Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 870 van 1166

...  858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883  ...
[14] Maar Hij zei tegen haar: 'Mijn dochtertje, daar waar Gabriƫl je naartoe zal brengen hoef je niet op Mij te wachten, want voordat jij er zult zijn, zal Ik er zijn en zal je tegemoet komen en je dan Zelf in Mijn huis binnenleiden. Ga dus maar gerust, want Ik zal Mijn woord zeker houden! Amen.'
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Wij zijn weliswaar niet naar U toegelopen zoals daarnet de dankbare, lieve Ghemela heeft gedaan, maar dat deden wij - tenminste naar mijn gevoel - niet omdat we Uw heilig-grote genade en erbarming ten aanzien van ons niet of toch te weinig waarderen, maar alleen uit de grootst mogelijke eerbied, achting en liefde tot U.
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] U bent God de Almachtige van eeuwigheid vanuit Uzelf, ik echter maar een tijdelijk zwak schepsel van Uw heilige, boven alles machtige wil. Maar zoals U als mijn Schepper met mij verlangt te spreken, spreek ik ook open met U, zoals U mij ook vrij en open hebt geschapen; en daarom zeg ik U ook open en vrij: Schepper, Vader, deze keer hebt U ons, Uw arme kinderen, met Uw verwijt te veel gezegd; de helft daarvan zou genoeg geweest zijn om ons dood te drukken!
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar als ik tegen een van mijn kinderen zou zeggen: `Luister, jij nietswaardig kind! Als je me niet boven alles lief zult hebben en ik ook maar het allergeringste gebrek aan jouw grootst mogelijke liefde zou merken, dan zal ik je meteen doden!', dan zou het toch wel heel vreemd zijn om te vragen: hoe zal het kind, dat ik zo bedreigd heb, in staat zijn mij als vader lief te hebben?
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Hierop wendde de Heer Zich tot Adam en zei tegen hem: 'Je spreekt hier als een mens met Mij, je Schepper, en daar doe je goed aan; want door jou wordt hiermee Mijn meesterlijk gelukte werk bewezen, dat je vrij vanuit jezelf zo met Mij kunt spreken.
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] Laat daarom van je eis iets vallen en houd van Mij; dan zul je immers wel merken of Ik met de dood of zonder de dood om de liefde van Mijn kinderen vraag!
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Deze woorden van de Heer brachten onze Adam weer tot betere gedachten. Deemoedig ging hij naar de Heer en sprak: 'O lieve, heilige Vader, Uw woord heeft mij weer in een ander licht geplaatst, en in dit licht zie ik in dat ik gloeiend heet ten aanzien van U gezondigd heb. Daarom vraag ik U, o lieve, heilige Vader, reken mij toch deze, beslist mijn allerlaatste fout ten aanzien van U en Uw gehele schepping niet te streng aan, maar vergeef mij, zwakke oude grijsaard, deze laatste dwaasheid!'
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Hierop wendde de Heer Zich tot Adam en zei tegen hem alsook tegen alle anderen die hetzelfde dachten als Adam: 'Luister nu allemaal, en jij, Mijn zoon Adam in het bijzonder: Ik wil nu ten overstaan van jullie allen iets tot Mijn eigen verontschuldiging zeggen, Mijn kinderen, opdat jullie, wanneer je in de toekomst toch nog Mijn raad zou vergeten, weten dat niet Ik, maar jullie zelf de dwaze en blinde scheppers van jullie gericht zijn en daarom ook van jullie verderf en dood, indien jullie niet, zoals gezegd, de door Mij, jullie allerwijste Schepper en liefdevolste, heilige Vader aangegeven weg bewandelen! Luister nu naar Mij:
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] En alleen Ik, als de grote Werkmeester van al Mijn schepselen, weet hoe alle processen in de schepping zijn ingericht en hoe ze onderling samenhangen, en Ik kan jullie daarom ook de enig deugdelijke middelen geven om je zo te gedragen, dat jullie je vrij op dit hoogste niveau kunnen handhaven, waarop jullie als meest verheven einddoel van Mijn hele schepping staan.
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Jullie alleen kunnen haar zegenen volgens Mijn orde, maar haar ook buiten mijn orde tot jullie onheil verderven.
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] De liefde tot Mij is Mijn eigenlijke orde. Houd je daarom altijd werkelijk aan deze liefde, dan zullen jullie nooit in een gericht terugvallen; maar mocht je die liefde verlaten, dan zullen jullie de sluizen openen voor het gericht, en dat zal dan noodzakelijkerwijs over jullie heen komen zoals de steen en zal je in zich begraven.
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Wat moet Ik dus als de heilige Vader tegen je zeggen als jullie je op een onordelijke, eigenzinnige wijze aan Mijn heilige, eeuwige orde vergrijpen en Mij daarbij geheel vergeten?!
Hoofdstuk 14: Uranion vraagt aan de Heer of Hij door de mensen beledigd kan worden. Het bevestigende antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Zie, zo staan de zaken. Blijf daarom allemaal in Mijn liefde, dan zullen jullie je niet bezondigen aan de dingen die Ik voor jullie geschapen heb!
Hoofdstuk 14: Uranion vraagt aan de Heer of Hij door de mensen beledigd kan worden. Het bevestigende antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Toen zij zich op die plaats bevonden sprak de Heer tot Kisehel: 'Zie, Ik ben door Mijn grote vijand ten overstaan van jou ernstig beschuldigd! Zou Ik Mij daarvoor tegen jou verontschuldigen zonder de aanklager, dan zou je in jezelf nog altijd heimelijk denken: `Het zal wel zo zijn en is ook wel zo als de Heer ons heeft geopenbaard, maar desondanks blijft de bewering van de draak toch zeer merkwaardig en zijn bekentenis moet beslist niet geheel en al buiten beschouwing gelaten worden!'
Hoofdstuk 15: De Heer roept Satana in haar gedaante als draak in het bijzijn van Kisehel, Henoch en Lamech. De brutale woorden van de draak en zijn voorspelling van de kruisiging van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Daarom bracht Ik jullie hiernaartoe en wij zullen deze zaak in tegenwoordigheid van de draak afhandelen!'
Hoofdstuk 15: De Heer roept Satana in haar gedaante als draak in het bijzijn van Kisehel, Henoch en Lamech. De brutale woorden van de draak en zijn voorspelling van de kruisiging van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883  ...