Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 872 van 1112

...  860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885  ...
[12] Wijzen van hoog aanzien weten weliswaar uit de gesprekken met de geesten dat er zich op hun wereld nog talloos vele bewoonbare gebieden bevinden, maar dat weten ze alleen onder het zegel van voorlopige strenge geheimhouding, en zij delen het eveneens slechts mee aan hen die in de diepere geheimen van de goddelijke wijsheid wensen te worden ingewijd.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Waar mondt zo'n rivier dan in uit? Zo'n rivier ontspringt gewoonlijk uit de vele van grote vurige kraters voorziene bergen, verzamelt zich tot een niet zelden duizenden mijlen brede rivier en doorstroomt dan een gebied dat vaak heel wat langer is dan de afstand van jullie aarde tot aan jullie zon en mondt dan soms uit in een of andere grote zee, maar meestal in her en der liggende grote uitgedoofde kraters, vult deze geleidelijk op en maakt op den duur uit de grote en enorm diepe ravijnen vlak land, dat een voor jullie onbeschrijfelijke glans verspreidt. Maar mettertijd stolt het ook helemaal en kan als vruchtbaar land gebruikt worden.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Dat zijn dus de begrenzingen van onze districtsgebieden. Kunnen deze grenzen of afbakeningen van de districtsgebieden dan niet overschreden worden? Dat kan hier niet zo gemakkelijk, want in de eerste plaats is zo'n districtsgebied al zo oneindig groot, dat daarin miljoenen maal miljoenen mensen buitengewoon goed verzorgd kunnen worden en wat ruimte betreft hoogst geriefelijk kunnen leven. Ten tweede bevinden zich op zijn oppervlak talloze heerlijkheden en veelsoortige, wonderbaarlijke dingen zodat de bewoners van zo'n districtsgebied hun hele leven lang voldoende hebben om te bekijken, te bestuderen en er geestelijk van te genieten. Zij bekommeren zich dan nog minder om een ander gebied dan jullie dat op jullie aarde doen om de omstandigheden op een vreemde planeet, vooral wanneer jullie op je eigen planeet echt goed van alles voorzien zijn.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Hier en daar ontdekt men op dit hemellichaam ook heel lange en brede lichtwaterstromen. Het water van zulke stromen is niet doorzichtig en beduidend zwaarder dan ander, gewoon doorzichtig water.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Dat de voeten van zulke bergen een zeer aanzienlijke omtrek en doorsnee moeten hebben, kunnen jullie je gemakkelijk zelf voorstellen. Nog een derde soort begrenzing van zulke woongebieden wordt hier en daar gevormd door grote en brede stromen of ook buitengewoon grote wereldzeeën, die zo'n geweldige hoeveelheid water bevatten dat jullie aarde, als ze erin zou vallen, hetzelfde effect in zo'n zee teweeg zou brengen als wanneer jullie een parel in een zee van jullie aarde zouden werpen. Het is dan ook noodzakelijk dat er op een hemellichaam, waar het plaatselijk zo buitengewoon vurig te keer gaat, ook grote blusapparaten aanwezig zijn.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie vragen je af hoe deze mensen overal zo vlug gekomen kunnen zijn. Ik zeg jullie dat zoiets hier heel gemakkelijk kan. Ten eerste zijn hun lichamen veel lichter dan die van jullie op aarde; bovendien bezitten alle zonnebewoners meestal een aanzienlijke wilskracht waarmee ze allerhande dingen kunnen volbrengen die voor aardbewoners echt onmogelijk zijn. Zij kunnen zich dan ook met een aanzienlijk grotere snelheid over hun aardoppervlak voortbewegen dan jullie kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Deze eigenschap is echter voor de bewoners van een wereld van zo'n immense uitgestrektheid ook absoluut noodzakelijk, want als ze zich niet sneller zouden kunnen voortbewegen dan jullie op aarde, wat zouden ze dan wel kunnen uitrichten tijdens de vele reizen door de gebieden, waarvan een enkel district zoals dat van dit paleis, het oppervlak van jullie aarde in grootte vaak meervoudig overtreft. Centrale zonnen onderscheiden zich van de planetaire zonnen door het feit dat ze geen bewoonbare gordels hebben, maar slechts grote bewoonbare gebieden die men eventueel oasen zou kunnen noemen. Hoeveel van dergelijke oasen er voorkomen op een centrale zon, waarvan de omvang volgens jullie maat verscheidene biljoenen mijlen bedraagt, valt verstandelijk nauwelijks te bepalen. Maar jullie kunnen met zekerheid aannemen dat er in zo'n zonnengebied evenveel zijn als het aantal planetaire zonnen met hun planeten, die allemaal tezamen tot die ene centrale zon behoren.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Daar zijn we alweer op het ons welbekende, prachtige plateau; kijk het is nog niets veranderd. Jullie zouden graag willen zien waar de bewoners van dit paleis die vóór ons naar buiten zijn gegaan, zich nu ophouden. Ga maar naar de rand van het plateau, dan zullen jullie weldra zien hoe de mooie bewoners zich vermaken, sommigen in de jullie bekende galerijen rondom, sommigen op de triomfbogen boven de ons bekende trap en kijk daar, beneden bij het kanaal zwermt al een heel legioen rond.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Kijk nu, de vlam op het altaar is gedoofd. De oudste laat zijn staf zakken en de gehele bevolking van dit paleis gaat naar buiten om zich na deze geweldige les opnieuw te sterken. - Ook wij gaan naar buiten en vandaar verder naar een andere plaats.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Weet echter dat voor Mij gemakkelijk is wat jullie zwaar lijkt, en zwaar wat jullie gemakkelijk lijkt. Jullie heersende vrijheid is jullie weliswaar liever, maar Ik heb toch alleen maar welgevallen aan de eenvoud en de nuttige ondergeschikte dienstbaarheid van Mijn kinderen. Want er bestaat geen heer die liever een andere heer zou zien dan zijn eigen knecht, die voor hem altijd een getrouwe dienaar is. Daarom geeft de ene heer de andere slechts het overeengekomen verplichte deel, maar de knecht wordt door zijn meester beloond. Maar Mijn kinderen zijn ook Mijn knechten en daarom krijgen ze als knechten ook Mijn loon en als kinderen Mijn erfdeel! Houd dit altijd in gedachten: als eens het nieuwe hout op jullie altaar weer begint te branden, weet dan dat een vader beter is dan een heer! - Ga nu echter in vrede dan zal de vlam van Mijn wil doven, opdat die van jullie mag heersen op jullie wereld. Evenwel slechts tot aan die gebieden waar de vlammen van Mijn wil vanuit de eindeloze diepten opstijgen; laat niemand zich daarheen wagen. Alleen de vruchtbare bodem blijft jullie onderdanig maar het vuur is van Mij. Amen!
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Zich volkomen aan Mijn wil onderwerpen, wil meer zeggen dan dat iemand van jullie de hele oneindige schepping in zijn vuist zou willen houden en ermee spelen als met de kleinste kluitjes zand. Ja, het betekent meer dan wanneer jullie naar die verre dreven van jullie wereld zouden gaan, waar onophoudelijk in onmetelijk diepe ravijnen de allerkrachtigste vlammengloed woedt en iemand zich daar in de krater zou willen storten en in één teug de eindeloos woedende vlammengloed zou opslorpen. En toch moeten Mijn kinderen Mijn oneindige, eeuwig machtige wil tot de laatste druppel in zich opnemen voordat ze volkomen Mijn kinderen kunnen worden.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Wat is echter de reden daarvan? Omdat niemand, of van de velen slechts heel weinigen zich de woorden van de Heer laten welgevallen, welke luiden: 'Verloochen jezelf, neem je kruis op je schouder en volg Mij!'
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] En kijk nu, als iemand van deze mensen dit in zichzelf gevonden heeft, dan wordt hij een stille wijze en streeft nergens zo vurig naar dan op de weg te komen die naar het doel leidt dat hij op het verlichte bord in zijn hart heeft gevonden. Weliswaar heeft ieder mens op deze wereld zo'n bordje in zich, maar niet iedereen laat het brandende lampje erop schijnen maar verplaatst het meestal naar het midden van zijn hersenen. Daardoor komt het dan ook dat er van de talloos vele bewoners van deze wereld maar heel weinig zover komen dat ze hun handen op het altaar zouden willen leggen.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Wanneer jullie dit echter na jullie beoordeling duidelijk inzien, wat zullen jullie dan wel zeggen wanneer Ik jullie vanuit Mijn vuur te kennen geef dat het een opgave en een absolute voorwaarde is, dat Mijn kinderen zich volkomen aan Mijn wil moeten onderwerpen? Om deze voor jullie onbeschrijfelijk grote opgave te volbrengen moeten Mijn kinderen, of zij die Mijn kinderen willen worden, tijdens de periode van hun vrijheidsproef voortdurend de last van Mijn wil leren dragen en moeten zij zich door het vuur van Mijn ijver onder veel angst en pijn helemaal laten verteren, opdat zij daardoor voor eeuwig verwant mogen worden aan het eindeloze, eeuwige vuur van Mijn wil. En zelfs velen die deze proef tijdens hun afzonderlijke vrijheidsperiode niet doorstaan hebben, moeten het zich dan na hun omvorming laten welgevallen om zich gedurende voor jullie ondenkbaar lange tijden in het vuur van Mijn wil te laten reinigen en daaraan met de grootste moeite te wennen, voordat zij als de allergeringsten onder Mijn volmaakte kinderen kunnen worden opgenomen.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Wat jullie bezitten, is je gegeven als een eeuwig onbeperkt eigendom, maar Mijn kinderen mogen niets bezitten, niet eens voor eigen eten zorgen. Alles wat ze nodig hebben, mogen ze enkel en alleen bij Mij in Mijn huis tot zich nemen. Jullie zijn in jullie wereld machtige heren, maar Mijn kinderen moeten arme knechten zijn; ze moeten werken met hun handen. Wanneer zij met werken iets hebben verworven dan mogen ze het niet als hun eigendom behouden maar moeten het meteen naar Mijn huis brengen, waar Ik dan pas aan eenieder geef wat hij overeenkomstig zijn liefde echt nodig heeft. Jullie wonen in paleizen die aan pracht en praal alles wat men zich maar kan voorstellen overtreffen, maar Mijn kinderen moeten in hutten wonen die er zo eenvoudig en sober uitzien dat jullie ervan zouden gruwen. Mijn kinderen zijn desondanks Mijn kinderen en zijn altijd bij Mij en handelen altijd volgens Mijn wil, die eindeloos machtig is voor de machtigen maar ook eindeloos zachtmoedig voor de kleinen en zwakken.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  860 - 861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885  ...