15542 resultaten - Pagina 87 van 1037
... 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 ...
[11] Dan gaan de LEERLINGEN naar de twee Essenen en de groep Farizeeën en zeggen tegen hen: "Verbaas je er niet over dat ook wij nog wel eens het een of ander hardop aan de Heer vragen, want ook wij zijn maar mensen en laten ons zo nu en dan door onze oude gewoonten leiden!"Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Vroeger toen wij nog dachten dat deze aarde de enige wereld in het hele universum was, zou het heel goed te begrijpen zijn geweest, want toen zou er binnen het natuurlijke patroon niets anders zijn overgebleven. Deze aarde was de enige, naar onze begrippen, eindeloos grote wereld, waarvan de wateren tot aan het firmament reikten, en wij geloofden dat de zon, de maan en de sterren er alleen maar waren om met hun licht deze wereld te verlichten! Maar nu heeft opeens alles een heel ander gezicht gekregen. Wij weten nu wat al de sterren, de maan en de zon zijn, en wij weten hoe klein deze aarde is vergeleken met een zonneaarde.
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] De vraag komt dan op: 'Waaraan dankt dit zandkorreltje, aarde genoemd, deze genade?' Heus, deze vraag zal eens nog zeer belangrijk worden en velen zullen zich daar geweldig aan stoten! Daarom zou het naar onze mening niet geheeloverbodig zijn, ook over dit punt een bevredigende verklaring te krijgen! -Wat denken jullie, zouden wij dat aan Hem mogen vragen?"
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] PETRUS zegt: "Probeer het in je hart! Komt er een antwoord, dat is het goed, komt er verder geen antwoord op, dan is dat een teken dat wij nog niet rijp genoeg zijn voor die les! -Maar kijk nu, de zon is al vlak bij de opgang, want de ochtendwolkjes stralen al zo sterk dat men er haast niet meer naar kan kijken!"
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De beide ESSENEN komen nu dichter bij Mij en zeggen: "Heer , Heer, dat daar oneindig veel uit te Ieren is kon wel eens een eeuwige waarheid zijn, maar is onze ziel wel geschikt voor zulk hoog onderwijs?! Wij kijken wel met gretige ogen in de met licht gevulde diepten van Uw wonderscheppingen en in ons hart verbazen wij ons buitengewoon, maar wij zijn veel te blind om ook maar het wonder van een dauwdruppel naar waarde te schatten en het te begrijpen, Iaat staan dan die wonderen, die in onmeetbare grootten en afstanden lichtend voor ons aan het firmament op en ondergaan! Ook over de boven de wolkjes heen en weerzwevende lichtpuntjes hebben wij al met Petrus gesproken, maar hij kon ons daarover niet voldoende inlichten. - Als het U, o Heer, schikt, zou U ons daarover wel iets kunnen vertellen!"
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De ESSENEN zeggen: "Eigenlijk niets anders dan het stralende vlak, dat vrij snel uit de lichte ondergrond omhoog komt; het spel van de lichtvisjes is nu plotseling opgehouden, en de wolkjes worden dunner en verdwijnen ook de een na de ander. En nu staat ook al de hele schijf of bol boven de horizon, en nu komt er ook een tamelijk koel windje uit het oosten naar ons toe. Maar dat is dan ook alles wat wij opmerken."
Hoofdstuk 149: Verdere geestelijke symboliek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Kijk ook eens naar beneden naar de vlakten en dalen van de aarde en zeg eens wat jullie daar zien!"
Hoofdstuk 149: Verdere geestelijke symboliek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De beide ESSENEN kijken naar de diepten van de aarde en zeggen dan: "Wij zien de dalen vol lichtgrijze nevels, ook de oppervlakte van de zee is bedekt met een grijswitte mist, maar de nevel uit de dalen trekt omhoog en bedekt hier en daar al de lage heuvels. -Heeft dat allemaal soms ook de een of andere geestelijke betekenis?"
Hoofdstuk 149: Verdere geestelijke symboliek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: "O ja, Ik ben er Zelf voor, maar omdat we hier geen tafel hebben en ook niet als gast zijn uitgenodigd, drinken we wijn als we er behoefte aan hebben! Die het meeste dorst heeft, drinkt eerst, en de minder dorstigen volgen hem -ieder naar behoefte!"
Hoofdstuk 151: De gezegende maaltijd op de berg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg: "Wij zijn allemaal blij dat het jou nu zo naar de zin is op deze berg!"
Hoofdstuk 151: De gezegende maaltijd op de berg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De HOOFDMAN zegt: Als iemand anders dan jij dat tegen mij gezegd zou hebben, zou ik het geloven, maar van jou geloof ik niets behalve dat je werkelijk de oude, domme ezel uit de hel bent! Als je je wilde bekeren, dan weet ik maar al te goed dat je met je gehele aanhang door de Heer aangenomen zou worden. Maar de slechtheid van jou is hardnekkig en je wilt jezelf daarvan nooit bekeren, omdat het je een soort helse vreugde geeft de Heer met je vrije wil te kunnen trotseren. Maar ik zeg je dat de Heer Zijn hart nog lang niet voor je afgesloten heeft, en Hij heeft je nog lang niet geoordeeld! Wend je daarom naar Hem en Hij zal je opnemen en je al je miljarden maal miljarden misdaden en zonden vergeven!
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Maar jij bent vanaf je oerbegin als een zuivere geest geschapen door Hem, die nu in het hart van deze heilige Nazareeër woont, en aan Wie hemel en aarde voor iedereen zichtbaar helemaal gehoorzamen. Voor jou is het zuivere herkennen van de eeuwige waarheid eenvoudig, terwijl ik lang in nacht en nevel moest rondtasten; jij hoeft alleen maar te willen en dan bevind je je weer in het oude oerlicht. Wend je daarom naar de Heer, die hier op wonderbaarlijke wijze lichamelijk temidden van ons verblijft, en met alles, wat mij, inclusief mijn leven, eigen en heilig is, sta ik er voor in dat je aangenomen wordt!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Bij deze woorden van de engel verhief de satan zich als een naar alle kanten vlammende bol en vloog onder knallend lawaai bliksemsnel naar het noorden.
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JARAH, die haar gezicht tijdens de zichtbare aanwezigheid van de satan met een doek bedekte, zegt: "Heer, ik ga nu graag terug naar de stad, want de aanwezigheid van die ene heeft deze berg, hoewel hij toch onbeschrijflijk gedenkwaardig zal blijven, voor mij voor altijd bedorven. Mijn voeten zullen hem nooit meer betreden!"
Hoofdstuk 153: De afdaling van de berg. In Genezareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Nou, nou, satan is nu weggejaagd en Raphaël heeft de plaats meteen weer gezuiverd; overigens zal het je niet schaden en ook zul je er geen enkel speciaal voordeel van hebben als je deze berg wel of niet beklimt. De beste berg om te beklimmen is je eigen hart; wie dáár tot in het binnenste reikt, heeft van het levensvergezicht de hoogste top bereikt! -Maar nu gaan wij, want het derde uur van deze sabbatdag is bijna voorbij. Volgen jullie mij nu maar allemaal, dan zullen we over het kortste en beste pad naar Genezareth gaan!"
Hoofdstuk 153: De afdaling van de berg. In Genezareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)