Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 873 van 1112

...  861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886  ...
[16] De mensen op deze centraalzonnenwereld is weliswaar niet de eindeloze genade ten deel gevallen, waarin hun door de Heer zelf de juiste en kortste weg door middel van Zijn eigen heilige mond geleerd en aangetoond werd, en waarbij hun niet slechts een zwak schijnend lampje maar een hele centraalzon voor hun bordje werd geplaatst, maar desondanks is het voor hen niet onmogelijk om het bordje van het eeuwige leven in hun hart te vinden en daarnaar hun leven in te richten. Zij leven trouwens ook lang genoeg om zich daarvan innerlijk bewust te kunnen worden, want er zijn daar mensen die zo oud zijn als een half mensengeslacht op jullie aarde. Bovendien zijn zelfs de zielengeesten van de gestorvenen, als zij dat willen, tot dezelfde 'incarnatie' in staat als in hun lichamelijke leven. Tussen beide levens van de mensen op deze wereld bestaat er sowieso al geen al te groot verschil, want ze kunnen elkaar altijd, zo vaak ze maar willen, zien en spreken.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Kijk, dat is in het algemeen het gebed bij de mensen van dit hemellichaam, maar heel in het bijzonder bij degenen die tot de patriarchale huizen behoren. Jullie zeggen nu weliswaar: waarom wenden deze mensen zich niet liever tot de Heer opdat Hij hun de ware wijsheid moge tonen? Ze moeten immers inzien dat de Heer oneindig wijzer is dan zij met al hun verstand en dat Hij hun ook zeker datgene kan en zal geven, waarom ze Hem vragen.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] De houding die ze daarbij aannemen, getuigt niet zoals bij jullie van een zekere deemoedige en berouwvolle aandacht van het hart, maar het is slechts een teken dat ze elkaar in deze toestand niet in het geringst moeten storen. Ieder van hen overlegt ongestoord bij zichzelf wat het verstandigst is en wenst daarbij dat God de Almachtige dit mag laten gebeuren. Heeft iemand op zijn manier de meest wijze oplossing gevonden, dan mag hij ook weer heel rustig opstaan en in de vlam lezen in hoeverre zijn standpunt in het schrift in de vlam is terug te vinden. Is het terug te vinden, dan blijft de overeind gekomen bidder ook staan; maar is zijn standpunt in de vlam niet terug te vinden, dan legt de bidder zich meteen weer op zijn aangezicht en bidt of beter gezegd denkt verder na, over wat er in zijn sfeer wel het verstandigst mag zijn.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Wanneer derhalve zulke mensen, die zich met hun wijsheid verdienstelijk hebben gemaakt, naar ons paleis komen om zich een betere bruid te verwerven, is het dan niet volkomen terecht en billijk dat hun de meest waardevolle ten deel valt? Ja, mijn lieve kinderen en kindskinderen, alleen wat God de Almachtige doet, is welgedaan. Bijgevolg is het toch ontegenzeggelijk beter dat we tot vreugde van Gods vrienden aan hen onze dochters geven, dan dat wij hun deze onthouden en hen behouden voor onze eigen grote domheid.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Ik zeg jullie: zoals wij het doen is het eigenlijk verkeerd, maar gelet op het feit dat de almachtige God van hemel en aarde Zich ook van onze domheid weet te bedienen, is het volkomen terecht wat er gebeurt, en heel in het bijzonder bij het wegschenken van een bruid, wanneer onze domheid ons parten speelt en de alwijze God een bloem uit ons hoofdpaleis wegneemt, voor wie nu juist ons paleis onwaardig is, evenals wij het zelf niet waard zijn dat deze heilige vlam nog even sterk op het altaar van God blijft branden.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Toen ik jullie vanuit mijn wijsheid de eisen had getoond, stonden jullie allemaal te beven en iedereen trok zich huiverend van het altaar voor transformatie tot het kindschap Gods terug. Maar een jong meisje, dat wel het eenvoudigste in mijn paleis was, zodat niemand van ons zou vermoeden dat er juist in dit heel eenvoudige, maagdelijke wezen zo'n diepe, volkomen gewekte wijsheid aanwezig was (haar daad garandeert ons dat), liet ons allen zien, hoe die mensen geaard zijn en moeten zijn, in wie de innerlijke wijsheid door stille zelfwerkzaamheid en door zelfonderzoek van de eigen geest, gewekt is.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] In deze centraalzon manifesteert de wilskracht zich echter nog sterker en het verschil tussen die van de hoofdoudste en die van de gewone mens is net zo merkbaar als het verschil in grootte tussen centraalzonnen, planetaire zonnen, planeten en hun manen. Vandaar dat de wilskracht van zo'n hoofdpaleiswijze bij alle andere mensen die in zijn wijsheids- en wilsterritorium wonen, heel goed bekend is. Maar hoe de wijsheid van zo'n wijze bevalt, dat zullen jullie tot je grote verbazing dadelijk ondervinden.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De oudste zegt: wel mijn dochter, je hebt de voorwaarden van Gods grote genade gelezen; wat wil je nu doen? De dochter zegt: ik wil mijn steeds sterker wordende liefde volgen en naar mijn en jouw God toegaan en als ik daar zal zijn dan zal ik, als de Heer het wil, jou gedenken opdat ook jij en nog vele anderen mij mogen volgen. Ik weet wel dat ook deze wereld prachtig is en dat wij altijd kunnen omgaan met de zuivere geesten die een fijner lichaam hebben aangenomen dan het onze. Wij kunnen hun hoge zaligheid zonder veel moeite aanschouwen en deze is van dien aard dat ze voor ons de zaligheid van het natuurlijke leven niet vertroebelt. De zalige geesten van deze wereld hebben immers echt niet veel op ons voor, behalve dan dat zij, als ze willen, omhoog kunnen gaan en zich sneller kunnen bewegen dan wij in onze natuurlijke toestand, want wij kunnen ons niet zoals zij omhoog bewegen naar de ruimten van het sterke licht.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Kijk, geen mannelijk wezen biedt zich deze keer aan. Maar daar komt een wondermooi vrouwelijk wezen naar voren dat tegen de oudste zegt: verwekker van mijn leven door Gods kracht in jou, mijn borst zwelt op van machtige liefde voor de enige God, zonder wiens zichtbare aanwezigheid, die eens mogelijk moet zijn, men zich geen volkomen zaligheid kan indenken. Ik zou graag naar Hem toe willen gaan en een allergeringste dienstmaagd worden in een van Zijn kleinste huisjes, waarvan Hij er zeker oneindig veel zal hebben. Mij schrikt de weg niet af; waar en hoe hij te vinden is, zal de vlam mij tonen. Heb ik daarover zekerheid gekregen, laat mij dan ook gaan volgens de aanwijzing van de grote profeet die in de naam en met de kracht van de almachtige God tot het gehele volk van deze onafzienbaar grote wereld heeft gesproken!
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Ik zeg jullie: laat eenieder, man of vrouw, onderzoeken hoe het met zijn gemoed ten opzichte van God de Almachtige gesteld is. Wie van jullie heeft de moed om het allerhoogste Godswezen met zijn liefde te omvatten? Wie in staat is om alles voor het altaar neer te leggen en niets te behouden dan slechts de liefde van zijn hart voor de almachtige, eeuwig grote God, moge naar voren komen en proberen te lezen wat de vlam aangeeft. Waarlijk, wie daartoe in staat is, heeft een grote weg voor zich, een weg van de grootste vrijheid tot het nederigste knechtschap; een weg van dit volmaakte leven door de dood, een weg van deze hoogste graad van licht naar de grootste nacht en erdoorheen, een weg van hoogste zaligheid en geluk, zoals we die hier allemaal voelen, naar de grootste droefenis, naar de grootste ellende en de grootste nood, een weg van ons ononderbroken welzijn naar en door ondragelijke pijn om langs die weg vol onzekerheid in een nergens bepaalde tijd bij de woning van God te komen. Zalig degene die deze woning ooit kan bereiken en die daar een kind van God kan worden!
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Kijken we echter omhoog naar de eindeloze blauwige luchtzee, dan kunnen jullie daar altijd hetzelfde door de grote Schepper opgetekend vinden wat onze hand hier heeft nagemaakt. Hoe luidt deze wenk dus? Luister, ik zal hem voor jullie herhalen: in het midden van de grote binnenplaats van het sterrenpaleis moet jij, oudste, voor de enige God een altaar oprichten en daarop hout dwars over elkaar leggen; het hout moet echter gaaf zijn en een uitstekende geur hebben. Toch mag je dit hout nooit met een werelds vuur aansteken, maar een vuur uit jouw hart moet dit hout doen ontvlammen. Wanneer het hout door het vuur van jouw hart ontvlamd is, ga dan jezelf en de jouwen in het licht van deze vlam doorvorsen om te zien of er in jouw huis iemand in staat is om de woonplaats van God te betreden. Wie zich daartoe in staat acht, moge voor het altaar treden en in de vlam de voorwaarden lezen die hij moet vervullen op de wereld, welke de grote God enkel voor zichzelf en voor zijn kinderen heeft geschapen. Aldus luidt de wenk.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Maar juist bij dergelijke gelegenheden zijn er dan ook verscheidene die vanwege allerlei redenen zulke begunstigingen niet ten deel kunnen vallen. Het gevolg is dan wel eens dat ze enigszins verbitterd worden, tengevolge waarvan enkelen, die naar geluk en begunstiging verlangen, zich samenvoegen en vaak met geweld proberen te bereiken wat anderen door hun verdiensten hebben bereikt. En dan heb je een kleine oorlog, die echter voor degenen die geweld gebruiken altijd vruchteloos blijft, want de oudste van het paleis hoeft zich slechts met zijn staf te vertonen of de gewelddadigen slaan al op de vlucht.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Maar hoe komt hij aan bouwlieden? Niets is zo gemakkelijk, want iedereen gaat naar zo'n begunstigde toe en probeert zich bij hem verdienstelijk te maken om hem daardoor als begunstigde vriend en voorspreker in het hoofdpaleis voor zich te winnen, wat enkelen zo nu en dan ook gelukt.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Een andere boerenzoon wordt in zorgwekkende tijden voor de militaire dienst opgeroepen, welke dienst zich tot het rijk der hemelen weliswaar tegenstrijdig en onvoordelig verhoudt, maar wanneer een algemene noodtoestand het vereist, kan hij ook gerechtvaardigd zijn zoals ten tijde van David.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Maar hoe kan op aarde de zoon van een zogenaamde gewone boer in het bezit komen van een voortreffelijke dochter uit een voorname familie uit de stad? Door geestelijke ijver! Zo'n boerenzoon doorloopt heel vlijtig de wetenschappelijke weg en vestigt dan door zijn eminente capaciteiten de aandacht van iemand van het stadsbestuur op zich. Deze maakt van hem een hooggeplaatst beambte en onze vroegere boerenzoon kan nu als een heer van aanzien met een volkomen gerust geweten bij zo'n voorname familie aankloppen en men zal hem niet voor een dichte deur laten staan. Dat is één weg.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  861 - 862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886  ...