Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 875 van 1490

...  863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888  ...
[25] Adam zei daarop tegen Seth en ook tegen de anderen: 'Waarlijk, ik moet bekennen, de wijsheid van deze vreemdeling is groot!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen de vreemdeling deze vraag van Henoch had gehoord, zette hij een verwonderd gezicht en zei daarop tegen hem:
Hoofdstuk 151: De hoge wijsheid van de vreemdeling. De bestemming van de mens tot geestelijke zelfstandigheid. Het blinde geloof en het geloven op gezag maken onvrij. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Ik zeg je dat vanuit Mijn ervaring, opdat je je niet door Mij laat overreden, maar daarvan alleen datgene aanneemt wat voor jou duidelijk is; daarom moet je geen enkele lettergreep aannemen die je alleen zou geloven zonder deze van tevoren in je geest duidelijk begrepen te hebben!
Hoofdstuk 151: De hoge wijsheid van de vreemdeling. De bestemming van de mens tot geestelijke zelfstandigheid. Het blinde geloof en het geloven op gezag maken onvrij. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Kunnen de dieren dat soms ook? - O neen, deze moeten altijd de wil van de Schepper voltrekken, want hun natuur zelf is immers al een draagster van de wil van de Schepper! Maar zo is het niet met de mensen, die bestemd zijn om waarachtige kinderen van God te worden.
Hoofdstuk 151: De hoge wijsheid van de vreemdeling. De bestemming van de mens tot geestelijke zelfstandigheid. Het blinde geloof en het geloven op gezag maken onvrij. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Zie, dat is dan ook de werkelijke dood! Waarom? Omdat de zonde zonder meer een verstoring van de goddelijke orde is, terwijl dwang deze niet verstoort, maar alleen de vrijheid van de geest belemmert!
Hoofdstuk 151: De hoge wijsheid van de vreemdeling. De bestemming van de mens tot geestelijke zelfstandigheid. Het blinde geloof en het geloven op gezag maken onvrij. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Als ik het voor het zeggen heb, zou ik willen vragen: broeder, spreek liever over iets anders; want deze woorden zijn zo verheven vol en waar, dat het eeuwig jammer zou zijn om ze door wat voor opmerkingen dan ook in zekere zin aan te tasten en te beschadigen! - Deel je niet ook deze mening?'
Hoofdstuk 152: Vol verbazing erkent Henoch de wijze woorden van de vreemdeling. De gelijkenis van de twee verzadigden en de vele hongerigen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] 'Maar lieve broeder, ik vraag je om 's hemels wil, zeg mij toch eerst, voordat wij de anderen van ons brood willen laten proeven, vanwaar je deze wijsheid hebt ontvangen. Je bent me immers werkelijk geheel onbekend en naar mijn weten ben je er ook nooit bij geweest toen de Allerhoogste in ons midden wandelde; en wanneer heb je deze wijsheid ontvangen?'
Hoofdstuk 152: Vol verbazing erkent Henoch de wijze woorden van de vreemdeling. De gelijkenis van de twee verzadigden en de vele hongerigen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Het is toch werkelijk vreemd: Men kan zich niets voorstellen dat nog zuiverder zou zijn dan juist deze woorden, - en, zoals gezegd, Abedam heeft iets dergelijks niet verkondigd! Zijn leer was hoofdzakelijk gericht op de liefde en de deemoed, en mij droeg Hij alleen maar op de liefde te verkondigen en de deemoed die daaruit voortvloeit!
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Maar wanneer ik nu de woorden van deze vreemdeling eens goed overdenk, lijkt het ondanks de juistheid ervan toch wel weer enigszins vreemd dat wanneer een beroepen leraar een leer uitspreekt, deze aan het oordeel van ieder individueel mens onderworpen moet zijn en pas als volledig geldig kan worden aangenomen, als zij volledig overeenkomt met ieder oordeel!
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Maar anderzijds is het toch wel weer juist, dat een leer enkel voor de wind deugt, wanneer niet iedereen tot wie de leer gericht was, deze geheel en al met zijn eigen hart heeft aangenomen! - Wat staat mij dus te doen?
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Kort en goed, een regel moet er toch zijn en deze regel moet aldus luiden: Hetgeen je als volkomen juist, goed en waar erkent - uit wat voor mond het ook komt -, moet je je broeders niet onthouden, want ook zij hebben even goed zo'n onsterfelijke geest als ik!
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Tegen deze regel kan ook Jehova Zelf beslist niets inbrengen!
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Alleen maak ik hier een opmerking tegen je die deze vreemdeling betreft en die luidt als volgt:
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Als je bij een broeder levende woordvruchten ontdekt, dan is het onbegrijpelijk dat je deze broeder niet beter kunt herkennen.'
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[30] Maar deze zei: 'Broeder, het heeft geen zin om zo naar mij te kijken, bekijk liever iemand anders en je zult aan Hem beslist meer ontdekken dan aan mij! Zie, Hij is niet ver van ons, dat zul je toch begrijpen, lieve broeder?!'
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888  ...