Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 88 van 215

...  76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101  ...
[9] Ik heb er nu niet de minste twijfel over dat die mannaregen een puur wonder was, en wat ik zo eigenaardig vind is dan ook niet het onmiskenbare wonder, maar het feit dat geen enkel mens op één dag voor zichzelf en de zijnen meer van het manna mocht verzamelen dan precies wat hij volgens het voorschrift voor één dag nodig had. Alleen op vrijdag mocht iedereen ook voor de sabbat, waarop er geen manna uit de hemel viel, de voorgeschreven voorraad manna voor zichzelf verzamelen; als iemand echter op een andere dag een voorraad voor de volgende dag verzamelde, raakte die bedorven, vol wormen en begon te stinken en was derhalve voor mensen noch dieren te eten.
Hoofdstuk 190: De arts vraagt naar het manna in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Toen het helemaal begon te schemeren en de sterren geleidelijk aan zichtbaar werden, begonnen er in de zeer zuivere en volmaakt rustige lucht een groot aantal bekende, maar nog meer onbekende streken te verschijnen, met name aan de westelijke hemel. Zover het oog reikte waren de kusten van de Middellandse Zee te zien met alle plaatsen en schepen, en allen merkten op dat ook de grote Middellandse Zee volkomen rustig was. Helemaal aan de westelijke rand, waar de zon onderging, kwam ook het getrouwe beeld van de sterk rood gekleurde zon tevoorschijn, waarover alle aanwezigen zich in hun hart heel erg verwonderden. Deze verschijnselen werden van minuut tot minuut levendiger.
Hoofdstuk 192: Het verschijnsel van de luchtspiegeling (24.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Als jullie tot God bidden en in je hart zeggen: 'Vader in de hemel, leid ons niet in verzoeking!', zeg, denk en wens dan dat Hij jullie niet ruim voorziet van veel aardse goederen en schatten, maar vraag Hem alleen om het dagelijkse brood, dan zal Hij het jullie niet onthouden, aangezien Hij het beste weet wat jullie nodig hebben.
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Vanavond hebben wij weer een keer de ons reeds bekende luchtverschijnselen gezien, die wij met de naam 'fata morgana' aanduiden. Wij begrijpen natuurlijk niet hoe en waarom die ontstaan. Maar dat er weldra stormen op volgen, dat weten wij uit ervaring, en tot nu toe beschouwden wij ze als waarschuwingen van de hemel, dat men zichzelf bij het verschijnen ervan in veiligheid moet brengen. Zulke verschijnselen zullen echter vast nog een andere, diepere grond hebben. Als het nodig is voor ons zal de Heer ons ook daarover licht schenken; en als het niet nodig is, zijn wij er ook niet gretig naar -want van nu af aan moet over ons alleen de wil van de Heer heersen! Wij danken je voor je bezoek.'
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als iemand dus een verzoek heeft, namelijk of God, de enig ware Schepper en Vader van alle mensen en engelen, hem bij het een of ander wil helpen, dan moet hij met zijn verzoek niet naar een tempel of een synagoge en ook niet naar een priester gaan, maar zich afzonderen in een kamertje -en met name dat heel stille kamertje van zijn hart -en daar tot God bidden en Hem, de meest liefdevolle Vader, om de juiste hulp vragen. Dan zal de Vader, die alles zelfs in het diepst verborgene hoort en ziet, aan degene die alleen op die manier op de juiste manier en in de geest der waarheid levend bidt, altijd graag geven waar hij met recht om heeft gevraagd, daar kunnen jullie allemaal volledig van verzekerd zijn. Maar op een gebed, dat openlijk en in het bijzijn van de mensen ten toon wordt gespreid, waarbij het hart dikwijls heel weinig voelt, zal de Vader in de hemel nooit Zijn almachtige 'amen' uitspreken.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Geloof dus dat Ik, als het Licht en Leven, de waarachtige Zoon ben van de eeuwige Vader, door wie alles gemaakt is - de hemel en deze aarde en alles, wat hemel en aarde en de hele oneindigheid bevatten -en leef en handel altijd volgens Mijn leer; heb God dus lief boven alles en jullie naasten als jezelf, dan hebben jullie daardoor het eeuwige leven in je, en ook al zullen jullie wat je lichaam betreft eenmaal sterven, dan zal jullie ziel toch in het helderste en volste bewustzijn voortleven en eeuwig nooit meer een dood zien, voelen of smaken!
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Toen de zaak hun nader werd uitgelegd, zeiden ze allemaal: 'Ja,ja, als de hemel en de aarde zich door de Heer verenigen, worden wonderen al bijna heel natuurlijke verschijnselen; maar als de Heer eenmaal weer terug zal gaan naar achter alle sterren, zal er weer een groot gebrek zijn aan dergelijke grootse en buitengewone gebeurtenissen onder de mensen op de aarde!'
Hoofdstuk 4: Rafaël redt Perzen en Indiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Kijk, in het begin van ieder begin en voor het bestaan van ieder bestaan was het Woord! Dit Woord was bij God, want God Zelf was het Woord, en alles wat er is en wat de eindeloze ruimte vult, waar jullie wijzen al over gesproken hebben, is door het Woord geschapen en zonder dat Woord is er niets geschapen.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] U zegt dat alleen de Uwen, die in U geloven, U liefhebben en Uw geboden houden, het eeuwige leven in Uw Godsrijk zullen ontvangen. Als dat zo is, en als alles wat er bestaat door de macht van Uw eeuwige woord geschapen is, evenals alle mensen die helaas te eniger tijd hebben geleefd zonder U te kennen -wat niet hun schuld kon zijn -hoe zal het dan gaan met die mensen die U nooit hebben kunnen kennen? Hoe zal het er met het eeuwige leven van hun ziel in Uw Godsrijk uitzien?Want ze hebben niet in U kunnen geloven, U niet kunnen liefhebben en ook Uw geboden niet kunnen houden, omdat ze niets over U te weten hebben kunnen komen.
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ebal zei: 'Hier aan het meer en met name in deze baai zijn dergelijke verschijnselen in deze tijd niet echt zeldzaam; maar deze windstoot, die zo plotseling ontstond en op een donder leek, zou als gevolg van de allerhoogste aanwezigheid van de Heer over alle dingen in hemel en op aarde wel eens iets hogers kunnen betekenen! Maar wat dat is, zal Hij wel het allerbeste weten; ik kan je daar verder geen uitsluitsel over geven.'
Hoofdstuk 13: De commandant vraagt om uitleg over het wezen van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Toen Ebal dat tegen de commandant had gezegd, wendde deze zich direct weer tot Mij en zei, nu vol echte Romeinse soldatenmoed: 'Hoogste Heer en Meester, ik heb uit Uw woorden geconcludeerd dat in U werkelijk de hoogste geest van de enig alleen ware Godheid woont! Zonder Uw wil kan er noch in de hemel noch op deze aarde iets gebeuren, ontstaan, werkzaam zijn, bestaan en vergaan; en als er iets gebeurt, ontstaat, werkzaam is en bestaat, zult U in Uw eeuwige geest van eeuwigheid zeker de reden en de oorzaak daarvan kennen, volgens welke U Uw wijze bedoelingen gerealiseerd wilt hebben. Voor U zal ook deze windstoot zeker niet vreemd en onbekend zijn! Hoe is die dan ontstaan, en met welk doel?'
Hoofdstuk 13: De commandant vraagt om uitleg over het wezen van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] U kunt mij vast en zeker de beste verklaring geven over deze aarde, de maan, de zon en ook de sterren! Ik en mijn twee metgezellen vragen U daarom! Want ik heb allang ingezien dat onze opvatting en onze oude, ingeprente denkbeelden over de aarde alsook de sterren aan de hemel niet juist kunnen zijn; want de verschijnselen die daarmee samenhangen laten zich absoluut niet of maar heel slecht verklaren door allerlei bijgelovige toevoegsels, waar iemand die in alle dingen de waarheid zoekt en nadenkt, slecht mee gediend is. O Heer en Meester, wij vragen U er nogmaals om!'
Hoofdstuk 13: De commandant vraagt om uitleg over het wezen van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Toen zei de commandant: 'Dat is vergeleken met onze aarde wel een treurige wereld! De mensen, die zoals jij uitlegde alleen aan deze zijde leven, kunnen geen grote wijsheid bereiken, omdat ze op zo'n kleine, uiterst schrale wereld slechts in zeer beperkte mate de dingen kunnen aanschouwen die God geschapen heeft, en omdat ze door hun orde van dag en nacht, die geheel en al ongelijk en verschillend is ten opzichte van die van de aarde, ook bijna geen tijd kunnen krijgen om zelfs het weinige op die kleine wereld met aandacht te bekijken en te bestuderen, vergelijkingen te maken en daaruit de nodige lering te trekken. Ze zullen wel het meest op onze apen lijken?'
Hoofdstuk 14: Rafaël als leraar in de astronomie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Kijk, het schijnsel, dat deze bol omgeeft, is de eigen atmosfeer van dit hemellichaam, die het aan alle kanten omringt! Bij de echte zon, die als geheel ongeveer duizendmaal duizend keer groter is dan deze aarde, is dit lichtschijnsel heel veel krachtiger. Maar let nu goed op, ik zal dit lichtende omhulsel enkele ogenblikken openen, opdat jullie kunnen zien hoe het eigenlijke vaste zonnelichaam eruit ziet en tevens opmerken dat dit hemellichaam voor nog heel andere doeleinden door de Heer geschapen is dan alleen om de andere hemellichamen te verlichten en te verwarmen! ,
Hoofdstuk 15: Rafaël verklaart de verhoudingen van de planeten tot de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Toen de drie in de korte tijd van nauwelijks een kwartier een geheel juist overzicht van de zon hadden gekregen -van haar inrichting, haar bewoonbaarheid en haar activiteit, invloed en verhouding ten opzichte van de andere planeten, waarvan ze de overeenkomstige inrichting in bepaalde zonnegordels terugvonden -en het ook hadden begrepen, zei Rafaël: 'Let nu buitengewoon goed op; want nu komt voor jullie Romeinen de eigenlijke hoofdzaak! Pas als jullie die begrijpen, zullen jullie ook volledig van het waangeloof bevrijd worden, waardoor jullie denken dat de aarde in het centrum staat en alles -de zon, de maan en alle sterren -om de aarde bewegen en iedere dag hun reis door de zee moeten maken, die naar jullie mening van het ene einde van de hemel tot het andere reikt.
Hoofdstuk 15: Rafaël verklaart de verhoudingen van de planeten tot de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101  ...