15542 resultaten - Pagina 868 van 1037
... 856 - 857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 ...
[6] Wie zichzelf niet verdoemt, die verdoemen ook wij niet. Wie zichzelf echter vanuit de slechte liefde van zijn hart verdoemt, zal ook verdoemd zijn! Kort en goed, iedereen zal krijgen wat hij zelf wil. Wanneer hij dat dan krijgt, is dat toch het hoogste en het meest volmaakte recht, dat iemand ten deel kan vallen. Wij van onze kant zullen nooit nalaten allen naar hun bevattingsvermogen de juiste weg te tonen en hen door een juist onderricht naar het goede te leiden. Willen zij deze weg bewandelen, dat zal het hun goed gaan. Willen zij dat beslist niet, dan wordt hun daarom door ons geen straf toebedeeld, maar enkel dat, wat ze zelf willen. Ze hebben daardoor oordeel en straf in overvloed. Willen zij zich echter mettertijd, door hun lijden genoodzaakt, weer op de goede weg begeven, dan zullen hun nimmer belemmeringen in de weg worden gelegd.Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Wie kan het opkomen van de zon aanschouwen zonder achting te hebben voor de grote Godheid? Wie wordt niet ontroerd bij het zien van hoge, majesteitelijke gebergten? Wie kan zonder ontzag en onverschillig naar de zee kijken? Wiens gemoed wordt niet geschokt door het machtige rollen van de donder? Kijk, dat zijn goddelijke zaken, waarvoor een ieder vol ontzag heeft. Maar het zogenaamde woord Gods, hoe is het wat de goddelijkheid ervan betreft dan daarmee gesteld? Als het voor de papen niets anders is dan een goed verkoopbare pommade, wat moet het dan wel zijn voor ons leken, die geen doctoren in de godgeleerdheid zijn?
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Bruno zegt: 'Heel goed beste vrienden, mijn verhaal zal kort en bondig zijn. Luister dus naar mij.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] De spreker zegt: 'Wel, dat klinkt verstandig! Naar wat ik nu stilaan begin aan te voelen, zou het je zelfs nog gelukken om ons ook de Godheid van Christus begrijpelijk te maken. Ga maar verder, wat het is werkelijk interessant om je op deze manier te horen spreken!'
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] En dus geloof ik dat de Heer op deze gronden de rooms-katholieke nachtmensen verdraagt, evenals de natuurlijke nacht naast de dag, opdat de mensen in deze nacht des te grotere honger naar het licht zullen krijgen! Ik ben er tenminste nog altijd van overtuigd, dat de blinden steeds grotere vrienden van het licht waren dan de zienden. Zo zou het ook kunnen zijn, dat van de christelijke geloofssekten er geen enkele groep zo naar het ware licht zal zoeken als juist de volgelingen van deze nachtkerk. Ik denk dat het jullie daaruit tamelijk duidelijk mag zijn, waarom de Heer de oude roomse moeder verdraagt en waartoe ze eigenlijk dient!'
Hoofdstuk 115: Kritiek op Rome. Deze wordt door Bruno belicht. Over het nut van de nacht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De tweede spreker zegt: 'Hoe kom je daar nu weer bij? Geloof jij dan werkelijk nog in hel of vagevuur? Nee, daar zou ik zelfs in mijn droom niet aan denken. Christus zal toch een heel stuk wijzer en ook beter zijn dan wij beiden. Zeg mij eens, zou jij met jouw kille hart, in staat zijn om iemand naar de jezuïetenhel te verdoemen en dat voor eeuwig, áls er al een zou zijn? Ik zeg je, dan zou men ronduit een duivel moeten zijn. Hoe stel jij je Christus dan eigenlijk voor, als je Hem tot zoiets in staat acht?'
Hoofdstuk 117: De twijfelaars geloven nu, maar sommigen zijn bang om naar de Heer te gaan. Tweespraak tussen een kerksgezinde en een vrijdenker. Humor in het geestenrijk - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Zelf ben ik vaak daarover in gesprek geraakt met heel eenvoudige lieden, die zulke gemene streken net zo beoordeelden en zeiden: 'De religie is niets anders dan een al in vroeger tijden slim bedacht middel om de arme mensen zand in de ogen te strooien en ze door het voorspiegelen van hemel en hel en fraai ogende bedriegerijen zo in toom te houden, dat deze dan uit vrees voor de hel of uit verlangen naar de hemel de arbeidsschuwe priesterkaste de beste hapjes moeten brengen, maar zelf armzaliger moeten leven dan de gemeenste kettinghond; natuurlijk alles 'tot meerdere glorie van God'! Waaruit dan overduidelijk zou blijken, dat er ofwel nooit een Jezus zou hebben bestaan, of dat hij toch onmogelijk Gods Zoon kan zijn geweest! Wanneer men de inrichting van de wereld, die zo ongeëvenaard wijs geschapen is, beschouwt en daarnaast de loffelijke grondbeginselen van de alleenzaligmakende rooms-katholieke godsdienst, volgens welke men helemaal zonder nadenken alles moet geloven, al is het nog zo dom en onlogisch, en als men daarbij nog moet beamen dat alleen de roomse leer de zuiver christelijke is, dan moet men toch inzien dat dezelfde God, die alles zo uiterst wijs heeft geschapen, onmogelijk zo'n leer kan hebben gegeven ter opwekking van de mens.
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Men zegt weliswaar: het pausdom lijkt op de zuivere leer van Christus als een vuile laars op een mediceïsche Venus, maar dat verandert mijn mening over het Christendom en zijn stichter niet, want wat van God uitgaat, kan geen menselijke zelfzucht ook maar in het minst veranderen. Zou dus de leer van Christus goddelijk zijn, dan zou het toch al te gek zijn, als de ellendige mensheid in staat was daaraan naar zijn zelfzuchtige believen iets te veranderen! Zou het de Godheid werkelijk slechts daarom te doen zijn met de leer van de volledige vrijheid van wil de mensheid ook toestemming te geven om naar believen op een schandalige manier met die leer om te springen? Dan vriend, vaarwel Godheid, want dan moet zelfs een blinde inzien dat zo'n leer voor de mensheid nog minder nut heeft dan helemaal geen leer!
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Zo kunnen de mensen uit ontevredenheid de goddelijke gaven dan ook niet laten zoals ze gegeven zijn, maar veranderen deze steeds naar believen en aardse behoeften. De dieren worden gevangen, geslacht en hun vlees wordt op allerlei manieren toebereid en gegeten. De bomen en planten worden verplaatst en veredeld. Met geen enkele ordening is de mens tevreden en hij maakt voor zichzelf een betere. Zo was het van nature ook de bedoeling dat de mensen naakt zouden rondlopen en zomer en winter onder de blote hemel of in holen en grotten zouden bivakkeren. Maar zij zijn daarmee helemaal niet tevreden en maken zich daarom soms zelfs heel luxueuze kleren en bouwen allerlei huizen en woningen.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Wanneer Christus, die de schanddaden van de joodse priesters bij iedere gelegenheid toch uitdrukkelijk heeft afgekeurd, God is, en leeft zoals wij nu na de dood van ons lichaam, zeg ons dan eens: hoe kan Hij zulke gruwelen, nu al meer dan vijftien eeuwen lang, op hun beloop laten en rustig toezien, hoe deze zwarte dienaren Gods met Hem nog heel wat ergere schanddaden bedrijven dan die oudromeinse beulen, die Hem aan het kruis hebben geslagen? Meer dan viervijfde deel van de christenheid ziet de slechte handelwijze duidelijk in en zegt: 'Van alle christelijke sekten is Rome de oudste en zij moet dus ook het beste weten wat ze van Christus en Zijn leer moet denken! Door haar handelwijze, die recht tegen de leer van Christus indruist, toont ze echter dat ze zelf nog nooit in deze leer heeft geloofd en bijgevolg nog minder in Christus. Ze solt met Hem, ze verkoopt Hem; ja, ze zou Hem zelfs naar de hel vervloeken, wanneer Hij het zou wagen om zich ook maar enigszins met een andere sekte in te laten. Daardoor worden alle volgelingen van zijn leer in hun geloof geschokt en zijn op deze manier dan genoodzaakt zo'n leer vol verachting de rug toe te keren!
Hoofdstuk 115: Kritiek op Rome. Deze wordt door Bruno belicht. Over het nut van de nacht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Overigens komt me de roomse kerk voor als een geloofsnacht, omdat ze bij haar zogenaamde godsdienstige plechtigheden steeds lichten aansteekt ten teken, dat het in haar ook op klaarlichte dag nog nacht is! De nacht heeft echter ook wel degelijk goede kanten, want ze geeft rust aan de vermoeiden. En waar hebben de geestelijk vermoeiden meer rust dan in de nachtkerk van Rome? Ze hoeven niet na te denken, niets te onderzoeken en niet voorwaarts te schrijden, maar alleen maar heel rustig te delen in de goede gaven van hun moeder (nacht) en kunnen daarbij rustig slapen. Worden zij dan echter wakker, gewekt door een of andere morele of politieke opdoffer, dan zoekt niemand zo naarstig naar licht als juist diegenen, die zich in de nacht bevinden!
Hoofdstuk 115: Kritiek op Rome. Deze wordt door Bruno belicht. Over het nut van de nacht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Op dit moment komt ook Bruno vol eerbied naar Mij toe en zegt: '0 Heer, U alleen zij alle liefde, eer en aanbidding! Als een onnutte knecht draag ik deze schare aan U over, die U volgens mijn overtuiging nu geheel van ganser harte toebehoort.'
Hoofdstuk 118: Bardo's eigenzinnigheid; Niklas' terechtwijzing. De duizendkoppige menigte, in de geest verenigd, mag de genade van de Heer ervaren - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Bruno en Niklas, gaan jullie beiden naar Robert, die zal jullie nieuwe kleren geven. Ikzelf echter zal Bardo onder handen nemen en hem geven wat hij hebben wil... zoet of bitter!'
Hoofdstuk 118: Bardo's eigenzinnigheid; Niklas' terechtwijzing. De duizendkoppige menigte, in de geest verenigd, mag de genade van de Heer ervaren - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Niklas, geheel deemoedig uit liefde en dankbaarheid, zou nog iets willen zeggen, maar Ik zeg tot hem: 'Vriend, je hebt al gesproken, want Ik versta de taal van het hart. Ga daarom maar rustig met Bruno mee naar Robert. In het nieuwe kleed zullen we dan nog veel met elkaar te bespreken en te vereffenen hebben. Zo zal het zijn!'
Hoofdstuk 118: Bardo's eigenzinnigheid; Niklas' terechtwijzing. De duizendkoppige menigte, in de geest verenigd, mag de genade van de Heer ervaren - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Beiden gaan meteen naar Robert toe, die hen buitengewoon vriendelijk ontvangt. Ik zeg echter tot Bardo, die Mij nog niet ziet: 'Stel je open, jij duisterling, geef antwoord en toon Mij de reden van je hoogmoed!'
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)