Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 870 van 1088

...  858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883  ...
[5] Jullie weten dat het voortschrijden van de geest niet bestaat uit het alsmaar wijzer worden, maar enkel en alleen uit het steeds meer vervuld worden van liefde voor de Heer, en uit deze steeds grotere rijkdom aan liefde groeien alle andere volmaaktheden en bekwaamheden van de geest zonder meer op. Als dat helder en begrijpelijk is, dan is de vraag: hoe moet de mens het aanleggen om zo vlug mogelijk een overvloed aan liefde voor de Heer te verkrijgen? Want het is toch bekend dat een heleboel mensen zich echt veel aan de Heer gelegen laten liggen. Vraagt men hun echter naar hun geestelijke vervolmaking, dan zeggen ze:
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Kijk, wanneer men zijn schreden versnelt, bereikt men eerder zijn doel dan wanneer men deze vertraagt. Dat is een waarheid als een koe en heeft geen mathematisch bewijs nodig; maar de geest is ook in staat om voorwaarts te schrijden en wel veel meer dan het stoffelijke lichaam. Maar hoe kan de geest zijn schreden versnellen en hoe vertragen? Kijk, dat is niet zo vlug volkomen duidelijk te begrijpen; daarom zal het nodig zijn om daaraan nog voordat we het bovenste open plein volledig betreden, enkele woordjes te besteden. Luister daarom naar mij!
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Datgene wat jullie zozeer ter harte gaat, heeft niet zo'n grote betekenis als jullie wel denken, maar is van dien aard, dat het zonder meer bij de eerste aanblik boven in de open lucht vanzelf duidelijk zal worden. Wij zullen echter in die vrije ruimte heel andere dingen tegenkomen die verreweg van groter gewicht en een hoger geestelijk belang zullen zijn dan de twaalfde verdieping die jullie nog missen. Ga dus nu maar monter en vlug naar boven, zodat we zo vlug mogelijk onze vrije ruimte bereiken.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[25] Kijk, dat toont aan dat de mens enkel en alleen door de liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste tot de volmaaktheid van het leven in zijn oerfundament kan komen. Ik denk dat jullie daarmee nu toch aardig in het reine zijn gekomen. Wat de overige delen van de galerij betreft, zij betekenen niets anders dan de volmaakte ordening van de ware wijsheid, die de grondwaarheid in de geest is en een licht zonder enige versiering of opsmuk; zij is wat jullie de naakte waarheid noemen. Nu we dit weten, zullen we ons ook weer dadelijk via de trap rond de twee zuilen naar boven, op het grote open plein begeven.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] We laten dit nu rusten; de vloer hebben we bekeken en we richten nu onze blik naar de onuitsprekelijk prachtige omheining van dit grote plateau. We zien eerst een witte balustrade die dit hele grote plateau omgeeft, maar telkens om de tien klafter rijst er vanaf de balustrade een meer dan honderd klafter hoge obelisk omhoog. Zijn stralende kleur is eveneens verblindend wit, maar kijk, op de top is elke obelisk versierd met een tamelijk grote bol die soms rood, soms groen, soms blauw, soms violet, soms geel, en zo nog door verscheidene kleurnuances heen prachtig straalt. Het lijkt wel alsof er bovenop elke obelisk, waarvan er rondom dit grote vrije plateau honderden zijn, een echte zon staat die deze open plaats heel sterk verlicht.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Maar kijk, helemaal aan het eind van de straat staat een heel onooglijk kroegje, waarin een armelijke familie gehuisvest is. Daar zullen we binnengaan en zien hoe daar de kunst wordt beoefend, omdat ook een kind van deze armelijke vader muziek studeert. Welnu, deze knaap heeft vandaag al minstens acht uur gestudeerd; maar 's avond wil de vader hem om gezondheidsredenen meenemen voor een kleine wandeling. Kijk nu eens naar die jongen, hoe hij zijn instrument aan het hart drukt en het liefkoost alsof het zijn beste levensgezel was. Slechts met veel moeite en overredingskracht van de vader kan onze kunstbroeder zich met tranen in de ogen van zijn lieveling losmaken terwijl hij zegt: mijn dierbaarste kleinood, ik kom gauw, ja heel gauw weer bij je terug! Ik vraag nu: zal hij een kunstenaar worden? Luister maar eens naar de tonen die hij na korte tijd al geleerd heeft aan zijn instrument te ontlokken en jullie zullen zeggen: ach, dat zijn wonderbare tonen! Men zou zeggen dat ze van bovenaardse ruimten komen. Ja, ja, mijn lieve vrienden en broeders, deze jongeman wordt zeker een groot kunstenaar, want hij heeft wel de juiste leermeester in zich en deze leert hem, alles aan de kunst op te offeren en nergens een grotere vreugde in te vinden dan juist in zijn muziekstudie.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Maar laten we weer naar het volgende huis gaan. Kijk, daar treffen we helemaal geen leerling aan en de slordig door elkaar liggende muziekboeken, die er verder heel verzorgd uitzien, geven ons voldoende bewijs van de ijver van onze leerling. Zal er misschien uit deze een kunstenaar groeien? Ik denk, dat eerder het hele instrument in goud zal veranderen dan dat deze leerling een kunstenaar zal worden. Laten we het volgende huis binnengaan; misschien vinden we daar zo'n aankomende kunstenaarsheld. Luister, daar zit zowaar iemand te oefenen; maar kijk eens goed naar hem, zijn ogen staan vol tranen, want hij werd net door zijn vader, die veel geld voor zijn zoon uitgeeft, met een pak slaag tot studeren aangezet. Wordt deze leerling een kunstenaar? Jullie zeggen al: ex trunco non fit Mercurius, wat zoveel wil zeggen als: moet de liefde voor de kunst er met geweld ingeslagen worden, dan zal er niet veel kunstenaarsschap tevoorschijn komen. Moeten we nog meer huizen binnengaan om soortgelijke kunstbroeders te bezoeken? Ik denk dat het niet nodig zal zijn.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Kijk, daar ligt een straatje met zo'n honderd huizen; daar wonen op z'n minst duizend jongelui die muziek studeren. Laten we bij nummer 1 binnengaan. Kijk, daar ligt de leerling nog heerlijk te slapen en dat nog wel een aardig stuk van zijn instrument verwijderd; zal hij wel een kunstenaar worden? Ik denk dat men met slapen de kunst niet leert! Gaan we huis nummer 2 binnen. Kijk, de leerling daar kleedt zich juist aan om van de mooie dag te profiteren en een uitstapje naar het platteland te maken, iets waar hij veel van houdt. Wordt hij wel een kunstenaar? Ik denk dat men op straat, op het veld of in het bos de kunst niet leert. Gaan we huis nummer 3 binnen. Kijk, daar zit toch werkelijk een leerling met zijn instrument en oefent geeuwend zijn opgaven. Zal hij misschien een kunstenaar worden? Ik denk dat voor de kunst een geeuwende ijver te gering is.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Laten we eens aannemen dat er in een of andere hoofdstad duizenden zijn die bijvoorbeeld muziek beoefenen. Onder deze duizenden zijn er tenminste enkele honderden die werkelijk muzikaal begaafd zijn; maar hoeveel van al deze leerlingen zullen daaruit als waarachtige musici en virtuozen naar voren treden? Misschien één, maar misschien ook zelfs geen enkele; en men kan een stad uiteindelijk gelukwensen als er uit tien jaargangen één of hoogstens twee voortkomen die zich terecht 'kunstenaar' of 'virtuoos' mogen noemen. Is dat niet een ware smaad voor de mensheid? Want iedereen kan toch zeggen: ik heb immers ook een onsterfelijke geest, een evenbeeld van God in mij! Hoe is het echter met zulke evenbeelden van de allerhoogste volmaaktheid gesteld als zich maar enkelen van hen nauwelijks boven de middelmaat weten uit te werken? Het grootste aantal blijft al zonder meer onder het vriespunt steken, alhoewel zij ook evenbeelden van God zijn. Waarom dat zo gaat zullen we zo dadelijk in de studeerkamers van onze muziekstudenten zien.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[24] Het overeenstemmende beeld wordt jullie getoond door de twee middelste zuilen, waarin en waaraan jullie zo'n vormendans niet meer ontdekken. Als jullie er echter nauwkeuriger naar kijken, zullen jullie in elke zuil precies dezelfde, volmaakte en alleredelst gevormde mensengestalte aanschouwen, waarvan de lichaamsdelen overal even helder en van licht doordrongen zijn.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Ik denk dat de betekenis van die plaatsing eveneens niet moeilijk te raden zal zijn. Jullie hoeven slechts het evangelie van de Heer ter hand te nemen en jullie zullen ontdekken dat Hij de gehele mozaïsche wet evenals ook alle profeten in de enige dubbele wet van de liefde heeft ondergebracht, namelijk: 'Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf!' Deze twee geboden heeft de Heer Zelf als gelijkluidend aangemerkt; daarom zijn de twee zuilen hier in dit midden ten eerste geheel gelijk aan elkaar, en ten tweede ook nog stevig aaneengesmeed en zijn zij de enige steunpilaren van de weg naar boven. Ik denk dat jullie dat begrijpen.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Hier echter zien we de twee zuilen van de liefde in plaats van het kruis in het midden van ons zuilenrondeel. Ze zitten stevig tegen elkaar aan en de trap die naar boven leidt, loopt niet meer langs de tien buitenste, maar alleen nog om de twee middelste zuilen omhoog.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Kijk, zo moeten ook jullie je als huiseigenaren eerst uit jezelf naar mij toewenden, want ik ben nu volledig in naam van de Heer bij jullie en het gedeelte dat jullie naar mij toewenden, zal dan eveneens dadelijk belicht worden, zodat jullie het duidelijker herkennen en beschrijven kunnen.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Jullie zeggen en vragen nu: we komen dus op het eigenlijke dak van dit gebouw, dat jij een groot open plein hebt genoemd. Dat is allemaal goed en wel, lieve vriend en broeder, maar bevinden we ons hier op dit open plein nu werkelijk op de elfde verdieping ofwel de twaalfde galerij? Omdat het dak toch onmogelijk als een galerij of een verdieping kan worden beschouwd, kunnen we het uitzicht dat we vanaf het welbekende gebergte hadden niet verklaren, want we hebben toch heel duidelijk twaalf verdiepingen gezien. Waren deze twaalf verdiepingen slechts gezichtsbedrog of zit daar iets anders achter? We hebben het tijdens het beklimmen van dit wondervolle gebouw al eens over deze vreemde verhoudingen gehad, maar toen heb je ons naar een betere gelegenheid verwezen en gezegd: hoe het daarmee gesteld is, zullen we op de juiste plaats vernemen. Daarom zouden we graag alvast van jou willen horen of dit open plein misschien de juiste plaats zal zijn waar we dit antwoord zullen vernemen.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Hiermee beste vriend en broeder, zijn we dan ook al klaar met de beschrijving van de dingen hier, voorzover het tenminste in ons vermogen ligt. De vluchtige vormen echter, die zich zowel in de vaste massa van de zuilen als in de andere delen van deze galerij voortdurend afwisselend vertonen, kunnen we onmogelijk beschrijven. Ten eerst zijn ze te vluchtig en wisselen te snel en ten tweede zijn hun vormen niet intensief genoeg en daarom zijn onze ogen niet in staat daar veel meer te ontdekken dan slechts een voortdurende chaotische mengeling van vormen. Zodoende zijn we geheel en al aan het einde gekomen met de beschrijving van alles wat we hier gezien hebben. Het verklaren van de betekenis ervan laten we, lieve vriend, liever aan jou over.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  858 - 859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883  ...