Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 869 van 1490

...  857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882  ...
[1] Deze woorden drongen bij Enos en ook menig ander als gloeiende pijlen in liet hart en hij en iedereen begon daar neer ernstig over na te denken.
Hoofdstuk 127: De trage Enos staat afwijzend tegenover het leven en prijst het niet-zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Zelfs Adam was heel verbaasd over deze gedachten van zijn kleinzoon.
Hoofdstuk 128: De verwondering van Abedam, de andere, over de levenafwijzende visie van Enos. De geruststellende woorden van de Heer tot Abedam, de andere - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Want nog nooit heeft iets mij zo verontrust en terneergedrukt als deze onzinnig zinnige bekentenis van Enos; help mij toch volgens Uw heilige wil uit deze verwarring!'
Hoofdstuk 128: De verwondering van Abedam, de andere, over de levenafwijzende visie van Enos. De geruststellende woorden van de Heer tot Abedam, de andere - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Deze korte vertroosting was geheel toereikend, niet alleen om de andere Abedam, maar ook om alle andere opgewonden gemoederen weer tot rust en orde te brengen.
Hoofdstuk 129: Het lied over het leven van Kenan, de zanger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Kenan, zie hier het pand van Mijn trouw - deze hand hier; zij is een eeuwig oneindige twijg, ja een sterke tak van de liefde in Mij of de grote daadwerkelijke Liefde Zelf!
Hoofdstuk 130: Kenans loon voor zijn lied: de onsterfelijkheid. De essentie van het leven en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] En zo ben jij ook op deze manier ook een heer over jouw vlees.
Hoofdstuk 130: Kenans loon voor zijn lied: de onsterfelijkheid. De essentie van het leven en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze leerzame woorden over het ware leven, die ook leven schonken, werd Kenan buitengewoon blij en vele anderen met hem en allen dankten vanuit de grond van hun hart voor deze grote onthulling. Daardoor begrepen zij nu goed wat het ware leven is en hoe het zich ontwikkelt en dat het duidelijk iets anders is dan het schijnleven van het vlees of veeleer van de dood.
Hoofdstuk 131: Enos' berouw. De angst voor de dood van degenen die het leven afwijzen. Over de volledig rijpe vrucht van de geest en de onrijpe vrucht van het vlees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Zolang de dode nog de kracht van liet leven in zich voelde was hij als een lieer over de dood en had er niet zo'n grote vrees voor, omdat hij als levende mens in de vrije aanschouwing van de dingen om zich heen, niet kan weten dat hij in de dood en de vernietiging voor deze dingen geen zintuigen meer zal hebben.
Hoofdstuk 131: Enos' berouw. De angst voor de dood van degenen die het leven afwijzen. Over de volledig rijpe vrucht van de geest en de onrijpe vrucht van het vlees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Bij de rijpe vrucht is de kern vrij en vast geworden en zodoende kan het buitenste omhulsel van vlees, dat daarvoor de kern heeft gevoed, zonder het geringste nadeel voor de geheel en al levende kern, daarvan gescheiden worden; want dan heeft de kern reeds al het leven in zich opgenomen en ervaart geen dood meer, maar enkel een op zichzelf staand leven in zichzelf, dat nergens meer met de uiterlijke vleesmassa in de een of andere noodzakelijke verbinding staat, - daarom kan deze er ook afvallen, zoals gezegd, zonder het minste nadeel voor de vrucht van de kern.
Hoofdstuk 131: Enos' berouw. De angst voor de dood van degenen die het leven afwijzen. Over de volledig rijpe vrucht van de geest en de onrijpe vrucht van het vlees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Deze heilige woorden van Abedam brachten Enos weliswaar volkomen tot zichzelf; maar toen hij in de richting van de morgen keek en niets meer zag van de vanouds vertrouwde berg was hij nog zeer huiverig. Nu de omgeving geheel veranderd was, kon hij zich niet oriƫnteren en hij wist niet zo goed wat er met hem aan de hand was.
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Deze ongewone aanblik van de omgeving was echter niet het enige wat hem heimelijk deed huiveren. Door dit verschijnsel werd de oude gedachte aan de vergankelijkheid van alle dingen steeds levendiger.
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Maar omdat dat natuurlijk voor de hoge Abedam niet verborgen kon zijn, zei Deze meteen tegen hem:
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En nu die berg plotseling teniet is gegaan en jou die zekere vergankelijkheid nog meer voor ogen is gesteld, wordt die vraag waar je altijd over piekert weer versterkt. Daarom huiver je nu ook des te meer naarmate je vaker naar de plaats kijkt waar pas eergisterenmorgen Adam de profetische mening uitsprak dat juist voor deze berg, waarvoor hij als eerste mens der aarde nu diepzuchtend treurt en weent, ook eens de laatste mens van de aarde zal treuren en vergaan.
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Ik ben echter in de grootste volheid van Mijn oneindige wijsheid een betere profeet dan Adam, die toen geheel voor niets treurde, wat zeer dwaas was; en Ik zeg je dat ten eerste die toenmalige voorspelling van Adam zo goed als helemaal nietszeggend was, en de voornaamste reden waarom Ik bij deze gelegenheid ook een eind gemaakt heb aan deze noodlottige berg en hiermee ook aan de nog meer fatale voorspelling van Adam!
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] O, Ik zeg je: ook het eerste mosplantje dat aan de eerste klip in zee op deze aarde ontsproot, bestaat en leeft zelfs in deze grote kring van Mij nog zeer wel voort, - en het laatste mosplantje van de aarde zal eens zijn oerovergrootvadertje broederlijk levend ontmoeten !
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  857 - 858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882  ...