Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 863 van 1037

...  851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876  ...
[11] En nu zou je mij ook nog willen meeslepen naar die fraaie vergadertafel, waaraan door een met een fosforiserend schijnsel overgoten Lerchenfeldse over zoveel verhevens wordt beslist, ja zelfs een oordeel over ons mannen wordt geveld, omdat we op aarde vaak dierlijk en dom genoeg waren om onszelf in zo verregaande mate te vergeten, dat we ons met zulke laagstaande schepsels wilden afgeven. Vriend, dan kun je lang wachten! Broertje, maak maar weer rechtsomkeert, ga maar terug naar je fosforstralende gezelschap en zeg hun: zo vangt men alleen onnozele sufferds; andere vogels laten zich niet zo gemakkelijk vangen, zeker niet als een verheerlijkte Lerchenfeldse met medeweten van haar pseudo-Jezus ezels op vogeljacht stuurt. Als je daar weer terug bent, doe haar dan de groeten van mij!'
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] Wat heb je nu gedurende je hele aardse en nu geestelijke leven in de ware zin des woord_s aan goeds genoten? Op aarde leefde je in voortdurende twist en tweedracht met je wettige vrouw. Je hoeren plunderden je vaak tot op de laatste cent, zodat je onaangename schulden moest maken. Enkele jaren voor je vertrek uit de natuurwereld naar deze geestelijke, heeft een chique Italiaanse je nog dermate aangestoken, dat horen en zien je daarna verging. Vijf artsen prutsten, staken en sneden twee jaar lang aan je door en door geslachtszieke lichaam! Ze hielpen je echter niet, maar maakten je nog ellendiger dan je al was. Als het je allemaal te veel werd, smeet je met geld, opdat ze je een verzachtend middel zouden geven. Ja, ze zouden nog jarenlang met je hebben gesold, als de Weense geschiedenis je ellendige levensdraad niet had afgesneden! Zeg me nu eens: was je met deze tweede natuurwet ingenomen en welke zaligheid geniet je nu hier?'
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Nog is Hij goed en wacht op je, maar Zijn geduld zou wel eens niet meer van lange duur kunnen zijn! Is Zijn geduld echter ten einde, dan treedt de oude bijbelse leerstelling in werking, die zegt: 'Het is verschrikkelijk om in de handen te vallen van de levende God!' Daarom zeg ik je onverbloemd: voor jou valt er geen tijd meer te verliezen! Hoeren en echtbrekers zullen het rijk Gods niet binnen gaan! Groot is Zijn goedheid en nog groter Zijn genade en erbarmen, maar in het gericht spaart Hij geen leven. Dan is Hij onverbiddelijk! Bedenk dus goed hoe je nu voor Hem, de Almachtige, staat en wat je te doen hebt, want na mij zal er geen bode meer naar je toe worden gestuurd.'
Hoofdstuk 98: De patheticus begint naar Jezus te vragen. Er begint zelf kennis in hem te dagen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Robert zegt vol vreugde: 'Wel, broeder Dismas, het verheugt me werkelijk dat het je nu eindelijk eens begint te dagen en dat je daardoor de eerste stap hebt gezet om het waarachtige, volmaakte leven van de geest in de Heer te bereiken. Daarom moet je nu hier niet blijven staan en naar je oordelende hart luisteren; maak je op en haast je naar de Heer.
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Jouw gang is nu gemakkelijk, doordat je aan mij een goedgetrainde voorganger hebt. Voor mij was het veel moeilijker, want ik had niemand die mij in mijn donkere nacht een goed getuigenis over Jezus had kunnen geven. Ik moest enkel op Zijn woorden vertrouwen en uit de wijsheid ervan opmaken, dat Hij werkelijk de enige, waarachtige God is. Bovendien werd ik niet minder dan jij, ja zelfs nog hier in het rijk van de geesten, geplaagd door de begeerlijkheid van het vlees, maar omdat ik overtuigd was van de diepe waarheid van Christus' goddelijke woorden, heb ik met kracht mijn zinnen bedwongen en werd met hulp van de Heer daardoor vlug en gemakkelijk overwinnaar van mijn vleselijke zwakheden, die als herinnering aan de wereld der zinnen door mijn ziel naar hier werden meegenomen.
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Mijn eigen hart was ook mijn rechter en had in zijn onreinheid rust noch hoop, maar slechts het mij zeker lijkende vooruitzicht op de eeuwige dood. Maar toen hielp de Heer mij uit mijn grootste nood, die mijn eeuwige dood zou zijn geworden. Mijn hart werd daarop gezuiverd door mijn sterke liefde tot Hem en kreeg ruimte om Zijn genade in zich op te nemen. Ik werd daardoor echter steeds zaliger! Dat zal zich ook allemaal aan jou voltrekken! En als je net als ik deze beproevingen ongetwijfeld goed zult doorstaan, zul je je ook al spoedig in de zaligste toestand bevinden. Verman je nu echter en spoed je samen met mij naar Hem, de enige die allen kan helpen!'
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Robert zegt: 'Vriend, dank de Heer voor deze vrees, want daarmee heeft de Heer Zijn hand aan jouw hart gelegd en is daadwerkelijk begonnen met het verzamelen van jouw zeer verstrooide geestesleven. Dit heilige werken van de Heer in jouw hart spoort je geest aan om wakker te worden en veroorzaakt in je ziel het nare gevoel van vrees. Maar verman je en volg me, dan zul je spoedig van je vrees worden bevrijd. De Heer zelf, die je deze heilige vrees geeft, zal haar ook van je wegnemen. Daarom nog eenmaal: kom en volg me naar de Heer!'
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Na deze luid gesproken woorden van Dismas komen zijn boezemvrienden naar hem toe en zeggen: 'Maar vriend Dismas, wat is er met jou aan de hand? Waarom roep je schande over jezelf af? Zijn wij dan niet allemaal uit hetzelfde hout gesneden als jij? Wanneer je echter schande spreekt over jezelf, spreek je immers ook schande over ons, en dat kan ons werkelijk niet onberoerd laten. Als je geen uitzondering voor ons maakt, zal het je waarachtig niet goed vergaan!'
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze woorden van Robert komt Dismas meteen in beweging en komt met hem naar Mij, de Heer des levens, toe. Hij valt daar bij de tafel met gebogen hoofd voor Mij neer en roept luid: '0 Heer, eeuwig onwaardig om Uw heilig gelaat te aanschouwen, lig ik voor U in het stof van mijn onwaardige nietigheid als een ellendige worm vol schandelijke hoererij en echtbreuk. Ik vraag U, mij de onverkorte straf voor al mijn aardse schanddaden overeenkomstig Uw gerechtigheid te laten ondergaan. Uw wil geschiede!'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Dismas, wie ben jij en waar vraag je om? Ben je tevreden als Ik je letterlijk geef waar je om vraagt? Wee jou dan, als Ik je dat geeft Wil je nog onvolmaakter worden dan je al bent, ga dan naar de grootste aller duivels, die oordeelt met de straf van het vuur. Ik echter oordeel en straf niemand, dus ook jou niet! Wil je leven, vraag dan om het leven maar niet om de dood! Geloof je dan, dat Ik welgevallen heb aan de dood van Mijn kinderen? O, jij dwaas! Ben Ik dan een God van de dood of een God van het leven? Zie, alle eeuwigheden en de oneindigheid van Mijn hemelen geven van Mij het eeuwige getuigenis, dat Ik een God van het leven en geen God van de dood ben. En jij zou van Mij een God des doods willen maken?
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Zeg Me dan wie je bent, opdat Ik kan zien welke verkeerdheid in je woont. Waren je daden op aarde dan niet slecht en laaghartig genoeg, zodat je nu ook nog hier voor Mijn aangezicht wilt zondigen? Ik zie echter heel goed wie je bent en wat je wilt; daarom zal Ik je een moeilijk antwoord maar besparen! Sta nu maar op en verander van gedachten, want met dit verzoek zul je bij Mij nooit en te nimmer verder komen! Kijk, je vroeg Mij als een slaaf om een rechtvaardige straf, maar je hart verlangt naar volkomen genade! Zeg eens, moet Ik nu gehoor geven aan je uitgesproken verzoek of aan de wens van je hart?'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Dismas zegt: 'O Heer Jezus, Gij enige God, heb geduld met mij arme zinnelijke geest! Ik weet wel dat ik een grove zondaar ben en niet in staat ben om ook maar één verstandig woord voor U te stamelen. Oordeel niet naar mijn ellendige woorden, maar naar mijn zieke hart en genees het door Uw vrije genade, dan zal mijn tong nimmer nalaten U te loven! Heer, als U mij nu verstoot, wie moet mij dan aannemen en oprichten?'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Nu goed dan; omdat je alle gerechtigheid alleen maar in de macht legt, wil Mijn macht nu dat je je tegen middernacht voor eeuwig naar de noordelijke hoek van deze zaal begeeft. Daar zul je dan onophoudelijk door een kleine steekvlieg worden geplaagd! Mijn macht wil het, dus begeef je daarheen!'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] En juist in een dergelijke positie bevind ik mij nu tegenover U, 0 Heer; U, die de almacht zelf bent en ikzelf, de volslagen onmacht! Ik kan nu zeggen wat ik wil, maar het is desondanks aan U om te doen wat U wilt, omdat U de enige Machtige bent. Ik wil en kan dus om die wijze en verstandige redenen niets anders zeggen dan: 'Heer, Uw wil geschiede!' Ik zou me duizend dingen kunnen wensen, ik wil me echter helemaal niets meer wensen, maar me volledig onderwerpen aan Uw almachtige wil, of deze nu ten goede of ten kwade over mij beschikt. Zal hij mij kennelijk gelukkiger willen maken, dan is het goed; wil hij mij echter tot de hel verdoemen, dan zal ik ook naar de hel moeten gaan! Want de overduidelijke onmacht kan zich nooit verzetten tegen de almacht! Doe nu, 0 Heer, met mij wat U wilt; ik zal alles goed en rechtvaardig moeten vinden! Ik geloof hiermee mijn onmacht tegenover Uw almachtige en dus ook rechtvaardige eis voldoende te hebben aangetoond. U, 0 Heer, zult met mij doen wat in Uw vermogen ligt!'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Erg geschrokken en verlegen zegt Dismas: 'O Heer, hoewel ik me moet voegen naar Uw macht, vraag ik U toch dringend, dat U me tenminste die wanhopig makende steekvlieg zoudt willen kwijtschelden! Want het zou toch iets verschrikkelijks zijn om eeuwig op dezelfde plaats door zo' n insect te worden gemarteld!'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  851 - 852 - 853 - 854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876  ...