Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 874 van 1088

...  862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887  ...
[15] Wanneer jullie echter in alle delen van je lichaam precies dezelfde kost vinden, die jullie via de maag opnemen, en overal hetzelfde bloed, dat van-uit het hart naar al jullie lichaamsdelen stroomt, dan is het toch ook geen wonder dat jullie in dit deel van de grote wereldmens dezelfde goddelijke liefde en wijsheid vinden, die jullie op jullie aarde hebben gevonden, nog steeds vinden en altijd kunnen vinden.
Hoofdstuk 41: Liefde en wijsheid, hun onderlinge relatie en harmonie - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De mens heeft slechts één mond en één maag. Wat deze opnemen wordt, goed geprepareerd, aan alle andere delen doorgegeven. Zo heeft hij ook niet in elk lichaamsdeel een hart, maar hij heeft er slechts één in zijn borst en dat heeft zijn aders en bloedvaten door het hele lichaam verspreid en zendt daardoor zijn leven naar alle vezels van het hele lichaam en wel overal volgens een voor het leven goedberekend, doelmatig opnamevermogen.
Hoofdstuk 41: Liefde en wijsheid, hun onderlinge relatie en harmonie - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Je hebt eerder gezegd dat we het ornament van dit zuilenrondeel bijzonder scherp in het oog moesten houden, omdat er iets groots achter zou steken. We kijken nu al van links naar rechts en van boven naar beneden en kunnen met moeite slechts de zuilen zien en daarbinnen een heel bijzonder schone, ijle en heel doorzichtige wenteltrap, die aan beide kanten van gelijksoortige leuningen is voorzien, maar, al kijken we nog zo goed, van een ornament is in dit zuilenrondeel niet het minste spoor te ontdekken. Wanneer we er echter iets nuttigs voor ons innerlijke verlangen naar kennis en wijsheid uit willen halen, moeten we toch wel iets zichtbaars voor ogen hebben, want uit dit niets zal toch zeker onmogelijk iets meer dan weer niets kunnen komen.
Hoofdstuk 44: Achtste verdieping. Over het binnengaan in het leven van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Ten gevolge van zijn sterke aantrekkingskracht op deze vloeistof zuigt dit polyorganon deze voortdurend op. Dit polyorganon reikt echter aan de tegenovergestelde kant van de ring tot aan eenderde van de hele hoogte van de ring en laat de vloeistof, die aan de ene kant werd opgezogen, aan de andere kant naar beneden druppelen. Voor het eind van het polyorganon is een trechtervormige druppelvanger aangebracht, waarvan de onderste buis naar een uitgekiend mechanisme leidt dat is voorzien van lepelvormige schoepen. Deze schoepenconstructie is rechtstreeks verbonden met de as waaraan de bol zelf in de ring hangt. Wanneer door een of meerdere neervallende druppels een schoepje is volgelopen, dan wordt dit natuurlijk zwaarder, zakt naar beneden en brengt op die manier de gehele grote bol aan het draaien. Heeft het schoepje zijn vloeistof helemaal beneden uitgegoten, dan wordt intussen weer een ander gevuld, dat weer naar beneden zakt. En omdat het polyorganon voortdurend evenveel vloeistof opzuigt als het op dit schoepenrad laat neerdruppelen, werkt het perpetuum mobile onder de eerder aangegeven voorwaarden ook heel voortreffelijk, vooral wanneer jullie daarbij bedenken dat het materiaal waaruit deze as en trouwens het hele ornament bestaat, geen wrijving en dus ook geen slijtage kent. De gladheid van de as en van de cilinder waarin de as draait, is zo buitengewoon, dat ze elkaar bij het roteren niet in het minst hinderen. Het lijkt wel alsof zo'n as zich in de zuiverste ether beweegt. Ook de grote, glasachtige bol hangt hoogst meetkundig precies in sferisch evenwicht aan de as, waardoor het gewicht van een kleine druppel al voldoende is om zijn rust gemakkelijk te verstoren. Zo'n fabrikaat behoort voor deze hoogst wijze mensen echter nog geenszins tot de wonderwerken.
Hoofdstuk 43: Absolute wijsheid niet geschikt voor een nog gebonden geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie zeggen: lieve vriend, het ziet er hier wel heel luchtig uit. De zuilen van de rondelen zien eruit alsof ze van het fijnste doorzichtige glas zijn gemaakt, de vloer waarop we staan is eveneens van een blauw-witlichte materie, die buitengewoon sterk glanzend en glad is. De balustrades die deze galerij van zuilenrondeel tot zuilenrondeel omgeven, zijn eveneens van een zeer doorzichtige materie vervaardigd, zodat men wanneer men er doorheen kijkt, alles bijna even helder blijft zien. Wanneer we omhoog kijken naar het plafond, dan zien we dat ook dit van eenzelfde licht-blauwachtig materiaal is vervaardigd, dat eveneens tamelijk doorzichtig lijkt te zijn, want men kan op sommige plaatsen heel gemakkelijk in de negende galerij kijken.
Hoofdstuk 42: Zevende verdieping. Absolute wijsheid, doorzichtig en ondoordringbaar als diamant - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Zo'n centrale zon is in zekere zin een hoofdzenuw van de grote wereldmens, en de kleinere zonnen en planeten zijn gelijk aan de kleinere zenuwen, de vezels en de draden. De hoofdzenuw wordt toch zeker door hetzelfde sap gevoed, waarmee de kleinere zenuwen, vezels en draden worden gevoed en onderhouden. Waar één Heer, één Schepper en een en dezelfde God is, daar kan in Zijn onmetelijke schepping ook slechts één goddelijke liefde, één goddelijke wijsheid en één goddelijke ordening bestaan! Tenzij jullie nog aan een of andere tweede God en Schepper zouden geloven, aangenomen dat jullie gemoed en jullie verstand tot zo'n dwaasheid in staat zouden zijn; dan zou het wel gerechtvaardigd zijn om een andere kijk op de ordening van de dingen te hebben en zou men eventueel een vraag zoals die van jullie kunnen stellen. Maar in de gegeven omstandigheden, waarbij het slechts volkomen om één God gaat, blijft het bij één kost, één wijsheid en één ordening. - Daar we dit alles nu toch zeker duidelijk inzien, zullen we ons dan ook weer dadelijk een verdieping hoger begeven en wel naar de zevende verdieping of achtste galerij. Ook al ziet deze wenteltrap er nogal luchtig uit, trek je daar maar niets van aan, want hij zal ons nog best dragen. Laten we daarom gaan!
Hoofdstuk 41: Liefde en wijsheid, hun onderlinge relatie en harmonie - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Bekijk hier eens het altaar; door zijn vorm, kleur en versiering stelt het de tot in de wijsheid reikende liefde voor. De kleine zuil waaraan de geheimzinnige krans is bevestigd, stelt in zekere zin de hals van de mens voor, maar als overeenstemming van de grootst mogelijke deemoed. Wat komt er echter uit de deemoed voort? Kijk naar de daaraan bevestigde krans. Door deze krans wordt het hoofd van de mens voorgesteld, maar als overeenstemmend beeld is het het licht van de wijsheid dat voortkomt uit de warmte van de liefde.
Hoofdstuk 41: Liefde en wijsheid, hun onderlinge relatie en harmonie - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Iemand zou nu kunnen zeggen: als dat overduidelijk en zeker waar is, zou men toch slechts in de zon hoeven te gaan zitten om zo het uit haar stromende licht ijverig op te slurpen, zodat men dan elke grove maaltijd achterwege zou kunnen laten. Maar ik zeg jullie: probeer het maar eens! De zonnemaaltijd is zondermeer al bekend; laat iemand maar eens tien dagen lang op pure zonnemaaltijden leven, dan zal zijn organisme hem al op de tweede dag zeggen hoeveel voedingsstoffen hij naar binnen heeft geslurpt!
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk, waar het licht al aan een vast lichaam, dat overeenstemt met de liefde, gebonden is, kunnen jullie weliswaar het licht samen met het lichaam vastpakken en naar believen heen en weer dragen, maar zoals reeds gezegd laat het vrije licht zo'n handeling absoluut niet toe. Dit was één voorbeeldje. Laten we nog een ander bekijken waaruit dan duidelijk zal worden dat een mens van het licht kan genieten en er optimaal van kan profiteren, maar pas langs de weg van de goddelijke ordening. Hoe echter, dat zal het volgende voorbeeldje dadelijk duidelijk maken.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Ja mijn lieve vrienden en broeders, we bevinden ons hier op het eerste niveau boven de halve hoogte van dit gebouw en daarom hebben we nu al met voorwerpen van pure wijsheid te maken. Tot nu toe bevonden we ons in het fundament, dat wil zeggen in de liefde, maar nu gaan we uit de liefde naar de wijsheid en dat is voor God een gepaste weg. Omdat objecten van de wijsheid toch beduidend moeilijker te bevatten zijn dan objecten van de liefde, moeten we ons hier ook wat meer inspannen om niet, zoals jullie gewoonlijk zeggen, het overzicht kwijt te raken.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] We zijn er nu zo dicht mogelijk bij; en kijk nu eens naar de vloer van het rondeel. Wat zien we daar? Een sterrenkrans met een omtrek van zeven klafter, die uit zeven rijen sterren is samengesteld en wel in de volgorde van de kleuren van een regenboog, terwijl deze krans drie span breed is. Binnenin deze krans verheft zich een violetkleurig altaar tot een hoogte van zes span en het heeft een omvang van ongeveer drie klafter, dat wil zeggen gemeten met uitgestrekte armen. De ronde rand aan de bovenkant is met een band zacht vlammend goud omvat, en op deze band is nog een half span hoog, uit louter ronde staafjes bestaand, glanzend wit leuninkje aangebracht. Over deze zuiltjes ligt weer een brede band, gemaakt van dieprood, doorzichtig goud. Daarboven zijn, precies op de plaatsen waaronder de zuiltjes staan, meer naar het donkerblauw overgaande, volkomen ronde kleine bollen aangebracht, terwijl elke bol om zijn midden nog een kleine helder schitterende sterrenkrans heeft.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Maar nu bevinden we ons reeds op de zevende galerij ofwel zesde verdieping en daarom zeg ik jullie: bekijk hier alles echt op je gemak en met aandacht, want wat jullie hier zullen vinden, zal van nog veel hoger belang zijn dan alles wat we tot nu toe hebben gezien en daarna naar de aard van de wijsheid van deze bewoners hebben besproken. Dus, zoals gezegd, geef je ogen op deze zesde verdieping of zevende galerij de kost, bekijk alles goed en vertel me dan wat jullie gezien hebben; dan zal de betekenis daarvan ons zeker niet ontgaan.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Daarom ga ik ook met jullie mee en spreek volkomen op jullie manier, ofwel ik wandel op de jullie vertrouwde grond en breng jullie nauwelijks merkbaar beetje bij beetje hogerop. Maar zelfs bij deze nauwelijks merkbare verheffing begint het jullie al een beetje te duizelen tijdens het klimmen op deze nogal behoorlijk doorzichtige trap naar onze zesde verdieping ofwel zevende galerij.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Wanneer echter de gewone landsman tijdens het bezoek aan de minzame vorst enige tijd met deze heeft gesproken, zal hem de duizeligmakende hoogtevrees benevens zijn gehele angst vergaan en hij zal dan een veel aangenamere terugreis over de hete treden van het paleis hebben dan voorheen het geval was bij de gang naar de vorst toe.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Een goede wandelaar op het vlakke land wil niets weten van een of andere zwakheid in zijn benen. Wanneer echter iemand tegen hem zegt: vriend, ga je met mij mee naar de top van die berg; zou je dat wel aandurven? Dan zal onze goede wandelaar zeggen: wat denk je wel van mij? Dat ik me met mijn benen niet op die bergtop durf te wagen; ik, die toch al honderden mijlen veldweg heb afgelegd? Maar dan wordt het menens! Onze goede wandelaar komt voor het eerst in zijn leven op zo'n aanzienlijke hoogte.
Hoofdstuk 39: Zesde verdieping. In angstwekkende toestand toont de mens zijn zwakten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  862 - 863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887  ...