Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 875 van 1037

...  863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888  ...
[12] Bathianyi zegt: 'Vriend, jouw woorden zijn weliswaar als scherpe pijlen en treffen precies het centrum, maar toch verwonden ze geen enkel hart. Want volgens de enige ordening waarin een gemeenschap gelukkig kan leven, zijn ze volkomen waar. Ik en hopelijk wij allen nemen deze dankbaar aan. Naar aanleiding van jouw woorden vergeef ik ook van ganser harte al mijn aardse vijanden, want zij handelden werkelijk alleen maar in blinde overwinningsroes tegenover ons, hun vermeende grootste vijanden. God de Heer vergeve het hun; wat mij betreft hebben zij ten opzichte van mij geen schuld meer.
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De vreemdeling zegt: 'Vriend, zij die jou veroordeeld hebben, behoren evengoed aan de Heer toe als jij. Nemen we echter eens aan, dat jij door onvoorzichtigheid met je handen je voeten een verwonding hebt toegebracht, zodat je je handen van pijn verwenst. Dan komt er iemand naar je toe, die zegt: 'Vriend, dat hebben je eigen handen gedaan. Neem daarom wraak en laat ze afhakken, want ze zijn niet meer waard om deel uit te maken van je lichaam.' Zeg eens, zou jij op dit voorstel ingaan en het uitvoeren?'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[25] De graaf zegt: 'Geachte beste vriend, dat is vanzelfsprekend, want ik zou veel liever helemaal niet bestaan, dan van iemand iets aan te nemen dat ik hem niet op de een of andere manier weer terug zou kunnen geven. Zo is ook mijn gehele gezelschap; daarvoor durf ik naar eer en geweten borg te staan. Maar, beste vriend, daar u vast al langer in deze streek woont en wel overal goed van op de hoogte zult zijn, zeg ons allen eens, hoe wij ons om hulp tot de enige God van hemel en aarde, dus tot Jezus de Gekruisigde, moeten wenden. Waar is Hij, en zullen onze zondige ogen ooit Zijn heilige aangezicht te zien krijgen?
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Zoudt u de Godheid niet willen verzoeken om zulke voorrangsrechten in de grote natuur af te willen schaffen? Waarom heeft Jehova dan destijds alleen een Saul, een David en een Salomo tot koning en heerser over het gehele joodse volk aangesteld? Had Hij naar uw mening niet beter het hele volk tot koning kunnen zalven? Zo heeft God, bij mijn weten, ook David de belofte gedaan, dat Hij uit zijn stam de toekomstige Messias van de wereld zou verwekken en dat zijn stam eeuwig zou blijven bestaan. Waarom moest Jezus dan juist uit Maria, die uit de koninklijke stam van David voortkwam, geboren worden en moest Jozef, die tot dezelfde stam behoorde, zijn pleegvader zijn? Hebt u nooit gelezen hoe, ik geloof in het boek der Kronieken, van Adam af het zuivere eerstgeboorterecht tot aan Jezus toe wordt aangetoond? Waarvoor zou dan zoiets goed zijn? Zouden naar uw mening niet beter alle mensen evenals de mussen aan elkaar gelijk kunnen zijn?
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] De vreemdeling zegt: 'Maak je niet meer bezorgd over hetgeen beneden op aarde gebeurt, want daarvoor zorgt wel de Heer, die jullie allen hier veel nader is dan jullie denken. Wat je vrouwen kinderen betreft is een flinke aardse vernedering, zonder welke zij nauwelijks daar zouden komen waar jij je nu bevindt, van groot belang. Door deze vernedering leren zij toch wat meer de nietigheid van alle aardse goederen kennen en deze heimelijk zelfs verafschuwen. Zo zal het voor hen na het afleggen van hun lichaam gemakkelijker worden om in het rijk van het licht te komen. Maak jij je echter over niets anders meer bezorgd dan over de liefde voor God en je broeders; al het andere zal dan vanzelf naar je toe komen!'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De franciscaan zegt: 'Maar vriend, wat gebeurt er dan met die zielen, die delen in het huiveringwekkende lot van hun vlees? Die zullen na de volledige ontbinding van hun afgod toch zeker naar de hel gaan?'
Hoofdstuk 143: Laatste twijfel van de franciscaan. Wat gebeurt er met mensen die doodzonden hebben begaan? Liefdevol antwoord van de vreemdeling. Uitnodiging om het huis binnen te gaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] De vreemdeling zegt: 'Geen ziel wordt ooit van haar vrijheid, haar bewustzijn en haar herinneringsvermogen beroofd. Wat zij wil, dat krijgt ze. Wil zij opstaan, dan zal zij opstaan. Wil zij echter nog dieper onder haar graf afdalen naar de hel, dan wordt haar de weg niet versperd. Wel wordt de hel door God toegelaten en als het ware voor eeuwig op zichzelf staand van alle hemelen afgescheiden; voor zo' n ziel geldt dat echter niet. Deze wordt namelijk niet geoordeeld, behalve door haar eigen liefde en de volledige vrijheid van haar wil. Wil zij naar de hel, omdat door deze haar eigenlijke liefde wordt bepaald, dan zal zij naar de hel gaan en wij allen zullen niet in staat zijn om haar daarvan af te houden. Wil zij echter naar de hemel, dan zullen wij haar ook met alle liefde opnemen en langs de beste wegen daarheen geleiden. Zo gaat het volgens de goede ordening van God!'
Hoofdstuk 143: Laatste twijfel van de franciscaan. Wat gebeurt er met mensen die doodzonden hebben begaan? Liefdevol antwoord van de vreemdeling. Uitnodiging om het huis binnen te gaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Een ander uit het gezelschap treedt naar voren en zegt: '0, ik vraag u ook slechts eenmaal Christus te mogen zien, en als het mogelijk is ook de heilige Jozef, omdat hij mijn naamheilige is! Maar als dat niet kan, dan hoeft het niet; als ik Christus maar mag zien!'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De Vreemdeling zegt: 'Wel, dan zie ik nu al, dat jij Christus heel graag mag! Maar wat zou je doen, als Christus jou niet zo graag zou mogen als jij Hem?' De aangesprokene zegt: 'O, dat doet er niet toe; al ben ik niet veel waard, Christus heeft me toch graag. Daarover maak ik me geen zorgen.' De Vreemdeling zegt: 'Mijn beste, ga nu maar weer terug naar je kameraden met de verzekering, dat de Heer Christus jou misschien toch nog meer zal liefhebben dan jij Hem.'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Miklosch zegt: 'Ja, mijn beste vrienden, mijn vermoeden is werkelijk vreemd, maar ik kan het jullie niet beschrijven. Het komt mij hier bijna zo voor, als het de twee naar EmmaĆ¼s wandelende leerlingen moet zijn voorgekomen, toen de Heer Zelf in hun midden liep en zij Hem niet herkenden, alhoewel Hij hun wijs over allerlei dingen onderrichtte. Ik zou bijna willen wedden, dat dit vermoeden dat mij zalig stemt, meer is dan alleen maar een strohalm! Komt tijd, komt raad! Tenslotte zal de waarheid wel aan het licht komen.'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] De Vreemdeling zegt: 'Zeer zeker, daar zal nog genoeg gelegenheid voor zijn. Maar nu is het zaak het huis binnen te treden. Daarom open je, jij poort naar het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De generaal zegt: 'Broeder, je hebt een totaal verkeerde voorstelling van Christus de Heer! Zoals gezegd, je ziet door de bomen het bos niet meer. Wij allen hebben hier duidelijk gehoord, hoe onze allergrootste Vriend jou de herkenningstekens heeft gegeven en je ook heeft beloofd, dat de Heer tegelijk met jullie in dit huis zal aankomen. Wel, kijk nu maar eens uit naar iemand die precies op Hem lijkt. Vind je zo iemand, houd hem dan voor de Heer. Want ik zeg je, de Heer, God Jezus, is hier even eenvoudig en zonder praal als Hij op aarde was. Van een of andere pracht en praal is bij Hem geen spoor te herkennen.'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De franciscaan zegt: 'Al goed, beste vriend, dat was reeds lang mijn wens, maar nu ter zake! Jij hebt gelijk. Ik heb toch de Sint Pieterskerk in Rome en het Vaticaan met zijn duizend kamers gezien, maar dat alles is nauwelijks een slakkenhuis vergeleken bij dit paleis! Op het eerste gezicht zou naar mijn schatting in dit reusachtige paleis gemakkelijk plaats zijn voor honderd keer de gehele bevolking van de aarde. Zowel links als rechts loopt het bijna tot in het oneindige door. En wat de hoogte betreft lijkt het mij, dat de gevel van het huis bijna aan de maan moet grenzen, want zo'n hoogte is alleen in mijlen uit te drukken. O, dat is iets enorms, iets om je verstand bij te verliezen!
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] De Vreemdeling zegt: 'Ja, waarom zou je Christus dan zo graag willen zien, leg mij dat eens uit.' Hij die naar voren was getreden, zegt: 'O, daar is niet veel aan uit te leggen; wat men boven alles liefheeft, zou men ook het liefst willen zien!' De Vreemdeling zegt: 'Dat is wel waar, maar waarom heb je Christus dan zo boven alles lief?' De man antwoordt: 'O, dat is heel duidelijk: omdat Christus God is en omdat Hij mij verlost heeft van de hel en ook, omdat Hij zo'n goede Heiland was!' De Vreemdeling zegt: 'Maar wat zul je doen, als je Christus zult zien?' De naar voren getredene zegt: 'O, dan zal ik van vreugde uitroepen: 'Heilige Christus'! en Hem, als ik zou durven, om de hals vallen!'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De generaal beantwoordt de groet en zegt daarop: 'Mijn beste vriend, van iets doen is hier helemaal geen sprake. Alleen maar van genieten van al datgene, wat de grenzeloze goedheid en liefde van de Heer Jezus ons in de grootste overvloed schenkt. Wanneer het genot der gelukzaligheid niet verbonden zou zijn met een wonderbaarlijke verscheidenheid, zou men werkelijk met Job moeten uitroepen: 'O Vader, beste Vader, hou toch eens even op met zegenen!' Ja vriend, hier leert men Christus pas echt kennen! Maar ik hoef je verder niets te vertellen, want het verdere verloop zal je alles duidelijk maken. Wil je iets begrijpen van de wijsheid, almacht en liefde van de Heer, zie dan alleen maar eens naar de pracht van deze zaal en je zult al enigszins een idee krijgen van Christus, de enige Heer van hemel en aarde.'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  863 - 864 - 865 - 866 - 867 - 868 - 869 - 870 - 871 - 872 - 873 - 874 - 875 - 876 - 877 - 878 - 879 - 880 - 881 - 882 - 883 - 884 - 885 - 886 - 887 - 888  ...