Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 88 van 1110

...  76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101  ...
[11] Zie, zo sprak eens de grote profeet, en zo zong ook eenmaal David in zijn acht en zeventigste psalm in het tweede vers, en naast heel veel andere dingen slaat dat juist op Hem, en dan vragen jullie nog: Waarom zó, en wat betekent dat?', terwijl je toch al een behoorlijk lange tijd met Hem optrekt?! Als het noodzakelijk is dan zal Hij ons deze gelijkenissen wel uitleggen, en als het niet nodig is, -nu, dan mogen we ons allen wel heel gelukkig prijzen, dat wij nu zien en horen mogen, wat alle aartsvaders graag gezien en gehoord zouden hebben!'
Hoofdstuk 192: Onkruid tussen de tarwe, mosterdzaad en zuurdeeg. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Maar Ik zei: 'Ga naar huis; want voor jullie heb Ik Mijn mond niet opengedaan, omdat Ik wel wist hoe dom jullie harten zijn! Daarom zullen eenmaal ook jullie kinderen je meesters en rechters zijn!' Daarop ging al het volk snel weg van de oever en iedereen ging naar huis.
Hoofdstuk 192: Onkruid tussen de tarwe, mosterdzaad en zuurdeeg. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Zijn vlees en bloed zeggen hem dat niet, maar de geest, die al zover in hem is ontwikkeld, dat hij niet ver meer af is van de algehele wedergeboorte van de geest! Maar het is werkelijk geen bijzondere eer voor jullie, dat hij jullie leraar is, in plaats dat jullie dat voor hem zijn; hij heeft echter veel op jullie voor omdat hij de schrift heel goed kent, en Ik heb hem lief zoals Ik jullie lief heb; want er is veel deemoed in zijn hart!'
Hoofdstuk 193: Op zee. De verwondering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Jullie zouden nu toch wel wat bekend moeten zijn met de geestelijke taal! Wil Ik dan naar Nazareth, als Ik zeg, dat we nu rechtstreeks naar huis zullen gaan?! Begrijp dat nu toch eens! Als Ik over thuiskomen spreek, dan bedoel Ik daarmee het innerlijk van de mens, wat een werkelijk geestelijke verzamelplaats is van het leven, de kracht, de macht en alle wijsheid. Dus daar gaan wij nu heen! Wij hebben echte innerlijke geestelijke rust nodig, en dat is een echt thuis; daarin zullen we datgene -niet voor Mij, maar voor jullie -vinden, wat voor ons mensen van vlees en bloed nodig is! Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 194: Het geestelijk huis van de mens. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Bekom eerst van je verre en moeilijke reis; daarna zal Ik je pas vertellen wat je thuis moet doen tegen de door de orthodoxe Samaritanen naast jou, beste Jonaël, aangestelde opperpriester voor de nietszeggende, blinde dienst op Garizim. Maar, zoals Ik al zei, jullie hebben voor alles rust en herstel nodig, houdt je daar dus eerst mee bezig!
Hoofdstuk 195: Kis. Weerzien met Jaïruth en Jonaël. (1.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Terwijl Ik dat nog maar net uitgesproken had, was de jongeman ook al terug met de vrouwen, en wij gingen aan de tafels zitten en aten vrij snel en opgewekt het avondmaal. Na de maaltijd zei Ik tegen allen: 'Luister , omdat de nacht nu mooi en helder is met veel sterren, gaan we niet meteen naar bed, maar naar buiten onder de vrije hemel op het grasveld; want Ik ben voornemens om jullie nu nog veel te vertellen en te laten zien!'
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] 'In geen geval, broeder!', zegt Ahab. 'Maar Ik vind alleen maar dit: Wij moeten ons in alle deemoed van onze harten wel verwonderen dat Hij zoiets in ons bijzijn doet, en ons, hoewel we echt niet zulke waardevolle schepsels zijn, zo waardig acht voor Zijn liefde, wijsheid en macht, dat Hij nu juist zulke daden ten aanschouwe van ons verricht! Ik vind mijzelf tenminste voor de minste nog niet waardig genoeg! Maar als wij weten Wie Hij is, en we verbazen ons dan nog, als Hij die hemel en aarde geschapen heeft iets buitengewoons doet, net alsof een mens dat gedaan had, dan vinden wij de Heer eigenlijk alleen maar een wat buitengewoon mens! En dan vind ik, dat de manier waarop jullie je verbazing hebt getoond na het plotseling verdwijnen van de storm, niet op zijn plaats is!
Hoofdstuk 193: Op zee. De verwondering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Maar Ik antwoordde: 'Hebben jullie niet gehoord, wat Kisjonah ter gedachtenis aan Mij op deze heuvel wil oprichten, en dat Ik hem vertelde hoe het jammer genoeg zo'n instelling in deze wereld zal vergaan? Wel, dat had betrekking op de goede akker, die met de zuiverste tarwe bezaaid werd en toch een grote hoeveelheid onkruid temidden van de tarwe liet opschieten! Zie, deze gelijkenis betekent het volgende:
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Een hard hart zal geen zachte vrucht geven, en een ontrouw hart zal zich nooit kunnen beheersen, en de toorn zal het vuur zijn, dat nooit uit zal doven! Wees voor dat alles dus op je hoede en wordt in alles rechtvaardig volgens de wet der liefde!'
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Als jullie oprecht kinderen van God willen worden, beloof dan nooit iemand iets waaraan je je niet kunt houden -of wat nog erger is -waaraan je je niet wilt houden; voorwaar, Ik zeg jullie, een afspraak of een belofte, die niet gehouden wordt, is het ergste wat bestaat!
Hoofdstuk 198: De schat in de akker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Wie oren heeft om te horen, die hore (Matth. 13:43). Want Ik wil jullie nog een paar gelijkenissen over het hemelrijk geven:
Hoofdstuk 198: De schat in de akker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het hemelrijk gelijkt ook op een verborgen schat in een akker, welke schat door een mens gevonden werd, en 's nachts haastig door hem in de volgende akker werd begraven, omdat de schat groot en zwaar was en hij hem niet naar huis kon dragen omdat dat te ver was. Heel vrolijk ging hij toen naar huis, verkocht alles wat hij had en kocht de akker ten koste van alles (Matth. 13:44); want de schat in de akker was duizenden malen meer waard dan wat hij voor de akker gaf, en nu kon hij omdat de akker van hem was, de schat zonder gevaar uit de akker halen, en niemand kon hem het bezit daarvan bestrijden. Nu kon hij rustig zijn schat in zijn nieuwe huis brengen dat hij tesamen met de akker gekocht had, en hij hoefde niet meer in het zweet zijns aanschijns voor zijn onderhoud te werken; want hij kon nu door zijn schat in de grootste overvloed leven. -Begrijpen jullie deze gelijkenis?'
Hoofdstuk 198: De schat in de akker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] 'Jullie hebben de gelijkenis goed begrepen', zeg Ik; 'want zo gaat dat met het echte hemelrijk. -Maar luister nu naar een ander beeld!'
Hoofdstuk 198: De schat in de akker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Dit keer is het hemelrijk te vergelijken met een koopman die in alle landen naar mooie parels zocht. (Matth.13:45) En hij vond een parel van onschatbare waarde, vroeg naar de prijs, en toen hij deze kende ging hij ook meteen naar zijn woonplaats, verkocht alles wat hij had, en ging toen terug en kocht de grote parel (Matth. 13,46), die ook duizenden malen meer waard was dan wat hij ervoor betaalde. - Begrijpen jullie dit beeld?'
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] 'Ook deze gelijkenis hebben jullie volkomen begrepen', zeg Ik; 'want dit is ook weer een duidelijk beeld van het hemelrijk! -Maar luister naar nog een beeld!
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101  ...