Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 871 van 1110

...  859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884  ...
[9] Wat zegt de Heer Zelf bij Mozes en wel bij het derde gebod: 'Gij zult de sabbat heiligen!'? De vraag is: wat doet echter de Heer Zelf ten aanschouwen van de letterlijke vervullers van Zijn wet? Kijk, Hij gaat naar hen toe en ontheiligt kennelijk Zelf, volgens de letterlijke betekenis van de wet, de sabbat door zelfs Zijn leerlingen op een sabbat toestemming te geven om aren te lezen en zich met de korrels te voeden. Hoe bevalt jou dit onderhouden van de wet van Mozes, waarbij de Heer Zelf niet alleen voor Zich, maar tot grote ergernis van hen die de wet volgens de letter vervullen, de hele sabbat zogezegd overboord gooit? Je zult zeggen: dat kon de Heer heel goed doen, want Hij is ook Heer van de sabbat.
Hoofdstuk 101: Waaruit bestaat de liefde tot God? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Ken je de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar in de tempel? De farizeeër getuigt van zichzelf met een gerust geweten voor het heiligdom dat hij, in tegenstelling tot vele anderen, de wet van Mozes in haar volle omvang altijd getrouw en heel nauwkeurig, dus volkomen en volgens de letter heeft vervuld. Maar de arme tollenaar achter in een hoek van de tempel geeft met zijn ongemeen deemoedige houding aan iedereen die hem ziet duidelijk te kennen dat hij met het naleven van de mozaïsche wet niet veel van doen moet hebben gehad, want, zich zeer bewust van zijn zonden, durft hij niet eens naar Gods heiligdom op te kijken, maar bekent zelf zijn nutteloosheid voor God en smeekt Hem om genade en barmhartigheid.
Hoofdstuk 100: Wat betekent: God boven alles liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Maar ik zie zojuist weer een zeer ernstig kijkende tegenstrever. Deze treedt, heel zeker van zijn overwinning, naar voren en zegt: o, met deze tegenwerper zullen we gauw klaar zijn, want de Heer heeft ons toch Zelf een maatstaf gegeven waaruit blijkt hoe men God moet liefhebben. Ik hoef daarom niets anders te zeggen dan wat de Heer Zelf heeft gezegd, namelijk: 'Wie Mijn geboden onderhoudt, hij is het die Mij liefheeft'. Dat is dus de eigenlijke maatstaf, volgens welke men God moet liefhebben.
Hoofdstuk 100: Wat betekent: God boven alles liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Ik zeg jullie dat dit alleen maar overgangen zijn van warmte naar koude en dus ook omgekeerd. Daarom kan men de volgende, veel juistere maatstaf aannemen:
Hoofdstuk 99: De liefde van God - de oergrondstof van alle schepselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] De liefde van God is de oergrondstof van alle schepselen, want zonder haar zou er eeuwig nooit iets geschapen hebben kunnen worden. Deze liefde stemt overeen met de alles verwekkende en tot leven brengende warmte en alleen door deze warmte zien jullie de aarde onder jullie voeten groen worden.
Hoofdstuk 99: De liefde van God - de oergrondstof van alle schepselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[26] Wie dit ook maar enigszins ter harte neemt, zal volkomen inzien waarom de Heer heeft gezegd: 'Bij dit gebod der liefde zijn Mozes en alle profeten inbegrepen'. Hiermee is zeker evenveel gezegd, als wanneer men op natuurlijk gebied zou kunnen zeggen: overdag ziet men de sterren niet meer en heeft men hun licht ook niet meer nodig omdat al hun licht door het ene licht van de zon eindeloos overtroffen wordt. - Hoe echter daarmee de volle waarheid overduidelijk wordt aangetoond, zullen jullie bij het vervolg zien.
Hoofdstuk 98: Elfde zaal - elfde gebod. De liefde tot God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Naast dit inhoudrijke, prachtige zonnebord zien we tevens, meer dan in welke andere zaal ook, een groot aantal al opgroeiende kinderen die, zoals jullie kunnen zien, nu eens naar het bord kijken, dan weer met hun leraar praten en vervolgens in zichzelf gekeerd, met hun handen kruiselings op de borst erbij staan als standbeelden. De gehele aanblik zegt reeds dat het hier om iets buitengewoon belangrijks gaat.
Hoofdstuk 98: Elfde zaal - elfde gebod. De liefde tot God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[23] Ik denk dat het jullie nu tamelijk duidelijk zal zijn dat de door mij aan jullie meegedeelde innerlijke betekenis de enig juiste is omdat ze alles omvat.
Hoofdstuk 97: De innerlijke, eigenlijke betekenis van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[24] Nu zal misschien menigeen vanuit zijn beperkte inzicht de volgende conclusie trekken en zeggen: als de zaken zo staan, dan is het immers geen zonde als iemand bij de vrouw of dochters van zijn naaste slaapt of daarnaar verlangt. Dan zeg ik: ho ho, mijn beste vriend, met deze opmerking heb je de plank flink misgeslagen. Wordt onder 'ge zult de liefde van uw naaste niet begeren, en wel zijn gehele liefde', niet alles verstaan wat hij aan dierbaars in zijn hart draagt? Kijk, zo is het in wezen volgens het gebod niet slechts verboden om naar de vrouw en dochters van jouw naaste te verlangen, maar dat gebod geldt voor alles wat de liefde van jouw broeder omvat.
Hoofdstuk 97: De innerlijke, eigenlijke betekenis van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Wanneer jullie dit ook maar enigszins nauwkeurig beschouwen, dan ligt het zelfs voor de hand dat alle uiterlijke, ons bekende onzekerheden van het uiterlijke beeld van de wet niets anders zijn dan louter innerlijke, algemene zekerheden. Hoe, dat zullen we dadelijk zien.
Hoofdstuk 97: De innerlijke, eigenlijke betekenis van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[22] Kijk, het 'gij' is onzeker. Waarom? Omdat daarmee volgens de innerlijke betekenis iedereen wordt bedoeld, om het even of het om het mannelijk of vrouwelijk geslacht gaat. Eveneens is de vrouw onzeker, want er wordt niet gezegd of er sprake is van een oude of een jonge, één of meer, een meisje of een weduwe. Waarom is dat onzeker? Omdat de liefde van de mens iets geheel eigens is, en dus geen oude of jonge vrouw, geen weduwe en geen meisje genoemd kan worden, want in ieder mens is de liefde uniek. Hiernaar moet de naaste geen verlangen hebben, omdat zij het meest eigene in ieder mensenleven is. Eenieder die naar deze liefde een hebzuchtig, afgunstig of hunkerend verlangen heeft, belaagt in zekere zin zijn naaste als een moordlustige, omdat hij diens liefde of leven ten behoeve van eigen voordeel zou willen bemachtigen. Derhalve is ook de naaste onzeker. Waarom? Omdat daarmee in geestelijke zin ieder mens, zonder onderscheid van geslacht, wordt bedoeld.
Hoofdstuk 97: De innerlijke, eigenlijke betekenis van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Ik maak jullie bij deze gelegenheid slechts attent op een uitspraak van de Heer Zelf, waarin Hij Zich over de liefde van de man voor de vrouw als volgt uitlaat; Hij zegt: 'Zo zal een zoon zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen'.
Hoofdstuk 97: De innerlijke, eigenlijke betekenis van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Waarom echter het zojuist behandelde gebod van buitenaf bezien slechts een uiterlijk omhulsel is en waarom de jullie nu bekendgemaakte innerlijke betekenis een waarachtig innerlijke, geestelijke en levende is, zullen we nu door middel van een kleine nabeschouwing in een helder licht plaatsen.
Hoofdstuk 97: De innerlijke, eigenlijke betekenis van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Want het woord Gods in zijn uiterlijke, letterlijke betekenis zoals jullie het in de Heilige Schrift voor jullie hebben, verschilt zozeer van de oertekst als het tegenwoordige hoogst erbarmelijke stadje Jeruzalem van de oude wereldstad Jeruzalem.
Hoofdstuk 97: De innerlijke, eigenlijke betekenis van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Jullie weten dat, wanneer men de inwendige kern van een boom ondoordacht of opzettelijk doorboort, het met de boom gedaan is. Wanneer een of andere schadelijke worm de hoofdwortel, die in nauwste verbinding met de kern van de boom staat, doorknaagt, dan sterft de boom af. Wie kent niet de kwaadaardige zogenaamde 'schorskever'? Wat doet die met de boom? Hij knaagt eerst aan het hout en vreet zich hier en daar tot in de hoofdorganen van de boom, en de boom sterft af. Als de boom op deze goedverzorgde manier reeds aan zoveel levensgevaren bloot staat, aan hoeveel gevaren zou hij dan wel blootgesteld zijn als zijn voornaamste levensorganen aan de buitenkant van de stam zouden liggen?
Hoofdstuk 97: De innerlijke, eigenlijke betekenis van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  859 - 860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884  ...