Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 859 van 1490

...  847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872  ...
[30] U hebt de echte zon voor ons gewekt door uw kracht, van u en haar zijn derhalve al deze grote werken.
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[33] Bij deze woorden schrok Adam zo geweldig dat hij uitriep: 'O almachtige God, wat is dit voor een vervloekte dag, wat voor een vervloekte zon en wat voor een vervloekt gezang?!'
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[34] Bij deze woorden van Adam verhief de hoge Abedam Zich een weinig van de grond en vroeg aan hem: 'Adam, wat mankeert jou, dat je vloekt?'
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[35] En bevend antwoordde Adam: 'O Abedam! Kijk eens naar deze valse dag; hoe die een werk van de satan is!'
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[36] Maar Abedam zei daarop: 'Adam, waarom heb je hem nu veroordeeld? Zie, daarom zal hij niet de laatste dag van de aarde zijn; deze dag zal zich op aarde als onkruid vermeerderen en dit onkruid zal niet uit te roeien zijn tot aan het einde van alle tijden!'
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[38] Maar Abedam antwoordde hem: 'Zie, ook de aanstichter van deze dag is vrij net als jij en leeft vanuit Mij! Wij zullen hem daarom zijn tijd laten; hij moet haar maar verlengen zo lang hij wil!
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[43] Deze woorden kalmeerden Adam; Abedam ging weer op de grond liggen en Adam, Seth en Eva volgden Zijn voorbeeld en letten niet meer op de zon van Lamech uit de diepte.
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] liet voortdurend geknetter van de bliksems boezemde Adam een overmatige angst in en totaal bevreesd dacht hij in stilte bij zichzelf: 'Mijn God en mijn Heer, mijn geliefde heilige Vader! Als het nu Uw grote vijand, de Leviathan, deze machtige slang des verderfs, wellicht toch nog gelukt is U te slim af te zijn, en terwijl U hier zegenend temidden van ons verblijft, zichzelf op de troon van Uw eeuwige heiligheid heeft geworpen, wat moeten wij dan beginnen?
Hoofdstuk 92: De ochtendstorm op de hoogte. De ochtendzegen van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] O aarde, bestaat er wel een hoekje waar nog onzinniger gedachten dan deze kunnen opkomen?!
Hoofdstuk 92: De ochtendstorm op de hoogte. De ochtendzegen van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Opdat je echter inziet hoe ontzettend onbeduidend en dwaas jullie vrees is, gebied ik deze vreselijke vijand te verdwijnen naar een of andere modderpoel in de diepte!
Hoofdstuk 92: De ochtendstorm op de hoogte. De ochtendzegen van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Bij deze woorden stond Abedam ook op; en Hored viel uit overgrote liefde aan Zijn voeten neer en bedankte Hem voor zo'n machtige zegen.
Hoofdstuk 92: De ochtendstorm op de hoogte. De ochtendzegen van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Na deze vriendelijke order liet hij hen dadelijk de niet spijzen gevulde manden optillen en naar de hoogte dragen; ook hijzelf droeg een groot vat gevuld met de zuiverste honing.
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Seth, Mijn broeder, nu geef Ik jou liet eeuwige leven; want nu heb jij de grootste daad verricht, omdat je meer gedaan hebt dan Ik je opdroeg; ja, Ik zeg je, dat is de grootste en meest volkomen daad die ooit op deze hoogte werd ver
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] En deze plaats zal tot het einde der tijden behouden blijven en zal nimmer ontwijd worden door de voeten van een onwaardig volk.
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Eens zal op deze plaats Lamechs vrouw gezegend worden met een redder, die jouw stam zal behouden tot aan het einde der tijden!
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  847 - 848 - 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872  ...