Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 87 van 263

...  75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100  ...
[21] De man zei: 'Dat zal wel moeilijk zijn voor jullie, die al te vol zitten met de hele wereld en de bekoring van haar lusten en niet eens het flauwste besef hebben van één, enige ware God. Want het belangrijkste is het kennen van één ware God en daardoor jezelf leren kennen en door de geest uit God de wetten die je precies moet houden om vervolgens tot het innerlijke, ware leven te kunnen komen. Maar dan moet je serieus met de hele wereld en haar ijdele lustprikkels breken, -en dat zal jullie bij de manier van leven die je vanouds gewend bent, heel moeilijk lukken.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): '(Toen zeiden de Romeinen): 'Toen we weer in Rome terugkwamen, kwam die stad ons echt als een woestijn voor, en toen wij hoorden dat er bij jullie joden ook dergelijke mensen moeten zijn, die hetzelfde onderwijzen en tot hetzelfde instaat zijn als de vreemde man in Opper-Egypte, hebben wij Rome verlaten en ons hier gevestigd om hier, ver van de grote wereld, meer voor onze innerlijke mens te kunnen zorgen; maar in de tempel, die jullie ons zo aangeprezen hebben, hebben we het echt niet gevonden, maar wel enkele keren bij de man waarover jullie merkwaardigerwijze in twijfel verkeren, die echter meer tot stand brengt dan alles wat wij ooit gezien hebben! En zo iemand willen jullie opsporen?! O, wees honderdduizend maal blij dat hij jullie niet opspoort, want als hij daar eenmaal mee begint dan zijn jullie voor nu en altijd verloren!
Hoofdstuk 90: De Romein waarschuwt de tempeldienaren voor de macht van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] De wonderen zijn de getuigen van zijn woord. Het volk gelooft, omdat het met zijn ogen zelf de bevestiging heeft gezien, en het wordt gelukkig omdat het door zijn geloof geen angst meer heeft voor de dood en voor een eeuwige vernietiging, en omdat het hem het zekere en door niemand meer in twijfel getrokken uitzicht op een beter en eeuwig leven heeft gegeven.
Hoofdstuk 97: De verdedigingstoespraak van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Voor het gewone, ruwe, maar daarentegen sterk in het geloof staande volk deugen alleen maar zichtbare bewijzen met de grootst mogelijke, mysterieuze pracht. Daar kijkt het met grote van verbazing opengesperde ogen naar en met diep innerlijke ontzag, - en het gelooft, offert en werkt daarna met vreugde. En dat alles is echt niet zo slecht als jij, m'n lieftallige jonge vriend, mij daarnet in strenge bewoordingen hebt voorgehouden, en ik vraagje nu daarover je mening uit te spreken!'
Hoofdstuk 97: De verdedigingstoespraak van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Wat heb je nu op mijn eerlijke woorden te zeggen? Want ik heb je nu laten zien hoe en waarom wij terecht aan het bestaan van een ware God twijfelen. Als je wilt, is het woord nu weer aanjou!'
Hoofdstuk 99: Het roepen van de Indiërs naar God wordt niet verhoord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Rafaël zei: 'O vrienden en broeders, want dat zijn jullie nu van mij, houdt mij toch voor niets meer dan een mens die door Gods genade meer volmaakt is dan jullie zelf nu nog zijn! Wat ben ik vergeleken bij God? Een krachteloos absoluut niets! Alles wat ik doe, doe ik alleen maar door de geest van God, die mijn innerlijk vervult, omdat het vol is van de liefde tot God en daardoor ook vol van Gods wil. Wat deze wil van God in mij dus wil, gebeurt; want het woord en de wil van God is het eigenlijke echte iets, het zijn en bestaan van alle dingen en wezens, en het is alom de volbrachte daad zelf.
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Morgen zul je in Emmaüs de nog ware mensen uit Opper-Egypte leren kennen, en dan zul je verbaasd staan over de ongebonden macht van hun wil. Er zijn er maar zeven die al volmaakt zijn: de vrouwen en kinderen en de nog minder volmaakten zijn thuis gelaten met maar één volmaakte man, omdat de vrouwen, kinderen en de minder volmaakten het zonder hem moeilijk zouden hebben. Maar hun meester, die nog uit de school van de oeroude Egyptische innerlijke wijsheid is, zal met zijn zes voornaamste leerlingen naar Emmaüs komen, en dan zul je eens zien hoe snel hij de Heer en ook ons allen zal herkennen. - Maar nu gaan wij weer naar de Heer!'
Hoofdstuk 91: Voorziening in levensbehoeften door overgave aan de wil van de Heer. De materiële en de geestelijke zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Rafaël zei: 'Wat jullie kunnen, weet ik maar al te goed! Alles berust op sluw bedrog, waarvoor je je bovendien nog laat betalen, en je noemt jezelf wereldberoemd omdat jullie gewiekste bedriegers zijn. Naar mijn weten hebben jullie zelf een wet die op leugen en bedrog zware straffen stelt. En toch leven jullie van het ergste en laagste bedrog, omdat jullie als bedriegers ook nog geacht en hoog beloond worden, terwijl een andere bedrieger als hij ontdekt wordt zijn verdiende straf niet ontgaat, en ook omdat jullie de zielen van de mensen bederven. Want in de ogen van de mensen die niet ingewijd zijn in de geheimen van jullie bedrog, doen jullie wonderen, omdat je eerst op pompeuze manier aankondigt dat jullie wonderen gaan doen door de macht van jullie staf, woord en wil.
Hoofdstuk 96: Raphaël ontmaskert de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Is het nooit in jullie opgekomen dat zo'n behandeling van je medemens een heel groot onrecht is? Jullie verkondigen aan het volk wel een allerhoogste god en ook een slechte god, die in een voortdurende strijd gewikkeld is met de hoogste goede god, maar zelf hebben jullie nog nooit in zo'n god geloofd, terwijl je je letterlijk als godenzonen door het volk laat vereren en aanbidden! Wat moet ik dan van jullie denken? Ik zegje: Jullie zijn nog veel erger dan de kwaadaardigste dieren op aarde! Want die leven en handelen zoals hun innerlijke orde hun leert en ingeeft; maar jullie, als wezens die met alle verstand en een helder begrip en met een volkomen vrije wil begaafd zijn, zijn erger tegen jullie medemensen dan de meest wilde en verscheurende dieren onder elkaar. - Wat vinden jullie daarvan, en wat hebben jullie daar op te zeggen?'
Hoofdstuk 96: Raphaël ontmaskert de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] En kijk, dat is de vrucht van de nooit hoog genoeg gerespecteerde priesterstand, die zelf weliswaar altijd in het droevige besef leeft dat de dood van het lichaam zowel bij de mens als bij het dier en de plant het einde is. Om te zorgen dat de priester bij het volk het geloof steeds in stand houdt, mag het volk niet in het minst ingewijd worden in de innerlijke geheimen van de priester, maar moet het altijd een hoger wezen zien in de priester , wiens wijsheid en macht pas na de dood beseft zal worden door de vrome mensenziel; want als dat tijdens het lichamelijke leven zou gebeuren, zou dat haar dood zijn. Dat geloven de mensen ook, zij houden de wijsheid en de macht van de priester voor heilig en leiden daarbij een rustig, ordelijk en zo mogelijk gelukkig leven. Dat is dan ook de reden waarom de niet priesterlijke wonderdoeners altijd intensief vervolgd worden en harde en zware straffen krijgen, omdat ze gezien worden als door een slecht wezen gezonden verleiders van het gelukkige volk. Want het is beslist beter dat er één terwille van het volk lijdt, dan dat het hele volk uiteindelijk moet lijden terwille van één kwaadwillig mens.
Hoofdstuk 97: De verdedigingstoespraak van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Nadat Petrus dat van Mij gehoord had, zei hij geen woord meer en bewaarde deze woorden diep in zijn hart.
Hoofdstuk 109: Alles op zijn tijd. De Heer en de lichamelijke orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Rafaël zei: 'Daarin vergissen jullie je heel erg! Als zelfs de hardste steen zich ogenblikkelijk moet onderwerpen aan de macht van de met God verenigde innerlijke wil, hoeveel te meer dan de lucht, die uit louter zielenspecifica bestaat en dus veel nauwer verbonden is met de innerlijke geest dan een grove materiële steen.
Hoofdstuk 110: De hevige noordenwind, de bedoeling daarvan. De Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Rafaël zei: 'Weet je, m'n vriend, over dat punt kunnen we niet zo gemakkelijk met elkaar spreken; want wat dat betreft ben je nog lang niet ver genoeg en nog te veel vervuld van je oud-Indische wereldse wijsheid. Ik zou je dan eerst de hele innerlijke organische levensinrichting moeten laten zien en het hele organisme van de wereld en het doel daarvan helemaal moeten .onthullen, en dat gaat toch niet zo snel als jij het je met je Indische fantasie voorstelt; want daar is echt meer voor nodig dan de kennis die jullie in Indië hebben opgedaan. Maar ik zal je toch een paar aanwijzingen geven, waardoor je je al een bepaalde voorstelling kunt maken; neem het volgende aandachtig ter harte!
Hoofdstuk 112: De verschillende vormen van al het geschapene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De magiër zei: 'O vriend, zoiets zou voor ons de dood betekenen terwijl we nog leven! Ach, houd maar op met zulke absurde voorbeelden! Dan zou immers ook al het denken bij de mens helemaal ophouden, want dat is zonder vergelijkingen eigenlijk onmogelijk! Wel,ik zie al, waar je eigenlijk naar toe wilt! Maar ga maar door; want ieder woord uit jouw mond is duizendmaal duizend pond zuiver goud waard!'
Hoofdstuk 112: De verschillende vormen van al het geschapene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Kijk, je zult niet gemakkelijk ooit twee mensen aantreffen die er volkomen gelijk uitzien! Zoals God de Heer echter, om de duidelijk aangegeven redenen, de uiterlijke vormen heel verschillend vormt, zo vormt Hij ook het organisme van de mens verschillend en eveneens de talenten van iedere ziel. Want als alle mensen precies dezelfde talenten zouden hebben, dan zouden zij elkaar al gauw helemaal niet meer nodig hebben en naastenliefde zou een woord zonder betekenis zijn.
Hoofdstuk 113: De noodzaak van de verscheidenheid van al het geschapene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100  ...