Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 873 van 1490

...  861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886  ...
[14] Ten slotte waarschuwde hij allen voor de laagte en voor verdere betrekkingen met haar dochters; maar Hij gaf hun met deze waarschuwingen geen gebod, maar liet alles over aan hun vrije wil.
Hoofdstuk 142: Het ochtendmaal op maandag. De Heer leert aan de twaalf boden schrijven en lezen en de broeders van Lamech metaal te bewerken. Henochs beroeping tot hogepriester. De vermaningen van de Heer, de zegen en het afscheid van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Deze keerde echter snel terug en berichtte de vaderen, hoe de Allerhoogste voor zijn ogen verdween.
Hoofdstuk 142: Het ochtendmaal op maandag. De Heer leert aan de twaalf boden schrijven en lezen en de broeders van Lamech metaal te bewerken. Henochs beroeping tot hogepriester. De vermaningen van de Heer, de zegen en het afscheid van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] En Adam nodigde deze Abedam in zijn woning, en deze bleef nog drie dagen in het huis van Adam, Seth en Jared, en trok toen nadenkend naar zijn eigen streek.
Hoofdstuk 142: Het ochtendmaal op maandag. De Heer leert aan de twaalf boden schrijven en lezen en de broeders van Lamech metaal te bewerken. Henochs beroeping tot hogepriester. De vermaningen van de Heer, de zegen en het afscheid van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Al heel vroeg begaven de vaderen zich naar de hoogte en loofden en prezen de meer dan heilige Vader, die hen in deze korte tijd zo eindeloos had verrijkt; zelfs Adam ontbrak niet, maar was veeleer als een van de eersten in het gezelschap van Abedam, de bekende, en Eva op de hoogte en zegende naar alle kanten al zijn nakomelingen.
Hoofdstuk 143: Op de dag der geschillen of dinsdag. De woorden van Abedam, de andere, over de zwaarte van het leraarsambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Hierop bezon Henoch zich korte tijd en zei toen tegen Abedam: 'Broeder, je hebt beslist geen ongelijk; maar wat mij betreft denk ik, dat het op deze wereld eigenlijk niet op behaaglijkheid aankomt, waarmee het een of het andere ambt verbonden zou moeten of kunnen zijn, maar alleen op de wil van de Heer en de ware deemoed van ons hart!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Wanneer wij bijgevolg als zodanig juist ook niet zoveel liefde van onze broeders en zusters te verwachten hebben als deze onder elkaar, dan betekent dat nu niet bepaald dat we ongelukkig zijn; want in dat geval hebben wij dan toch de mooiste gelegenheid hen meer lief te hebben en dus te achten dan zij ons, - en dat is toch immers ook de wil van de Heer.
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Abedam was door deze woorden van Henoch totaal verbluft, viel hem om de hals en zei tenslotte: 'Ja, ja, lieve broeder, alleen jij hebt volkomen gelijk! De Heer is helemaal met jou; maar ik ben altijd dom, door en door! O, ik kan nu wel uit mijn vel springen van ergernis over mijn hardnekkige domheid!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En een van de twee mannen antwoordde: 'Vader Adam, deze keer zul je van ons op deze vraag waarschijnlijk wel geen antwoord uit ons hart ontvangen! Daarom zul je deze keer een andere vraag moeten stellen; want vandaag dreef ons volstrekt geen strijdvraag hierheen!'
Hoofdstuk 145: De aankomst van twee boden. Adam en Abedam, de andere, in verlegenheid gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Bij deze gelegenheid merkte Abedam bij zichzelf op: 'Mij dunkt, ook ik heb mijn voorspelling iets te vroeg geprezen! O Heer, vergeef mij mijn altijd grote dwaasheid!'
Hoofdstuk 145: De aankomst van twee boden. Adam en Abedam, de andere, in verlegenheid gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Na deze woorden van de onbekende viel Adam meteen uit zijn rol en wist niet meer wat hij de beiden moest vragen of wat hij anders met hen moest bespreken of doen, en daarom riep hij Henoch bij zich en vroeg hem wat hij in dit geval moest doen.
Hoofdstuk 145: De aankomst van twee boden. Adam en Abedam, de andere, in verlegenheid gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Deze woorden van Henoch brachten Adam weer geheel tot rust; maar de onbekende die reeds eerder had gesproken, trad nu op Henoch toe en zei tegen hem:
Hoofdstuk 146: De onbekende spreekt woorden vol diepe wijsheid over het doel van zijn komst. Henochs vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Want wij willen niet redetwisten in bijzijn van jullie, die met de geest van de liefde vervuld zijn, maar juist de geest van de liefde willen wij in jullie onderzoeken en wel zo alsof deze vreemd voor ons was; en hebben wij hem doorgrond, dan willen wij hem niet van jullie afnemen, maar in alle volheid behouden, zoals hij in jullie is!
Hoofdstuk 146: De onbekende spreekt woorden vol diepe wijsheid over het doel van zijn komst. Henochs vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Zo doorvorst een bruidegom immers ook zijn bruid en deze dan weer de bruidegom; daardoor wordt hun liefde steeds lichter, omdat zij elkaar steeds beter kennen en dan ook des te inniger liefhebben.
Hoofdstuk 146: De onbekende spreekt woorden vol diepe wijsheid over het doel van zijn komst. Henochs vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Maar Henoch zei: 'Abedam, wees rustig; want er zal nog iets onbegrijpelijkers tevoorschijn komen! Want deze twee mannen bevallen mij uitermate goed! - Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 146: De onbekende spreekt woorden vol diepe wijsheid over het doel van zijn komst. Henochs vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze wederzijdse opmerkingen sussen Abedam en Henoch, wendde de onbekende spreker Zich weer tot Henoch en vroeg hem:
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886  ...