narede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Er mogen wel koningen blijven, maar ze moeten nu van hun te hoog opgestelde tronen naar hun volkeren afdalen en met hen samen mens zijn en hun verschaffen wat goed en billijk is! Maar eveneens moeten ook de volkeren aan hun koningen slechts eisen stellen, die redelijk en uitvoerbaar zijn. Maar nu worden aan beide kanten de snaren te strak gespannen en daarom zal het wellicht niet eerder beter worden dan wanneer de snaren helemaal springen. De koningen zullen hun volkeren en daarop de volkeren hun koningen slaan!
Hoofdstuk 80: Helena’s ongeduld wordt tot rust gebracht. Mozes en David spreken. Helena's tussenspraak en Davids narede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Broeder Paulus stichtte haar waar en zuiver en verscheidene eeuwen lang heeft ze min of meer zuiver voortbestaan. Maar deze gemeente is sinds bijna duizend jaar geleden overgegaan in een zeer onzuiver, vaak zelfs boosaardig heidendom, slechts azend op goud, zilver, macht en op de absolute heerschappij over alle volkeren der aarde. En om dit doel te bereiken zendt ze naar alle windstreken de sluwste missionarissen uit! Zeg ons, o Heer, zult U dan nooit eens paal en perk stellen aan zo'n buitensporig boosaardige handelwijze?
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)