15542 resultaten - Pagina 861 van 1037
... 849 - 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 ...
[3] Helena herstelt zich en zegt: 'O, mijn zoete Heer Jezus, ik geloof dat vergeleken bij zo iets verschrikkelijks de duivel maar een bengel is! Voor het eerst na mijn heengaan heb ik nu die weerzinwekkende en zo gruwelijke aarde teruggezien, maar zo, alsof ik vanaf een drijvende wolk naar beneden keek. En merkwaardig, heel Oostenrijk en Hongarije met zijn buurlanden lagen beneden mij uitgestrekt, als een reusachtige landkaart waarop alle voorwerpen van groot tot klein te zien waren. Maar O, verschrikkelijk, wat een ontzettende aanblik! De steden zijn vol van vuur en vol van vuil en afschuwelijk uitziend kruipend gedierte. Rivieren en meren en de zee, zijn vol bloed! Angstaanjagende legers staan tegenover elkaar en men ziet daar niets dan moord, verraad en nog eens moord! De mensen verscheuren elkaar, erger dan wilde beesten. Aan de kant van de keizer en de Russen zag ik hier en daar verraad en moord. Onder het Hongaarse leger, dat verschrikkelijk sterk is, zag ik ook een groot aantal Russen en Polen en bovendien ook mensen uit heel Europa. Allen roepen echter: 'Dood en verderf aan alle despoten! Geen genade of mededogen meer! Vervloekt degene die nog aan een vreedzame oplossing zou denken!' De arme keizersgezinden kunnen ondanks de grootste inspanningen niets uitrichten, want ze staan steeds tien tegen honderd te vechten en kunnen daardoor geen voordeel behalen. O Heer, maak toch een eind aan deze moordpartij en laat de zwakken niet ten onder gaan! Blaas in de harten van de Hongaren een geest van verzoening en in die van de Oostenrijkers niet minder, waar dat nodig is; want waarlijk, ik heb medelijden met mijn in het nauw gedreven landgenoten!'Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Helena bekijkt verbaasd de wonderbaarlijke, fabelachtig gevormde schaal, die op de tafel voor haar opdoemt en zich steeds meer ontvouwt. Als de schaal er na enkele ogenblikken volkomen ontvouwd staat, roept Helena: 'Maar Heer, ik smeek U omwille van Uw heilige Naam! Wat is dat nu voor een zonderlinge verschijning? In het begin zag het er uit als een heel natuurlijke plant, zoals op aarde een waterlelie. Toen groeide er vanuit het midden van haar langwerpige bladeren een ronde, sterke stengel, waarop aan het einde een knop zichtbaar werd. De bladeren verdorden al spoedig en de knop sprong open en vormde, in plaats van de te verwachten bloem, de onmiskenbare pauselijke driekroon, de tiara, maar omgekeerd, d.w.z. met het kruis, dat op de gouden appel staat, naar beneden en met de eigenlijk onderste hoofdband naar boven. Deze tiara staat nu voor me als een echte drinkbeker, en merkwaardig genoeg op een driepoot, die zich vanzelf uit de stengel heeft gevormd. Deze eigenaardige beker is van binnen zo zwart als de nacht. En daar, waar aan de buitenkant kostbare edelstenen zitten, vloeit inwendig bloed en nog eens bloed, doorwoeld door allerlei afschuwelijk kruipend gedierte. De koppen van deze wormen zien eruit als gloeiend erts en hun lijven als die van draken. Deze beesten drinken gulzig het bloed, zodat de beker ondanks de rijke toevoer nooit vol raakt en kan overlopen, opdat allen zien wat een afschuwelijke inhoud deze beker heeft. O, hoe gulzig slurpen deze beesten toch het bloed op! En kijk, tussen de wormen zie ik nu een beest dat veel groter is dan alle andere. Dit beest heeft zeven koppen en op iedere kop tien punten, als van een zwaard, en op iedere punt staat een gloeiende kroon. Wanneer het onderduikt, schuimt het bloed en het dampt aan de oppervlakte. De toevloed wordt nu sterker en sterker, maar nog wil de beker niet vol worden. De beesten verteren enorme hoeveelheden en wat ze niet kunnen verteren, lost op in damp en rook! 0 Heer, bind de beesten toch hun muilen dicht en neem van die punten van dat ene beest de gloeiende kronen weg, zodat de beker toch eens vol mag worden. Oh, wat is dat afschuwelijk om aan te zien!'
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Kijk eens naar het water, hoe verschrikkelijk het tekeer gaat, wanneer het zich tomeloos over dalen en velden verheft! Zou Ik het daarom moeten vernietigen, omdat het in zijn ontketende toestand zo'n vernielende uitwerking heeft en de mensen op aarde dood en verderf brengt? Zeg eens, zou de aarde zelf en alles wat zij draagt zonder water kunnen bestaan?
Hoofdstuk 91: De reden voor de schaduwzijde van het leven. Tegenstellingen noodzakelijk voor de geestelijke vrijheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Ik spreek: 'Welnu, luister dan maar! Het bloed, dat naar binnen vloeit, precies vanuit die plekken waar aan de buitenkant de edelstenen zijn aangebracht, die alle rijken en regeringen der aarde moeten voorstellen - betekent de tirannieke heerszucht. Naar buiten stelt dit bedrieglijk de volste vrijheid en gelijke rechten voor alle standen voor, maar is in wezen echter wraak en bloeddorstigheid, waardoor ieder die niet ten volle rekening zou houden met het voordeel van de alleen heersende tiran, over de kling wordt gejaagd. Denk maar eens terug aan de inquisitie en van daar af verder tot aan de tegenwoordige tijd en je zult gemakkelijk inzien hoe in het innerlijk der hiërarchie niets dan haat, woede, terechtstellingen, vervolgingen op allerlei gebied, moord en doodslag heeft gehuisd, en nog welig tiert als de pest; ook al is dit niet meer zo zichtbaar in de daad, omdat daarvoor de krachten verlamd zijn, dan toch echter des te erger in de verborgen wil en vurigste wens!
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Nu duiken uit de beker een menigte deftig geklede menselijke wezens op, die zich tot op de grond buigen voor het despoot je. Dit monstert hen trots vanuit de hoogte met echte basiliskenogen ( Een basilisk is een fabeldier uit de oudheid, voorgesteld als een slangachtig wezen, met de kop, de borst en de poten van een haan, de tong van een slang en de vleugels van een vleermuis. Het slangvormige achterlijk eindigt in een pijlpunt), zodat ze allen beven voor zijn aangezicht. En kijk, zij die zich het diepst buigen, worden nu door het despoot je naar de troon geroepen en met onderscheidingen begiftigd. Maar degenen die minder beven, worden in hun gezicht gespuwd en hun wordt duidelijk gemaakt dat ze zich ogenblikkelijk van de troon moeten verwijderen. Maar nu geeft het despoot je diegenen, die met onderscheidingen werden bedeeld, een wenk om zich te verwijderen. Wanneer deze zich onder honderd buigingen terugtrekken en het despoot je de rug toekeren, vloekt het hun nog achterna en spuwt hen na. Nou, nou, is me dat een verwaand geval van een vliegenkoning!
Hoofdstuk 90: Verdere ontwikkeling van het tijdsbeeld. Waarom laat God de gruwelen in de wereld toe? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Daar zie ik net een groepje mensen die bijna helemaal vertrapt zijn en uit vele wonden bloeden. Deze bewegen zich in de richting van de troon en willen de koning smeken om hun schriftelijk verzoek tot stopzetting van zulke kwellingen in te willen zien. Dit wordt de koning gemeld en deze zegt tot zijn dienaren: 'Laat niemand het bij zijn leven wagen één van die ordinaire mensen voor mijn troon te laten verschijnen!' Daarop zeggen de dienaren tegen de hulpzoekenden: 'De koning is druk bezig, zodat hij niemand kan ontvangen. Jullie moeten naar zijn beambten gaan en bij hen jullie verzoek indienen; deze zullen het dan in behandeling nemen. Daarop zeggen de hulpzoekenden: 'Maar juist over hen willen we ons beklag doen bij de koning! Want zij zijn het, die ons zo smadelijk vertrappen!' Dan zegt de dienaar van de koning: 'Zo, ja, dat is inderdaad wat anders! Gaat nu maar rustig naar huis en laat het verder maar aan ons over; wij zullen deze zaak wel klaren! Maar jullie moeten ons nauwkeurig jullie namen en adressen opgeven, anders zouden we immers niet weten wie en waar we moeten helpen!' De armen overhandigen de dienaren hun verzoek en deze nemen ze met een schijnbaar oprechte welwillendheid aan. Als echter de armen zich weer verwijderen, in de stellige overtuiging dat zij zullen worden geholpen, wordt er meteen een ijlbode naar de beambten gestuurd met de instructie om de genoemde onderdanen, die nog genoeg kracht bezaten om bij de troon te gaan klagen, nog meer te vertrappen. En zie, bij hen thuis wordt nu trouw opgevolgd wat de eerste dienaar van de koning beval. Ach, dat is toch al te ellendig en gemeen! De dienaar bericht dit alles nu aan de koning en deze prijst hem ten zeerste en verleent hem een onderscheiding.
Hoofdstuk 90: Verdere ontwikkeling van het tijdsbeeld. Waarom laat God de gruwelen in de wereld toe? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Helena vertelt verder: 'Ach, wat is daar toch weer voor nieuws te zien? Ik zie nu een heel stel zeer eigenaardige wolven! Uiterlijk zien ze er uit als mensen in lange zwarte kleren. Maar in die kleren zit, in plaats van een mens, een verscheurende wolf, die, hoewel hij toch in het zwart gekleed is en over zijn gezicht een mensenmasker heeft, bovendien als dekmantel voor zijn beestachtige natuur nog een schapenvel draagt. Hoe lief en aardig gaan deze schijnbaar menselijke wezens met alle andere om! Maar even later trekken ze hun maskers van hun wolfsmuilen af en ontbloten hun moorddadige tanden naar de nekken van de mensen die voor hen lopen! 0, wat zijn dat toch voor angstaanjagende wezens! En kijk daar: achter en ook voor de troon van de koning staan, dicht op elkaar gepakt, zulke wezens. De voorsten dragen op purperen kussens de mooiste kronen en scepters, en maken de diepste buigingen voor de troon. De geestelijk blinde koning schept veel genoegen in deze troonbelegeraars van wie enkelen hem ook pas uitgevonden wapens aanbieden.
Hoofdstuk 90: Verdere ontwikkeling van het tijdsbeeld. Waarom laat God de gruwelen in de wereld toe? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Zoals echter alles wat Ik naar voren heb gebracht nodig is in de natuur, opdat zij is wat ze moet zijn, zo moeten eveneens in de geest tegenstellingen bestaan ten opzichte van het goede en ware, zodat de geest juist door deze vijandige tegenstellingen dat wordt waartoe hij door Mij bestemd is, namelijk tot de meest volkomen eeuwige levensvrijheid! Want zonder dwang bestaat geen vrijheid en zonder vrijheid geen dwang. Elke vrijheid moet dus voortkomen uit de dwang, die een gerichte eeuwige orde is, zoals de dwang zelf voortkomt uit Mijn oereeuwige vrijheid!
Hoofdstuk 91: De reden voor de schaduwzijde van het leven. Tegenstellingen noodzakelijk voor de geestelijke vrijheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Het is echter aan ons om de verschillende elementen, wanneer ze al te zeer in hun specifieke eigenschappen naar voren beginnen te komen, op een verstandige manier weer tot hun noodzakelijke orde terug te brengen. Hebben we dat met de nodige omzichtigheid gedaan, dan zal alles weer volgens zijn geregelde gang verlopen en de beste resultaten opleveren.
Hoofdstuk 91: De reden voor de schaduwzijde van het leven. Tegenstellingen noodzakelijk voor de geestelijke vrijheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Maar nu zie ik een alligator uit de rivier opduiken, die zich naar het vette kluwen haast. De slang keert hem haar wijd geopende bek toe en de alligator bijt zich vast in haar onderkaak. De arend wil wegvliegen met zijn buit, maar de alligator houdt hem tegen. Nu laat de arend zijn hele buit los, gaat op de rug van de alligator zitten en pikt met zijn snavel in diens ogen, die hij echter toch niet kan beschadigen. Daardoor worden de eerste drie dieren uit hun benauwde gevangenschap bevrijd en rennen nu ver in verschillende richtingen weg.
Hoofdstuk 92: De strijd van de zes dieren. Uitwerking op de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Kijk verder ook eens naar het gewicht dat ieder voorwerp van nature eigen is. Wat een verwoesting richt een lawine aan, die van een hoge berg naar beneden komt. En waar een rots neerstort, verplettert hij in zijn val alles wat hij tegenkomt. Zou het dan niet beter zijn, dat Ik de hele aarde zo licht als een veertje zou hebben gemaakt? De mens zou dan met de aarde kunnen spelen als kinderen met een bal. Maar wie zou dan de aarde stevig bijeen houden? En hoe zouden mensen, dieren en planten zonder gewicht zich op de aardbodem staande houden? Hieruit zie je dus weer hoe noodzakelijk het is dat alle lichamen die onaangename eigenschap bezitten, als ze moeten blijven bestaan.
Hoofdstuk 91: De reden voor de schaduwzijde van het leven. Tegenstellingen noodzakelijk voor de geestelijke vrijheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Maar nu komt er weer een nieuw dier bij. Het is een reusachtig grote arend. Deze stort zich op dit uit vier dieren bestaande kluwen, pakt het met zijn enorm sterke klauwen op, spreidt zijn grote vleugels uit en tilt het hele kluwen de hoogte in. De slang, wier gekronkeld lijf grotendeels door de machtige klauwen van de reuzenarend is doorstoken, wil zich nu losmaken. Maar de ringen worden door de klauwen van de arend zo stevig bij elkaar gehouden, dat al haar moeite vruchteloos lijkt. De eerste drie dieren steunen nu naar vermogen de slang, maar de klauwen van de arend zijn te krachtig en wijken geen haarbreed. De machtige arend verheft zich steeds hoger met zijn buit. Meer op de achtergrond zie ik een soort woestenij aan een rivier en daar stuurt de arend met zijn prooi op af. Nu gaat hij in de woestenij zitten en maakt aanstalten om aan zijn maaltijd te beginnen.
Hoofdstuk 92: De strijd van de zes dieren. Uitwerking op de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Maar nu zie ik een ichneumon ( Een op een bunzing lijkende kat ,die de eieren van krokodillen en slangen eet) haastig naar de grote alligator trippelen, die nog steeds de slang vasthoudt. De alligator ontdekt zijn aartsvijand, laat meteen de slang los, die tenslotte kronkelend van pijn de grond in kruipt, waarop de alligator zich zelf in het water stort. Op het strijdtoneel blijft alleen de arend over met, naar het schijnt, een zeer hongerige maag. De ichneumon achtervolgt echter de alligator tot aan het water en staart in de golven.
Hoofdstuk 92: De strijd van de zes dieren. Uitwerking op de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Ik zeg: 'Luister, liefste Helena, niet Ik zal dat doen, maar omdat al onze tafelgenoten en raadsgasten de verschijningen mee aanschouwd hebben, zullen we het aan Robert vragen en naar hem luisteren. Waarom zouden juist wij beiden alles alleen bespreken? De anderen hebben immers ook een mond!
Hoofdstuk 92: De strijd van de zes dieren. Uitwerking op de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Dus Robert, leg jij onze dierbare Helena nu eens uit wat zij naar haar zeggen nog niet heeft begrepen.'
Hoofdstuk 92: De strijd van de zes dieren. Uitwerking op de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)