Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 866 van 1112

...  854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879  ...
[6] Vanuit het midden van dit omrande altaarblad verheft zich een volkomen lichtgroene zuil en boven deze zuil bevindt zich een grote krans van samengevoegde sterren. Binnen deze krans zijn ook nog een grote hoeveelheid helrode en witte sterretjes als geometrische figuren samengevoegd, die samen met de hun omgevende krans een buitengewoon geheimzinnig en indrukwekkend schouwspel bieden.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Jullie zeggen nu: lieve vriend en broeder, het ornament op zich is hoogst eenvoudig voorzover wij het als geheel in ogenschouw kunnen nemen. In een heel eenvoudige gouden ring met een doorsnee van ruim twee klafter is een glazen bol aangebracht, ongeveer op de manier zoals bij ons op aarde een hemel- of aardglobe binnen een beweegbare messingen meridiaan. De bol draait voortdurend binnen deze grote ring, die hij bijna helemaal opvult. De ring is nergens meer vanaf de grond bevestigd maar hangt aan een massief gouden koord, dat met sterren is bezet vanaf het plafond tot op manshoogte omlaag. Bij de minste draaibeweging ontdekt men in deze doorzichtige glazen bol voortdurend nieuwe vormen die eveneens doorzichtig, maar toch bont gekleurd zijn, en die vormen zijn vaak zo bekoorlijk dat men er niet op uitgekeken raakt. Maar zodra men een vorm met zijn ogen zou willen vasthouden om hem te beschrijven, is hij al niet meer aanwezig en een andere, die met de vorige geen gelijkenis vertoont, neemt zijn plaats in en dat gaat alsmaar door.
Hoofdstuk 43: Absolute wijsheid niet geschikt voor een nog gebonden geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Zoveel is wel duidelijk, dat de voorwerpen, bezien in het licht van de wijsheid, dat wil zeggen van de absolute wijsheid, steeds doorzichtiger, maar ook steeds ondoordringbaarder worden. Hoe hoger ze stijgen, des te doorzichtiger en harder ze worden, en wel zodanig dat men tenslotte op de harde materie staat en gaat, maar haar van louter doorzichtigheid niet meer ziet. Dat is ook het geval met de absolute wijsheid; men heeft wel een grond waarop men zich bevindt, maar dat is dan ook alles wat men erover kan zeggen. Willen jullie hem nader onderzoeken en wel met je ogen, dan zullen jullie zo'n voorwerp, hoe langer je het bekijkt, steeds meer uit het oog verliezen en zelfs daar, waar jullie op het eerste gezicht iets meenden te zien, niets meer waarnemen.
Hoofdstuk 42: Zevende verdieping. Absolute wijsheid, doorzichtig en ondoordringbaar als diamant - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Uit dit voorbeeld kunnen jullie nog duidelijker dan uit het vorige opmaken dat het licht op zich, in vrije toestand ongenietbaar is en dat niemand zich dus daaraan kan verzadigen. Wanneer het echter in de goddelijke ordening door de goddelijke kracht zelf gevangen wordt, dan pas is het genietbaar en voedend. Om die reden moet de mens ook al zijn wereldlicht in zijn hart gevangennemen, waar het verbonden wordt met de levenswarmte, en dan zal hij uit dit licht de juiste voeding voor zijn geest verkrijgen. En op dezelfde manier moeten wij wat wij hier zien aan zuivere vormen van wijsheid, eerst in onze liefde voor de Heer gevangennemen; vervolgens zullen we de ontwikkeling daarvan in onszelf heel betekenisvol aanschouwen en zo voor ons een stevige maaltijd kunnen bereiden. De Heer zal dan ook dit altaar voor ons openen, zoals Hij het altaar in de laan voor ons heeft geopend.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] We zijn er nu zo dicht mogelijk bij; en kijk nu eens naar de vloer van het rondeel. Wat zien we daar? Een sterrenkrans met een omtrek van zeven klafter, die uit zeven rijen sterren is samengesteld en wel in de volgorde van de kleuren van een regenboog, terwijl deze krans drie span breed is. Binnenin deze krans verheft zich een violetkleurig altaar tot een hoogte van zes span en het heeft een omvang van ongeveer drie klafter, dat wil zeggen gemeten met uitgestrekte armen. De ronde rand aan de bovenkant is met een band zacht vlammend goud omvat, en op deze band is nog een half span hoog, uit louter ronde staafjes bestaand, glanzend wit leuninkje aangebracht. Over deze zuiltjes ligt weer een brede band, gemaakt van dieprood, doorzichtig goud. Daarboven zijn, precies op de plaatsen waaronder de zuiltjes staan, meer naar het donkerblauw overgaande, volkomen ronde kleine bollen aangebracht, terwijl elke bol om zijn midden nog een kleine helder schitterende sterrenkrans heeft.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Bij het bestijgen van een heel steil gedeelte beginnen zijn voeten te trillen; wanneer hij één stap heeft gezet, begint hij bij de tweede te twijfelen en bij zichzelf te overleggen of hij het wel of niet zal wagen. Wanneer echter de andere vriend hem dan de hoge top aanwijst, begint onze goede wandelaar geheel te versagen en laat zich samen met de anderen het veiligheidskoord ombinden.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Wat kan men hieruit opmaken? De hoogtevrees heeft de zwakte in de voeten van onze goede wandelaar aan het licht gebracht, en daarom denkt hij zelfs aan het veiligheidskoord weloverwogen na over elke stap die hij zet, maar desondanks is hij toch steeds bang dat hij ongemerkt een verkeerde stap zal zetten. Zo is het ook met onze huwelijkskandidaat; op de alledaagse levensvlakte heeft hij zich heel goed kunnen bewegen, maar op deze belangrijke hoogte, waar het om de veiligheid van elke stap gaat, komt het erop aan, elke stap, dus ieder woord, op een goudschaaltje te wegen om de zaak, zoals jullie plegen te zeggen, niet in het honderd te laten lopen.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Neem een virtuoos, die, al is hij nog zo goed tegen zijn taak opgewassen, zich ervan bewust is dat er enkele passages in de door hem voor te dragen stukken zijn, die hem bij het oefenen thuis menigmaal wat zijn mislukt; hij zal voor deze passages een zekere angst krijgen, waardoor hij niet zelden, daar hij deze angst niet kan overwinnen, juist op die wat onzekere plaatsen, zoals jullie plegen te zeggen, de plank misslaat. Dus hier was de angst de toestand waarin onze virtuoos zijn zwakke kanten liet zien.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] In het begin brengt hij er nauwelijks een woord uit, of hij weegt elk woord voor hij het uitspreekt om toch vooral geen zwakke kanten te tonen, want ieder mens is zich er voor zichzelf toch steeds van bewust dat hij er daarvan verscheidene bezit. Waarom dan deze schroom? Omdat de mens zijn zwakke kanten en zelfs zijn fouten in geen enkele situatie gemakkelijker prijs geeft dan in die van angst en vrees.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Hetzelfde geldt voor een man van lagere stand die zich in een situatie bevindt waarin hij voor zijn landsheer moet verschijnen en wel aan diens prachtige hof. Met welk een angst en vrees nadert hij de prachtige woning van zijn landsheer! Binnen wordt het hem bij elke trede heter onder de voeten, al naargelang hij dichter bij het vertrek komt waar zijn landsheer gewoonlijk audiëntie verleent.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Laten we daarentegen eens kijken naar een minister of een hoge veldheer, die bovendien nog een belangrijke gunsteling van de landsheer is, en ook naar de op zich onbelangrijke hovelingen. Deze gaan zeker zonder de geringste beklemming naar de landsheer, en laatstgenoemden, die deze hoogte gewend zijn alsof het hun aangeboren is, gaan vaak op een kwajongensachtige manier over de treden, die onze eenvoudige man zo duizelingwekkend en riskant voorkwamen.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Ja, zelfs in de burgermaatschappij ontbreekt het niet aan zulke voorbeelden. Neem een eenvoudige, goed ontwikkelde jongeman die het zich wat zijn levensomstandigheden betreft naar eer en geweten kan veroorloven een vrouw te huwen die hem dierbaar is. Hij kent een familie waarvan de dochter des huizes hem buitengewoon goed bevalt. De levensomstandigheden van deze familie liggen echter, wat de aardse voordelen betreft, beduidend hoger dan die van hem. Hij weet weliswaar dat de vader van dit gezin een heel respectabele en gewaardeerde goede man is, maar de superieure hoogte van diens positie bezorgen onze huwelijkskandidaat zoveel duizelingwekkende bedenkingen, dat hij nauwelijks in staat is, ondanks de goede hulp van betrouwbare gidsen en wegwijzers, het standsverschil met zijn uitverkoren familie te negeren.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Overigens moeten jullie nog bedenken dat de hoogten alleen duizelingwekkend zijn voor degene die zich voortdurend in het vlakke laagland bevond, maar voor de vaste bewoners van de hoogten en ook voor degenen die veel op de hoogten te doen hadden, zijn ze dat in het geheel niet, noch in natuurlijk noch in staatkundig opzicht. Zo klimt een bergbewoner en ook menig ander vriend van de bergen over rotswanden en steile hellingen omhoog, maar de vaste bewoner van het laagland staat al het zweet in de handen als hij deze van veraf ziet, terwijl de bewoner van bergen en hoogten met zijn reis- en klimuitrusting jubelend over de afgrijselijkste afgronden heen kijkt.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] jullie zeggen: lieve vriend en broeder, op deze wel heel erg doorzichtige wenteltrap is het dan toch wat onaangenaam omhoogklimmen, want het lijkt wel alsof men zich in de vrije lucht omhoog zou moeten bewegen, waarbij het omlaagkijken naar de vloer, die steeds dieper komt te liggen toch werkelijk duizelingwekkend wordt! En als het omhooggaan al zo eigenaardig is, dan zal het terugkeren zeker nog eigenaardiger worden. Ja, ja, mijn lieve broeders en vrienden, zo ziet het er wel uit en jullie bezorgdheid lijkt gerechtvaardigd, maar desondanks zullen jullie tenslotte ervaren dat de omstandigheden, zoals jullie ze zien zich zo zullen ontwikkelen dat jullie er helemaal geen acht op zullen slaan en niet in het minst zullen merken hoe gemakkelijk en prettig we terug zullen komen.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Maar hoe? Op het oppervlak van een bol kunnen jullie, waar je maar wilt, een kleinere cirkel of een punt plaatsen en hij zal zich precies in het midden bevinden, dat wil zeggen in het midden van de totale oppervlakte van de bol. Jullie kunnen doen wat je maar wilt, tegen deze meetkundig juiste wet kunnen jullie onmogelijk ooit ook maar de allerkleinste fout begaan.
Hoofdstuk 38: Vijfde verdieping. Hogere trap van ontwikkeling van de mensengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  854 - 855 - 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879  ...