Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 87 van 215

...  75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100  ...
[2] Ik zei: 'Het brengt een van Mijn leerlingen. Maar praat niet veel met hem als hij bij ons is; want hij is ook zo iemand die liever een pond gele aarde heeft, wat men goud noemt, dan de hele hemel met de schatten van de geest en van het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Mijn leer is op zichzelf weliswaar de ware vrede van een ziel die ernaar leeft en handelt - ja, ze is de zalige vrede van de hemel in de gehele mens; maar voor de duivels van de hel, die in mensengedaante op deze aarde met leugen en bedrog onder de mensen tekeer gaan, is ze een tweesnijdend en vlammend zwaard, een oorlog en een grote verwoesting. Daarom zal het rijk Gods op aarde veel geweld aangedaan worden, zoals dat gedeeltelijk nu ook al gebeurt, en degenen die het willen hebben zullen het ook met geweld naar zich toe moeten trekken!
Hoofdstuk 144: De betekenis van de toekomstvoorspellingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daarbij zullen jullie echter toch tegen niemand 'heer' zeggen; want slechts één is jullie Heer en Meester, en dat ben Ik! ook zullen jullie tegen niemand 'vader' zeggen; want slechts één is jullie Vader -namelijk die in de hemel woont! Zo moeten jullie ook niemand goed en heilig noemen; want alleen God is goed en heilig!
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar ik zal de luie dienaren daarover eens goed de les lezen, zodat ze weten wat hun in het vervolg te doen staat met de gasten die hier veelvuldig hun lichamelijk heil zoeken en daarnaast aantoonbaar ook heel vaak hun zielenheil hebben gevonden in deze inrichting, die U, o Heer en Meester, alleen voor het heil van de mensen hebt geschapen; want ik en mijn kinderen en oude dienaren hebben er altijd voor gezorgd dat wij U zodanig als de wonderbaarlijke Meester van deze inrichting aan alle gasten bekend maakten, dat zij alleen door het levende geloof in U in deze inrichting het ware heil van hun lichaam en hun ziel konden vinden.
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De ene Griek zei verder: 'Het zal vast wel anders in elkaar zitten; maar het grootste deel van de mensen die in de wereld geworpen zijn zonder ooit door iemand onderricht te zijn over de reden van hun bestaan, oordeelt anders. De aanblik van de hemel met de zon, de maan, de ontelbare sterren en de aanblik van de gehele natuur van de aarde hebben hen via hun eigen, steeds levendige fantasie tot allerlei bovennatuurlijke vermoedens gebracht, waar ook vele zeer levendige dromen van bepaalde mensen beslist toe hebben bijgedragen, die natuurlijk ook alleen maar een gevolg van een zeer levendige fantasie kunnen zijn; en zo zijn er uit vermoedens en dromen leren over hogere, bovennatuurlijke wezens ontstaan, die later door geestrijke dichters tot allerlei persoonlijkheden werden gemaakt en door kundige beeldhouwers aanschouwelijk aan de mensen getoond werden.
Hoofdstuk 153: De Heer en de twee Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Dat heeft nu die Man gedaan, die voor mij geheel en al de enig ware God is en vergeleken bij wie al het andere tot het duistere rijk der fabelen behoort, en daarmee heeft Hij mij duidelijker dan met duizend nieuw geschapen Zonnen aan het firmament bewezen dat mijn bewering volledig waar is; want een mens, ook al is hij toegerust met zelfs alle kunsten van orakelende magiërs, heeft in waarheid nog nooit op afstand iemands geheime wensen onderkend en nog minder zonder enig hulpmiddel enkel volgens zijn wil een lijdend mens zo totaal geholpen als ik nu geholpen ben.
Hoofdstuk 161: De belijdenis van de arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De arts zei: 'Nog sterker en ernstiger dan nu; want Zijn lichaam is immers vast niet Zijn machtigst werkzame wezen, maar dat is alleen Zijn als het ware overal aanwezige werkzame geest, die eeuwig moet leven! Want als Hij niet eeuwig in dezelfde macht en kracht zou leven, wie zou dan een geschikt lichaam voor Hem hebben geschapen, waardoor Hij nu zichtbaar voor ons blinde mensen net zo kan werken als Hij als pure geest sinds eeuwigheid heeft gewerkt?
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Toen vroeg hij Mij (de Romein): '0 Heer en Meester, breng mij weer in de toestand waarin ik geen zielen meer zie die aan gene zijde voortleven; want als alle zielen na de dood van hun lichaam een dergelijke toestand te wachten staat, zou het voor de mens duizendmaal beter zijn als hij nooit geschapen en geboren was!'
Hoofdstuk 169: De Romein in gesprek met zijn gestorven vader - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Datgene wat zij hebben geschapen kan door iedere volmaakte geest gezien worden, en als zo'n volmaakte geest af en toe met zijn wil en schouwen vanuit Mijn wil en licht in zekere zin dichtbij zo'n boze vereniging komt of daar aandacht aan schenkt, dan weet hij door de bedrieglijke schijnomgeving, die onmiddellijk geheel en al zichtbaar voor hem is, van welke aard en karakter de eigenlijke, reële geesten van een vereniging zijn, en zulke boze geesten kunnen hun innerlijke kwaad voor de ogen van volmaakte geesten dan ook onmogelijk bedekken of verbergen.
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Voor deze geesten is datgene wat hun boze fantasie heeft geschapen, een vaste, materiële realiteit; en wat die lijkt te zijn, blijft ze, zolang de herinnering van de geest en de daaraan ontspringende fantasie niet door de voortdurend toenemende hartstochten verbroken en beschadigd wordt. Als dat gebeurt, dan is zijn wereld met al haar burchten, vestingen en schatten ook meteen weg.
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Zoals een mens met het verlies van zijn geheugen en herinnering in feite alles kwijt is -ook al bestaat het als zodanig -zo raakt ook een geest alles kwijt wat zijn fantasie geschapen had vanuit de in zijn bewustzijn gebleven herinnering, en zo'n geest staat er dan buitengewoon armzalig en van alles verlaten bij.
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Omdat Zijn eindeloze wijsheid en Zijn liefde vanuit Zijn ideeën en gedachten niet alleen voor Hemzelf zichtbare beweeglijke beelden heeft geschapen -als je het op menselijke wijze zo mag zeggen -als het ware voor Zijn vergankelijk en in zekere zin voorbijgaande genoegen, maar omdat ze als aan Hem volkomen gelijke -want uit Hem ontstane -en zelfstandige vrije wezens voor eeuwig moeten bestaan, kunnen deze ideeën en gedachten van Hem niet gelijk gesteld worden met die van de fantasie van een mens, maar zijn ze even ware realiteiten als Hijzelf de enige, eeuwig enig ware realiteit is.
Hoofdstuk 176: Over bestaan en niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Daaruit kun je opmaken dat er ten eerste één ware en eeuwige, in Zichzelf onveranderlijke God moet bestaan, zonder wie geen ander wezen denkbaar zou zijn. En ten tweede dat deze ene en enig ware God de hoogste, zuiverste liefde en dus ook de hoogste wijsheid, waar al Zijn eindeloos vele werken van getuigen, en daarom ook boven alles machtig moet zijn, omdat zonder dat niets geschapen zou kunnen worden. En ten derde omdat God in Zichzelf als de eeuwige orde onveranderlijk is, kunnen ook Zijn schepselen na de voorbestemde periode van hun voleinding, waar weliswaar wel enige schijnbare veranderingen aan vooraf moeten gaan, onmogelijk anders dan, evenals Hij, voor eeuwig onveranderlijk blijven.
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Onze Romeinse rechter, die ook met grote aandacht naar alle wijze woorden van Rafaël had geluisterd en die Ik in het verborgene ook innerlijk wekte, zodat hij de betekenis van wat er gezegd werd kon vatten, zei tegen Mij: 'O Heer en Meester, wat is deze prachtige hemelse geest toch buitengewoon wijs! Ja, als een mens op deze aarde ooit de kunst had verstaan om de innerlijke, verborgen dingen van het zielenleven zo helder en begrijpelijk uiteen te zetten, zou er beslist nooit een duister afgodendom onder de mensen zijn opgekomen; want na zo'n onderricht en wonderbaarlijke ervaring meegemaakt te hebben zou toch zelfs de meest eenvoudige mens zijn gaan nadenken en onmiddellijk begonnen zijn om vanuit het licht van zijn geloof volgens zo'n leer aan zichzelf te werken en zich ernaar te richten, en met Uw hulp zou hij op die manier gemakkelijk en snel tot die innerlijke levensvoleinding zijn gekomen, omwille waarvan Uw liefde, wijsheid en macht hem hebben geschapen.
Hoofdstuk 180: De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen Rafaël klaar was met zijn voordrachten, waarbij hij ook de verhouding van de aarde en de maan tot de zon, de daarbij voorkomende verschijnselen alsook de overige planeten en vaste sterren aan de leerlingen verklaarde, zei de Romein tegen Mij: 'O Heer en Meester, nu is er voor mij weer een nieuw licht opgegaan! Onze uiterst onjuiste en totaal verkeerde opvattingen over onze aarde, de maan, de zon, de planeten, kometen, vaste sterren en alle andere verschijnselen aan de hemel hebben de mensen beslist in het diepste, meest blinde en zinloze bijgeloof moeten storten! Wie had hen daar ooit van kunnen bevrijden, als Uzelf niet met Uw dienaren uit de hemelen naar ons was afgedaald en ons de ware, wonderbaarlijke hoedanigheid van deze grote dingen van U had getoond? Hebben de mensen in de oertijd dan niets van al die dingen geweten? En als ze er iets van hebben geweten, dan vraag je je af hoe ze ooit van een zó lichtende waarheid tot het allerduisterste en domste bijgeloof hebben kunnen vervallen.'
Hoofdstuk 183: Het onderricht van Rafaël (12.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100  ...