15542 resultaten - Pagina 862 van 1037
... 850 - 851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 ...
[1] Op Mijn uitnodiging staat Robert op en zegt: 'O Heer, Gij liefde der liefde, vriend der armen, wijste onder de wijzen uit U! De hele zaak is naar haar uiterlijk voorkomen wel zonder meer duidelijk beschreven, maar omdat Helena zich op het gebied van overeenkomsten nog niet het nodige inzicht eigen heeft kunnen maken, waardoor ze zulke verschijningen zou kunnen begrijpen, is het toch nodig haar deze zaak te verduidelijken.Hoofdstuk 93: Robert verklaart het aanschouwde. Eigenliefde en hoogmoed, de diepste wortels van het kwaad. De onveranderlijke Godswil - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] De in de laatste verschijning voorkomende wolfsmensen stelden die hoogst huichelachtige kloosterorde voor, die door iedereen reeds eenstemmig veroordeeld is. Dat juist deze, evenals de haar verwante congregaties op aarde, bijna altijd de aanstichters waren van al het kwaad en nergens zo ijverig naar streefden dan naar de volledige alleenheerschappij over de gehele aarde, is wel dermate duidelijk, dat iedere verdere beschouwing hieromtrent overbodig is.
Hoofdstuk 94: Helena over het zevenkoppige monster, de strijd tussen de dieren, de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Och Heer, wijze en liefdevolle Schepper, wij geschapen wezens vragen en gissen hier wel voor U, maar naar ik mij steeds duidelijker realiseer, in zekere zin tevergeefs! Want wat we ook willen, U doet toch wat U wilt en zoals Uw hoogste wijsheid het voor goed en juist houdt. Dat echter is eigenlijk het beste van de hele zaak, want zoudt U onze beoordelingen in de uiterlijke natuur-aangelegenheden laten meespelen, dan zou de hele schepping het volgende ogenblik al niet meer bestaan! Maar U, 0 Heer, bent overal het oorspronkelijke grondbeginsel en Uw hele heilige ordening is voor U een lichte gedachte, al is deze voor ons, schepselen, zwaar van inhoud. Daarom ben ik van mening dat het bijna overbodig moet zijn nog meer tegen U te zeggen.
Hoofdstuk 94: Helena over het zevenkoppige monster, de strijd tussen de dieren, de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Mijn Heer en mijn God, ik ben zo sterk doordrongen van de heiligheid van Uw waarheid, dat ik bijna zou willen beweren: zelfs U zou hier niet eens, al was het maar voor de schijn, een andere mening naar voren kunnen brengen! Dat is mijn vaste en onherroepelijke mening, waarin ik eeuwig zal leven en volharden, terwijl ik U boven alles uit al mijn krachten bemin!'
Hoofdstuk 95: Uitleg van de Heer over de ontwikkeling van zelfstandige wezens. Sleutel tot begrip van het leven op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] En hoe groot is de hoogmoed, die steeds samengaat met de lust van het vlees, en die zich maar al te gauw aanmeldt, wanneer iemand zulk een geile bok stoort in zijn leven-zaligmakende wereld en hem mogelijkerwijs een of andere vriendschappelijke vermaning durft te geven! Dan is deze voor de ontuchtige een doorn in het oog! Kijk, zo is het met hen gesteld op aarde en zo komen zij ook hier naar toe!
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Daarop stuur Ik Robert naar de Patheticus om hem heel beleefd bij Mij te ontbieden.
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Robert gaat nu vlug naar de danseressen toe en vraagt hun naar de vooraf bepaalde plaats te gaan. Ze doen meteen allervriendelijkst wat Robert verlangt.
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] De Patheticus valt hem in de rede: 'Vriend, zonder nu direct een ezel te zijn zoals jij, reiken mijn oren echter toch tot aan jullie fraaie vergadertafel en hebben het twijfelachtige genoegen alles te horen wat daar wordt besloten. En zo hebben mijn oren dan ook de brutaliteit gehad te vernemen wat in jullie hoge raad werd beslist over die mensen, die het zich op aarde jammer genoeg hebben veroorloofd om te genieten van datgene, waar ze door de wet der natuur aan hun haren naar toe werden gesleept.
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ofschoon we er voornamelijk op moeten letten, dat de in wording zijnde mensen op aarde zo veel mogelijk handelen volgens de wetten der eeuwige ordening, waardoor het vrije leven natuurlijk vlug en gemakkelijk te bereiken is, moeten we toch ook met het allergrootste geduld de zelfs totaal verkeerde handelingen met dezelfde rust beschouwen als wanneer ze goed en rechtvaardig zouden zijn. Want de eerste en voornaamste voorwaarde voor de vorming van vrije mensen is, dat ze zich eens, volledig van Mij gescheiden bewust worden van zichzelf en vanuit zichzelf beginnen te handelen! Goed of slecht, wettelijk of onwettelijk, dat moet voor het begin van ieder nieuw wordend mens volkomen eender zijn. We moeten hun zelf gemaakte instellingen en uitvindingen respecteren en onze invloed, die hen beschermt, zo veel mogelijk verborgen houden. Want zouden wij openlijk optreden, dat zouden wij de jonge, tere planten in de school voor de vorming der mensen met één stap vernielen; dan zouden we veel langer werk hebben om het vertrapte weer op te richten en naar zijn grootse bestemming te leiden, dan wanneer we geduldig deze eerste ontwikkeling van de mensen op aarde slechts heel voorzichtig werkend en helpend aanzien. Want na deze eerste ontwikkelingsfase hebben we toch nog altijd talloze wegen om de nog ontontwikkelde mensen naar hun juiste bestemming te leiden.
Hoofdstuk 95: Uitleg van de Heer over de ontwikkeling van zelfstandige wezens. Sleutel tot begrip van het leven op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De eigenaar van een boomgaard heeft een hoeveelheid grote en kleine, edele en onedele fruitbomen geplant. Ze kregen allemaal dezelfde goede grond en de onedele kregen zo mogelijk haast een nog betere dan de edele. Ze werden allemaal met grote ijver verzorgd en het bleek, dat sommige onedele bomen veel weliger groeiden dan de edele. Een van de wilde bomen viel bijzonder op door zijn weelderigheid, zodat de tuinder hem zijn volle aandacht begon te schenken; hij verzorgde hem en bewees hem al zijn liefde. Maar het ene jaar na het andere verstreek; terwijl alle andere bomen vruchten voortbrachten naar hun soort, gaf deze boom geen teken van vruchtbaarheid en bracht alleen bladeren voort. Toen werd de tuinman als beheerder van de boomgaard tenslotte ontstemd en sprak tot zijn knechten: 'Jullie weten hoe ik deze wilde boom jarenlang verzorgde, maar hij heeft me nog geen enkele vrucht opgebracht; graaf hem daarom met wortel en al uit, hak hem in stukken en werp hem in het vuur, want deze vervelende boom begint me verschrikkelijk te ergeren! Op zijn plaats zetten we een wilg ten teken dat hier een onvruchtbare boom jarenlang mijn liefde en geduld heeft misbruikt!' Daarop zeiden de knechten: 'Heer, laat hem nog een jaar staan; we zullen hem een hoofdtak afnemen en hem andere grond geven. Als hij dan nog geen vruchten opbrengt, laat dan met hem gebeuren wat U gezegd hebt!' De heer van de boomgaard prijst het geduld van de tuinlieden en laat hen te werk gaan volgens hun goede bedoelingen. Maar na een, twee en tenslotte drie jaar brengt de boom nog steeds geen vruchten voort. Hij vormt wel bloesems, zodat men zou denken dat de boom tenslotte toch eens met zijn vruchten de moeite van de tuinders zal belonen, maar kijk, er komt desondanks geen vrucht tevoorschijn.
Hoofdstuk 96: De Heer over Godskinderen en kinderen van de wereld. Gelijkenis van de boomgaard en van de onvruchtbare boom - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Robert maakt vol allervriendelijkste hoogachting een buiging en zegt: 'O Heer, wanneer U zelf het werk ter hand neemt, moet het lukken! Als hij maar hier te krijgen is. Het lijkt me, dat dit een heel karwei zal worden. Wat denkt U ervan Heer, als we eerst de vierentwintig danseressen die zich dicht bij hem bevinden in tegenovergestelde richting dus wat meer naar het oosten laten gaan, waar zich toch al hun danspodium bevindt? Want naar ik heb opgemerkt, begint onze ellendige Patheticus met heel zijn gezelschap steeds dichter bij de charmante danseressen te komen! Hij begint al te watertanden bij de gedachte ze aan te spreken, maar het lijkt me toe dat hij niet weet hoe te beginnen. Daarom denk ik dat het in ieder geval niet slecht zou zijn om de danseressen eerst naar die bepaalde plaats te laten gaan.'
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Daarop wordt de Patheticus met zijn gezelschap echter razend, gaat op Robert af en zegt: 'Ho, ho, deze schatjes hebben nu lang genoeg in mijn nabijheid gestaan en tijdens jullie domme geklets hebben jullie niet naar hen omgezien. Maar juist nu ik graag wat nader kennis met hen wilde maken, moest de duivel je hier naar toe brengen om hen voor mijn neus weg te kapen! Ik geloof dat je wel genoeg hebt aan diegenen, die daar aan jullie Adams-, Abrahams-, Mozes- en God weet wat nog meer voor tafels als de mooiste schapen bij elkaar staan! Mijn Emma Gonde is er ook bij en mijn Marianne en de zeer mooie Aurora van een Lerchenfeldse. Weliswaar maak je erg weinig kans bij haar, naar het me voorkomt, omdat die pseudo Heiland Jezus voor haar heel wat meer lijkt te betekenen dan jij. Maar je mag wel naar haar kijken en als iemand, die tot over zijn oren verliefd op haar is, zo stilaan wat gaan wanhopen!
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] Wel heeft God alle wetten in de natuur gelegd, maar Hij gaf de vrije mens verstand en rede, opdat hij de eerste wetten van zijn vlees slechts heel matig, en dan ook nog alleen binnen de staat van het huwelijk, naar behoren zou vervullen. Voor stappen buiten de grenzen van de moraal heeft Hij dan ook wachters geplaatst, die zulke overtredingen steeds gevoelig door een tweede tegenwet plegen te bestraffen.
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De Patheticus zegt: 'Nou, zo erg zal het toch wel niet zijn, vooropgesteld dat men ook hier wat afweet van humaniteit. Indien hier jouw God Jezus, Zijn apostelen en jijzelf, nog onverbiddelijker zouden zijn dan de heidense rechters uit de onderwereld, zou het hier werkelijk met al het plezier zijn gedaan en men zou zich dan moeten schikken in alles wat jullie willen! Dat is werkelijk een hopeloze geschiedenis! Maar wat kan een enkeling doen tegenover een algemene, allesbeheersende macht? Dus je bent in alle ernst van mening dat ik naar Hem toe moet gaan, d.w.z. naar die Jezus van jou, die God zou zijn?'
Hoofdstuk 98: De patheticus begint naar Jezus te vragen. Er begint zelf kennis in hem te dagen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Nee, nee, vriend, ik kan toch niet naar Hem toe! Want nu pas begin ik in alle ernst in te zien, dat ik een echt grove en domme sukkel van een zondaar ben. Nu is me alles eender, hoe het ook zij met Jezus, God of geen God! Ik ben werkelijk een misbaksel voor alle mensen en het zou waanzin zijn, als ik het zou wagen naar dat uitgelezen gezelschap te gaan. Ik begrijp weliswaar nog niet hoe het komt dat ik nu opeens mijn volledige ongelijk zonneklaar begin in te zien, maar het is precies zoals ik het nu inzie!
Hoofdstuk 98: De patheticus begint naar Jezus te vragen. Er begint zelf kennis in hem te dagen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)